Regeling vervallen per 12-09-2019

Instructie toepassing verblijfsontzegging

Geldend van 07-04-2017 t/m 11-09-2019

Intitulé

Instructie toepassing verblijfsontzegging

De burgemeester van Oldambt;

Gelet op artikel 172, lid 3 van de Gemeentewet en artikel 2:1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Oldambt 2016;

stelt vast de

Instructie toepassing verblijfsontzegging

Op grond van artikel 172, lid drie, van de Gemeentewet is burgemeester bevoegd tot het opleggen van verblijfsontzeggingen.

Bij het geven van een verblijfsontzegging op grond van artikel 172, derde lid, van de Grondwet zijn ingevolge het hiervoor genoemde besluit de volgende regels van toepassing:

  • in principe krijgt één persoon slechts één verblijfsontzegging voor één van de aangewezen gebieden. Slechts bij uitzondering krijgt iemand een gelijktijdige ontzegging voor meerdere gebieden. Als bijzondere omstandigheden het nodig maken om een uitzondering te maken, dan maakt het besluit tot verblijfsontzegging daar melding van;

  • in de bekendmaking staat duidelijk voor welke termijn het verbod geldt;

  • als de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied, waarvoor de verblijfsontzegging geldt, woont, naar school gaat of werkt, dan wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning, school of werklocatie;

  • de bekendmaking vermeldt eenduidig op grond van welke feiten de persoon de bekendmaking ontvangt;

  • uitreiking van de verblijfsontzegging vindt zo snel mogelijk na het geconstateerde feit plaats. Die termijn begint te lopen op de datum van het besluit. Het uitreiken kan plaatsvinden via toezending per (aangetekende) post of door een vertegenwoordiger van de politie, eenheid Noord-Nederland;

  • de ontzeggingen worden na aanhouding en een verhoor voorbereid door een chef van dienst van de politie er ter ondertekening aan de burgemeester aangeboden;

  • een ontzegging wordt alleen opgelegd als betrokkene binnen een termijn van 52 weken voorafgaande aan de tweede overtreding geverbaliseerd is voor één of meer van de feiten waarvoor een ontzegging kan worden gegeven. Een tweede overtreding binnen 52 weken die aanleiding is tot het opleggen van een verblijfsontzegging hoeft niet betrekking te hebben op hetzelfde feit als de eerste overtreding.

  • Een ontzegging wordt dan opgelegd volgens de aangegeven termijnen, omdat er vrees bestaat voor een nieuwe ordeverstoring. Bij een eerste overtreding wordt een op naam gestelde waarschuwing en de tijdelijke verblijfsontzegging voor de duur van 8 uur namens de burgemeester door de dienstdoende leidinggevende van de politie uitgereikt.

VERBLIJFSONTZEGGING.

ARTIKEL 2:1.1 APV OLDAMBT

  • 1.

    Het is degene aan wie dit door of namens de burgemeester in het belang van de openbare orde is bekend gemaakt, verboden zich te bevinden op of aan de in de bekendmaking aangewezen wegen en plaatsen gedurende de periode daarin genoemd (verblijfsontzegging).

  • 2.

    Een ieder aan wie een verblijfsontzegging is opgelegd, is verplicht, op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van de politie, zich te verwijderen van de gebieden als vermeld in de verblijfsontzegging.

  • 3.

    Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde is niet van toepassing op de persoon die in het door de burgemeester aangewezen gebied:

    • a.

      zich bevindt in een openbaar middel van vervoer;

    • b.

      aldaar werkzaam is;

    • c.

      volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens aldaar woonachtig is en daar ook feitelijk woonachtig is, dan wel

    • d.

      een aantoonbaar redelijk belang heeft om zich in dit gebied op te houden.

  • 5.

    Het in het eerste lid gesteld gebod geldt gedurende het in de bekendmaking genoemde periode.

Toelichting:

Met dit artikel wordt de burgemeester de mogelijkheid gegeven om aan openbare ordeverstoorders een individuele verblijfsontzegging op te leggen. Wanneer de politie ordeverstorende gedragingen constateert die op grond van de APV (samenscholingsverbod, hinderlijk drankgebruik, hinderlijk gedrag op of aan de weg, hinderlijk gedrag bij of in gebouwen, etc.) de Opiumwet, de Wet Wapens en Munitie of artikel 184 Wetboek van Strafrecht (niet voldoen aan een bevel of vordering) strafbaar zijn gesteld, wordt aan de betrokkene van de overlastgedraging een procesverbaal uitgereikt. Daarnaast wordt aan betrokkene een waarschuwing uitgereikt. In deze waarschuwing komt (komen) onder andere de gedraging(en) te staan op grond waarvan de burgemeester heeft besloten de waarschuwing uit te reiken. Tezamen met de schriftelijke waarschuwing wordt een tijdelijke verblijfsontzegging opgelegd voor de duur van 8 uur. Begaat betrokkene opnieuw een overtreding dan wordt een verblijfsontzegging uitgereikt. Verblijfsontzeggingen kunnen worden opgelegd voor de duur van minimaal 2 weken tot maximaal 12 weken.

Op grond van artikel 172, lid 3, van de Gemeentewet is de burgemeester bevoegd tot het opleggen van verblijfsontzeggingen.

Bij het geven van een verblijfsontzegging op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet zijn ingevolge het hiervoor genoemde besluit de volgende regels van toepassing:

  • in principe krijgt één persoon slechts één verblijfsontzegging voor één van de aangewezen gebieden. Slechts bij uitzondering krijgt iemand een gelijktijdige ontzegging voor meerdere gebieden. Als bijzondere omstandigheden het nodig maken om een uitzondering te maken, dan maakt het besluit tot verblijfsontzegging daar melding van;

  • in de bekendmaking staat duidelijk voor welke termijn het verbod geldt;

  • als de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied, waarvoor de verblijfsontzegging geldt, woont, naar school gaat of werkt, dan wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning, school of werklocatie;

  • de bekendmaking vermeldt eenduidig op grond van welke feiten de persoon de bekendmaking ontvangt;

  • uitreiking van de verblijfsontzegging vindt zo snel mogelijk na het geconstateerde feit plaats. Die termijn begint te lopen op de datum van het besluit. Het uitreiken kan plaatsvinden via toezending per (aangetekende) post of door een vertegenwoordiger van de politie, eenheid Noord-Nederland;

  • de ontzeggingen worden na aanhouding en een verhoor voorbereid door een chef van dienst van de politie er ter ondertekening aan de burgemeester aangeboden;

  • een ontzegging wordt alleen opgelegd als betrokkene binnen een termijn van 52 weken voorafgaande aan de tweede overtreding geverbaliseerd is voor één of meer van de feiten waarvoor een ontzegging kan worden gegeven. Een tweede overtreding binnen 52 weken die aanleiding is tot het opleggen van een verblijfsontzegging hoeft niet betrekking te hebben op hetzelfde feit als de eerste overtreding.

  • Een ontzegging wordt dan opgelegd volgens de aangegeven termijnen, omdat er vrees bestaat voor een nieuwe ordeverstoring. Bij een eerste overtreding wordt een op naam gestelde waarschuwing en de tijdelijke verblijfsontzegging voor de duur van 8 uur namens de burgemeester door de dienstdoende leidinggevende van de politie uitgereikt.

Feiten waarvoor ontzegging wordt opgelegd

Termijn ontzegging

Categorie 1:

verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:18 en 3:19 APV

samenscholing en ongeregeldheden, art. 2:1 APV

hinderlijk gedrag, art. 2:47, 2:49 en 2:50 APV

verboden drankgebruik, art. 2:48 APV

openbare dronkenschap, 453 Sr en 426 Sr

baldadigheid, 424Sr

fietsendiefstal, 310 Sr

2 weken

Categorie 2:

1e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

1e recidive verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:18 en 3:19 APV

bezit van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs en gebruik van harddrugs in het openbaar, Opiumwet

overtreding verbod zich op de weg te begeven om drugs te verhandelen, art. 2:74 APV

overtreding Wet wapens en munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

vernieling of beschadiging, art. 350 Sr en openlijke geweldpleging, art. 141 Sr

eenvoudige mishandeling, art. 300 Sr

diefstal met braak in een auto, art. 311, lid 5, Sr

belediging ambtenaar in functie, art. 267 Sr

bedreiging, art. 285 Sr

negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 184 Sr

wederspannigheid, art 180, 181, 182 Sr

overtreding binnen categorie 1 of 2 door persoon aan wie ingevolge het Convenant Veilig Uitgaan Gemeente Oldambt de toegang tot een horecabedrijf is ontzegd

6 weken

Categorie 3:

1e recidive door persoon aan wie ingevolge het Convenant Veilig Uitgaan Gemeente Oldambt de toegang tot een horecabedrijf is ontzegd

2e ricidive van hinderlijk gedrag, verboden drankgebruik, of openbare dronkenschap, art. 2:47 t/m 2:50 APV en 453 Sr, 426 Sr

2e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

2e recidive verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:18 en 3:19 APV

overtreding Wet wapens en munitie: vuurwapens/schietwapens

dealen harddrugs, Opiumwet

zware geweldsmisdrijven: zware mishandeling, art 302 Sr, (poging tot) doodslag, art. 287 Sr; openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen, art. 141 Sr; afpersing, art. 317 Sr; afdreiging, art 318 Sr

overtreding verblijfsontzegging, art. 2:1.1 APV

12 weken

Locaties waar een verblijfsontzegging voor kan gelden:

GEBIED 1 GEBIED 2

Marktplein Vissersdijk

Beertsterstraat Bosstraat

Torenstraat Kleine Bosstraat

Burgemeester Schönfeldplein Venne

Marktstraat Israëlplein

Carolieweg

Kleine Marktstraat

Rozenstraat

Blijhamsterstraat.

Ondertekening

Vastgesteld op 31 maart 2017

Inwerkingtreding: 7 april 2017

de burgemeester voornoemd,

Dhr. P. Smit