Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing gemeente Oldambt 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing gemeente Oldambt 2017

De raad van de gemeente Oldambt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2016;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2017,

luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak van de belasting, bedoeld in de onderdelen 1.1.1, 1.1.2 en 1.2.1 van de tarieventabel, is gelijk aan een kalenderhalfjaar.

Artikel 6 Vrijstelling

De heffing bedoeld in 1.1.3 van de tarieventabel worden niet geheven indien kan worden aangetoond dat de extra container noodzakelijk is op medische gronden.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en in onderdelen 1.2.1 en 1.2.4 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.3 en de onderdelen 1.2.2 tot 1.2.4 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De belasting, bedoeld in het onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel, is verschuldigd na afloop van het heffingstijdvak.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat heffingstijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat ten aanzien van de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van de voor een volledig heffingstijdvak verschuldigde belasting als er in dat heffingstijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 6.

    De belasting bedoeld in de hoofdstukken 1.2 en 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 80,=, doch minder dan € 2.600,=, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vijf gelijke termijnen.

  • 3.

    In afwijking van het voorgaande moet het gevorderde bedrag, als bedoeld in hoofdstuk 1.3 en de onderdelen 1.2.2 tot 1.2.4 van de tarieventabel, tegen contante betaling worden voldaan op het moment van de mondelinge kennisgeving of op het moment van de uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend van de belasting die verschuldigd is voor het aantal aanbiedingen in een kalenderjaar:

    • a.

      van een minicontainer van 140 of 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, boven het aantal van 18;

    • b.

      door inworp met registratie in een verzamel container, boven het aantal van 90.

  • 2.

    Bij de invordering van afvalstoffenheffing voor percelen waar huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld door middel van minicontainers of verzamel containers zonder registratie kan kwijtschelding worden verleend voor maximaal het opgelegde aanslagbedrag.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 12 Overgangsrecht

De 'Verordening afvalstoffenheffing Oldambt 2016’ van 14 december 2015 en de daarbij behorende tarieventabel, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing Oldambt 2017'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Oldambt,
d.d. 19 december 2016
De griffier, De voorzitter,
Pieter Norder, Pieter Smit

Tarieventabel 2017 behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing Oldambt 2017'.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en halfjaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

Tarief in euro

1.1.1 De belasting bedraagt per perceel, waar huishoudelijke

afvalstoffen worden ingezameld door middel van

minicontainers of verzamel containers met registratie,

per belastinghalfjaar € 80,25

1.1.2 De belasting bedraagt per perceel, waar huishoudelijke

afvalstoffen worden ingezameld door middel van

minicontainers of verzamel containers zonder registratie,

per belastinghalfjaar € 93,45

1.1.3 De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt

vermeerderdvoor het aan het begin van een kalenderhalfjaar

of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van

de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra

grijze minicontainer van 240 liter:

per extra minicontainer € 15,00

1.1.4 De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt

vermeerderdvoor het aan het begin van een kalenderhalfjaar

of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van

de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra

groene minicontainer van 240 liter:

per extra minicontainer € 23,00

Hoofdstuk 1.2 Overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1 Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 en 1.1.3 bedraagt de belasting per

aanbieding van een minicontainer:

van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 5,10

van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 3,00

per inworp in een verzamel container € 0,60

1.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

1.2.2.1 per aanvraag, de eerste halve m³ : € 22,50 en elke halve m³ extra € 17,50.

1.2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van groot groen afval:

1.2.3.1 per aanvraag, de eerste m³ : € 22,50 en elke m³ extra € 17,50.

1.2.4 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container € 30,00 per om te wisselen container.

Hoofdstuk 1.3 Overige tarieven afvalbrengstation

1.3.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats,

1.3.1.1 per keer, een gevulde kofferbak van een personenauto € 2,50;

1.3.1.2 per keer, een gevulde aanhanger met twee wielen of een bestelauto € 5,00;

1.3.1.3 per keer, een gevulde aanhanger met vier wielen of een bestelbus € 10,00;

1.3.1.4 per keer, gebracht door een voetganger of fietser € 2,50.

Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2016.

De griffier van de gemeente Oldambt,

Pieter Norder