Regeling vervallen per 01-11-2019

Verordening Jeugdhulp gemeente Oldambt 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-10-2019

Intitulé

Verordening Jeugdhulp gemeente Oldambt 2015

De raad van de gemeente Oldambt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;

dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;

dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociaal netwerk;

gezien het advies van het gemeenschappelijk adviesplatform (G.A.P.);

gezien het advies van de raadscommissie Samenleving, Werk en Inkomen (SWI) d.d. 7 oktober 2014;

gelezen het in de raadsvergadering van 20 oktober 2014 aangenomen amendement van D66 tot aanvulling van de verordening Jeugdhulp met een nieuw artikel 14 betreffende een jaarlijkse evaluatie;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet en artikel 147, 149 en 156, lid 3, van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de

Verordening jeugdhulp gemeente Oldambt 2015

luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

    • b.

      hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;

c.individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

  • d.

    overige voorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • e.

    PGB: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet,zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;

  • f.

    sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliёnt een sociale relatie onderhoudt;

  • g.

    wet: Jeugdwet.

  • h.

    college: het college van burgemeester en wethouders

    • 2.

      Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening en nadere regels gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Vormen van jeugdhulp

  • 1. De volgende vormen van overige voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Versterken sociale context;

    • b.

      Basisondersteuning.

  • 2. De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Flexibele ondersteuning;

    • b.

      Intensieve ondersteuning.

  • 3. Het college stelt bij nadere regels vast welke overige en individuele voorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts

  • 1. Het college draagt zorg voor de inzet van (gecontracteerde) jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist en/of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.

  • 2. Als de jeugdige en/of zijn ouders hierom verzoeken, ofwel het college een besluit neemt, dat afwijkt van het oordeel van de jeugdhulpaanbieder, legt het college de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking, als bedoeld in artikel 5.

Artikel 4 Toegang jeugdhulp via de gemeente

Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen en ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen.

Artikel 5 Inhoud beschikking

  • 1. Indien de jeugdige en/of zijn ouders verzoekt om een beschikking, legt het college in de beschikking de met de jeugdige en/of zijn ouders gemaakte afspraken vast. In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als PGB wordt verstrekt.

  • 2. Het college kan ten aanzien van de vorm en inhoud van de beschikking nadere regels stellen.

  • 3. Als sprake is van een te betalen ouderbijdrage worden de jeugdige en zijn ouders daarover in de beschikking geïnformeerd.

Artikel 6 Regels voor PGB

  • 1. De hoogte van een PGB wordt bepaald aan de hand van en tot het maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de wijze waarop de hoogte van een PGB wordt vastgesteld.

  • 3. Het college kan in nadere regels bepalen onder welke voorwaarden de persoon aan wie een PGB wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.

Artikel 7 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

    • 1.

      Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.

    • 2.

      Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige en/of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige en/of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het daarmee samenhangend PGB zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het daarmee samenhangend PGB niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige en/of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het daarmee samenhangend PGB, of

    • e.

      de jeugdige en/of zijn ouders de individuele voorziening of het PGB niet gebruiken of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

      • 3.

        Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten PGB. Het college heeft dezelfde bevoegdheid tot terugvorderen als het een beslissing op grond van het tweede lid, onder e, heeft ingetrokken.

      • 4.

        Een beslissing tot verlening van een PGB kan worden ingetrokken als blijkt dat het PGB binnen drie maanden niet is aangesproken voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

      • 5.

        Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van PGB’s.

Artikel 8 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;

  • c.

    een redelijke toeslag voor overheadkosten;

  • d.

    een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;

  • e.

    kosten voor bijscholing van het personeel;

  • f.

    gemeentelijk kwaliteitsbeleid.

Artikel 9 Vertrouwenspersoon

Het college wijst jeugdigen en ouders erop, dat zij zich desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Artikel 10 Klachtenregeling

  • 1. Het college draagt - conform de Klachtenregeling gemeente Oldambt - zorg voor een behoorlijke behandeling van schriftelijke klachten van jeugdigen en/of ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Het college ziet er op toe dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen een klachtenregeling hebben die voldoet aan de wet.

Artikel 11 Inspraak en cliëntenparticipatie

  • 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.

  • 2. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntengroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

  • 3. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning.

  • 4. Het college kan nadere regels vast stellen ter uitvoering van het tweede en het derde lid.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een bepaling of bepalingen bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien toepassing voor de jeugdige en/of zijn ouders leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Nadere regels

Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening kan het college nadere regels stellen.

Artikel 14

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe ieder jaar een verslag aan de gemeenteraad over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt - na behoorlijk te zijn bekendgemaakt - in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening jeugdhulp gemeente Oldambt 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Oldambt
d.d. 20 oktober 2014.
De griffier De voorzitter,
P.Norder. P. Smit