Subsidieregeling Waarm en Zuneg Thoes gemeente Oldambt 2020

Artikel 1 Begripsomschrijving

• a.

  De verordening: Algemene Subsidieverordening gemeente Oldambt 2019.

• b.

  De proeftuin: De proeftuin aardgasvrij ‘Nieuwborgen.net’ in Nieuwolda en Wagenborgen.

• c.

  De woning: De hoofdverblijfplaats van de aanvrager van de subsidie zoals die blijkt uit het bevolkingsregister van de gemeenten Oldambt (in Nieuwolda) en Delfzijl (in Wagenborgen).

• d.

  Inwoner: een natuurlijke persoon die woont in een woning in Nieuwolda of Wagenborgen en deze woning als hoofdverblijfplaats gebruikt.

• e.

  De bijdrage: De subsidie die een inwoner op grond van deze subsidieregeling ontvangt.

• f.

  De woningeigenaar: een inwoner die eigenaar is van een woning in Nieuwolda of Wagenborgen.

• g.

  De huurder: een inwoner die huurder is van een woning in Nieuwolda of Wagenborgen.

• h.

  Particuliere verhuurder: een natuurlijke persoon die aan een inwoner een woning verhuurt.

• i.

  Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt.

• j.

  Projectperiode: het tijdvak waarin deze subsidieregeling van toepassing is en kan worden aangevraagd. De eerste projectperiode loopt van 25 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

• k.

  Padwiezeraanpak: overzicht van maatregelen die aan en voor een woning kunnen worden genomen in het kader van het project Nieuwborgen.net. De padwiezer-aanpak bestaat uit vier deelroutes, met per deelroute een set maatregelen. In de padwiezer-aanpak zijn de termen ‘route’ en ‘pad’ uitwisselbaar.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten en voor zover het past binnen het gestelde in de Algemene Subsidieverordening gemeente Oldambt 2019.

Artikel 3 Doelgroep

• 1.

  Deze regeling geldt alleen voor inwoners van woningen die zijn gelegen in de postcodes 9944 en 9945 (dit zijn de dorpen Wagenborgen en Nieuwolda en omliggend gebied).

• 2.

  Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op bestaande woningen, dus niet op nieuw te bouwen woningen.

• 3.

  Deze subsidieregeling is bedoeld om het gebruik van gas te verminderen. In eerste instantie door woningen beter te isoleren. In tweede instantie door het gebruik van alternatieve (hulp)verwarmingsbronnen te stimuleren. Alleen maatregelen die aan dit doel bijdragen komen in aanmerking voor een subsidie. De maatregelen worden beschreven in de padwiezer-aanpak in het kader van de uitvoering van Nieuwborgen.net. Uitsluitend activiteiten uit de padwiezer-aanpak zijn subsidiabel. De inhoud van de padwiezer-aanpak wordt in artikel 4 uitgelegd.

Artikel 4 De activiteiten

• 1.

  De padwiezer-aanpak bestaat uit vier deelroutes, met per deelroute een set maatregelen.

• Dat zijn (zie de beschrijving in overzicht 1 hierna):

• 1.

  Verkennende maatregelen;

• 2.

  Kleine energiebesparende maatregelen;

• 3.

  Grote energiebesparende maatregelen, en

• 4.

  Maatregelen voor goed geïsoleerde woningen.

Overzicht 1: maatregelen waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd.

• 2.

  Het college kan binnen een projectperiode maatregelen aan de deelroutes toevoegen. In opvolgende projectperiodes kunnen maatregelen worden verwijderd.

• 3.

  Deze werkwijze sluit aan bij de aanpak om deze subsidieregeling uit te voeren in verschillende projectperiodes. Het college heeft het voornemen dat de ervaringen die zijn opgedaan in een bepaalde projectperiode worden gebruikt voor een aangepaste en verbeterde subsidieregeling in een opvolgende projectperiode. Het college kan ook besluiten dat er geen opvolgende projectperiode komt. De subsidieregeling die betrekking heeft op een volgende projectperiode wordt voor die volgende periode opnieuw vastgesteld door het college.

Artikel 5 Kosten die in aanmerking komen voor subsidie

• 1.

  Voor subsidie komen uitsluitend kosten in aanmerking die onderdeel vormen van maatregelen die zijn genoemd in artikel 4, eerste lid of die het college heeft toegevoegd zoals in artikel 4, tweede lid is beschreven. De subsidiabele kosten kunnen bestaan uit kosten voor advies, installatie en materiaalkosten.

• 2.

  Voor kosten van advies en installatie geldt dat het advies of de installatie moet worden uitgevoerd door een adviseur of installateur die is aangesloten bij een brancheorganisatie met erkend kwaliteitskeurmerk. De adviseurs en installateurs moeten zijn aangesloten bij erkende brancheorganisaties, zoals Bouwgarant, Bouwend Nederland, of AFNL en/of beschikken over een formeel kwaliteitskeurmerk dat van toepassing is op de uitvoering van de maatregel. Voor financieel advies geldt dat de Wet op financieel toezicht van toepassing is. Erkende financiële adviseurs zijn SEH of FFP gecertificeerd. Kosten die door de aanvrager zelf worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld reiskosten naar en aankopen in een bouwmarkt, worden niet vergoed.

• 3.

  Voor kleine bedrijven die zijn gevestigd in de dorpen is het vaak lastig om aansluiting te vinden bij een keurmerk zoals bedoeld in het vorige lid. Deze bedrijven in de dorpen kunnen een gemotiveerd verzoek indienen om te mogen samenwerken in het kader van het project Nieuwborgen.net. Op basis van een beoordeling van referentieproject zal worden beoordeeld of het betreffende bedrijf aan kwaliteitseisen voldoet zoals deze worden gesteld aan bedrijven die zijn aangesloten bij een kwaliteitskeurmerk. Hierover neemt het college binnen 8 weken na indiening een beslissing. Deze bedrijven krijgen dan kennisontwikkeling over het project Nieuwborgen.net aangeboden, deze beslissingstermijn kan steeds met 8 weken worden verlengd. Via de website Nieuwborgen.net zal worden bekendgemaakt hoe dit kennisontwikkelingstraject er uit ziet. Het is noodzakelijk om dit kennisontwikkelingstraject te doorlopen. Als een bedrijf aan deze voorwaarden voldoet kan het op dezelfde opdrachten uitvoeren als bedrijven die wel beschikken over een keurmerk. Regelmatig zal op basis van ervaring worden beoordeeld of het bedrijf blijft voldoen aan de kwaliteitseisen.

• 4.

  De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in 2021 worden gestart en binnen 6 maanden na subsidieverlening zijn afgerond (dit is van toepassing op maatregelen in deelroute 1 en 2 zoals aangegeven in overzicht 2 hierna) of binnen 12 maanden na subsidieverlening zijn afgerond (dit is van toepassing op maatregelen in deelroute 3 en 4 zoals aangegeven in overzicht 2 hierna).

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

• 1.

  De maximale totale bijdrage per woning bedraagt € 5.000,- in de eerste projectperiode met een vast maximaal subsidiebedrag per maatregel zoals weergegeven in overzicht 2 hierna.

• 2.

  Voor deelroutes 1 en 2 is de maximale hoogte van de subsidie afhankelijk van de woonsituatie van de aanvrager.

• a.

  Aan woningeigenaren wordt een bijdrage (subsidie) beschikbaar gesteld van maximaal € 1.845,- per woning. Woningeigenaren kunnen een bijdrage (subsidie) aanvragen voor de maatregelen die als zodanig zijn gemarkeerd in de kolom ‘woningeigenaren en particuliere verhuurders’ in overzicht 2. De woningeigenaren kunnen een selectie van maatregelen aangeven in een door het college beschikbaar gesteld formulier.

• b.

  Aan huurders wordt een bijdrage (subsidie) beschikbaar gesteld van maximaal € 495,- per woning. Huurders kunnen de bijdrage (subsidie) aanvragen voor de maatregelen die als zodanig zijn gemarkeerd in de kolom ‘huurders’ in overzicht 2. De huurders kunnen een selectie van maatregelen aangeven in een door het college beschikbaar gesteld formulier.

• 3.

  Aan woningeigenaren wordt in deelroute 3 en 4 een bijdrage (subsidie) beschikbaar gesteld zodanig dat het in artikel 6 lid 1 genoemde maximum niet wordt overschreden, rekening houdend met de bijdrage (subsidie) die een woningeigenaar in deelroute 1 en 2 ontvangt. Woningeigenaren kunnen een bijdrage (subsidie) voor deelroute 3 en 4 aanvragen voor de maatregelen die als zodanig zijn gemarkeerd in de kolom ‘woningeigenaren en particuliere verhuurders’ in overzicht 2. De woningeigenaren kunnen een selectie van maatregelen aangeven in een door het college beschikbaar gesteld formulier.

• 4.

  Deelroutes 1, 3 en 4 zijn niet beschikbaar voor huurders.

• 5.

  Deelroutes 3 en 4 zijn wel beschikbaar voor particuliere verhuurders. Als een particuliere verhuurder een bijdrage (subsidie) wil aanvragen voor maatregelen in deelroute 3 en/of 4 dan kan het college de particuliere verhuurder vragen om een verklaring waaruit blijkt dat de huurder instemt met de maatregelen. Het college kan hiervoor een formulier beschikbaar stellen.

• 6.

  Het aantal inwoners dat in de gelegenheid wordt gesteld een bijdrage (subsidie) aan te vragen in deelroute 3 en 4 zoals genoemd in de twee vorige artikelleden bedraagt maximaal 52 in de eerste projectperiode die loopt tot en met 30 juni 2020.

• 7.

  De subsidie per maatregel is maximaal zoals genoemd in de kolom ‘bijdrage’ in overzicht 2. Deze subsidie is verder nooit hoger dan de geraamde kosten (ook genoemd in overzicht 2 in de kolom ‘geraamde kosten’) en verder ook nooit hoger dan de feitelijke kosten van een maatregel zoals die blijken uit ofwel de opdrachtverlening die bij de aanvraag is gevoegd ofwel de feitelijke betaling voor de maatregel. Zoals uit overzicht 2 blijkt bedraagt de bijdrage (subsidie) niet 100% van de kosten, de aanvrager van de bijdrage wordt geacht een deel van de kosten zelf bij te dragen.

• 8.

  In afwijking van het voorgaande wordt de maximale subsidie voor maatregelen in deelroute 1 en 2 aangevuld voor een inwoner die niet in staat is om de eigen bijdrage aan de kosten te betalen tot ten hoogste 100% van de geraamde kosten per maatregel zoals die zijn opgenomen in overzicht 2 hierna. Deze aanvulling wordt niet gegeven voor maatregelen in deelroutes 3 en 4. Als bewijs van het onvermogen om de eigen bijdrage te betalen overlegt de aanvrager een in 2020 of 2019 verkregen kwijtschelding riool- of afvalstoffenheffing waaruit blijkt dat deze heffing door het Noordelijk Belastingkantoor is kwijtgescholden op grond van onvermogen om deze te betalen.

• 9.

  Als een woning een nieuwe bewoner, huurder of eigenaar krijgt dan blijft artikel 6 lid 1 voor die woning onverkort van toepassing.

Artikel 7 Subsidieplafond

• 1.

  Het college stelt per periode een subsidieplafond vast.

• 2.

  Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 25 januari 2020 tot en met 30 juni 2021 een subsidieplafond van € 500.000,- voor deelroutes 1 en 2.

• 3.

  Onverminderd het gestelde in het eerste wordt bepaald dat in de eerste projectperiode (25 januari 2021 tot en met 30 juni 2021) aan maximaal 52 aanvragers subsidie wordt verleend voor deelroutes 3 en 4. Het subsidieplafond hiervoor bedraagt in de eerste projectperiode € 175.000,- voor deelroutes 3 en 4.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Aanvragen die in aanmerking komen voor de bijdrage (subsidie) in deelroute 1 en 2 en die niet worden geweigerd, vinden plaats op volgorde van indiening bij het college.

Er is een eerste groep van 52 woningen waarvoor een aanvraag mag worden gedaan voor maatregelen in deelroutes 3 en 4 zoals aangeduid in artikel 7 lid 3. Verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld om een aanvraag te mogen indienen voor maatregelen in deelroutes 3 en 4 worden in aanmerking genomen op volgorde van indiening bij het college.

Een subsidie wordt niet verstrekt als het subsidieplafond zoals beschreven in artikel 7 door de toekenning dreigt te worden overschreden.

Verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld om een aanvraag te mogen indienen voor maatregelen in deelroutes 3 en 4 worden niet in behandeling genomen als het aantal van 52 daardoor dreigt te worden overschreden. De aanmeldingen die niet in behandeling worden genomen worden op een wachtlijst op volgorde gezet. Als een eerder verzoek om deel te mogen nemen aan de groep van 52 niet tot een subsidieaanvraag voor maatregelen in deelroutes 3 en 4 leidt, dan kan de volgende op de wachtlijst in de gelegenheid worden gesteld om een aanvraag in te dienen.

Een aanvraag voor een bijdrage (subsidie) voor maatregelen in deelroutes 3 en 4 kan alleen worden ingediend nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met vertegenwoordiger van of namens Nieuwborgen.net en dit heeft geleid tot een schriftelijk advies aan degene die de aanvraag overweegt in te dienen.

Dreigt het subsidieplafond of het aantal van 52 woningen op één dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Aanvragen die niet gehonoreerd kunnen worden, komen op een wachtlijst voor een volgende projectperiode. De beoordeling vindt plaats met inachtneming van de voor een volgende periode vast te stellen wijze van verdeling van de subsidie en andere voorwaarden van de subsidie zoals die van toepassing zijn in een opvolgende projectperiode. Het college kan besluiten om niet een nieuwe projectperiode beschikbaar te stellen.

Artikel 9 Aanvraag

• 1.

  Aanvragers die gebruik willen maken van de regeling kunnen dit via een door het college beschikbaar formulier doen in de projectperiode, niet voorafgaand daaraan en ook niet daarna. Dit webformulier wordt beschikbaar gesteld via de website www.nieuwborgen.net. Op verzoek krijgt de aanvrager ondersteuning bij het invullen van het webformulier. De wijze waarop deze ondersteuning plaatsvindt zal op de website Nieuwborgen.net bekend worden gemaakt. Een van de mogelijke vormen van ondersteuning is het beschikbaar stellen van een papieren formulier. Het college kan op dit formulier het volgende vragen:

• a.

  Betreffende de aanvrager:

• •

  Naam, adres en woonplaats van de aanvrager.

• •

  Een kopie van een geldig identiteitsbewijs (paspoort of rijbewijs).

• •

  Een kopie van een bankafschrift, waarmee kan worden aangetoond dat de rekening op naam staat van de aanvrager.

• •

  Een document waaruit blijkt dat de woning de hoofdverblijfplaats is. In het door het college beschikbaar te stellen formulier zal worden aangegeven welke documenten kunnen worden gebruikt hiervoor.

• •

  Een verklaring dat de aanvrager woningeigenaar, huurder of particulier verhuurder is. Het college kan vragen om een document waaruit blijkt of de aanvrager woningeigenaar, huurder of particulier verhuurder is. In het door het college beschikbaar te stellen formulier zal worden aangegeven welke documenten kunnen worden gebruikt hiervoor.

• b.

  Betreffende de opdracht en de opdrachtnemer:

• •

  Een getekende opdrachtverlening van de aanvrager aan adviseur of aannemer. Een offerte is niet voldoende.

• •

  Een verklaring van de adviseur of aannemer dat de opdracht voor het uitvoeren van de adviezen/werkzaamheden is aangenomen en dat de maatregel zal worden uitgevoerd met een uiterlijke datum van uitvoering. De verklaring bevat verder informatie waaruit blijkt dat de aannemer/adviseur voldoet aan de kwaliteitseisen die in deze regeling zijn geformuleerd. Het college kan hiervoor een formulier ter beschikking stellen waarop de adviseur of aannemer de gevraagde informatie kan aangeven.

• •

  Een overzicht van de maatregelen in de deelroutes waarvoor de subsidie wordt aangevraagd met een optelling van de aangevraagde bijdrage (subsidie).

• •

  Een korte beschrijving van de aard van de werkzaamheden en de adviezen die invulling geven aan een maatregel en de aanleiding om deze uit te voeren.

• •

  Indien een aanvraag wordt ingediend die betrekking heeft op een maatregel in deelroute 3 of 4: foto’s van de bestaande situatie en/of andere documentatie die de huidige adequaat beschrijft. Aan de hand hiervan kan na uitvoering worden vastgesteld dat de maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

• •

  Voor zover van toepassing een verklaring van de huurder dat deze instemt met de maatregelen waarvoor een bijdrage (subsidie) wordt aangevraagd. Het college kan hiervoor een formulier ter beschikking stellen waarop de huurder de instemming kan aangeven.

• c.

  Betreffende het aanvraagproces

• •

  Een verklaring of al eerder een subsidie is aangevraagd en/of verkregen in het kader van deze subsidieregeling en de hoogte hiervan.

• •

  Voor zover van toepassing een verzoek om kwijtschelding met een daarvoor gevraagd bewijsstuk zoals bedoeld in artikel 6 lid 8.

• •

  Een verklaring dat de aanvrager het aanvraagformulier naar waarheid heeft ingevuld.

• •

  Een verklaring dat de aanvrager meewerkt aan controles zoals deze in deze regeling worden beschreven.

• •

  Andere informatie die naar het oordeel van het college bijdraagt aan een goede beoordeling van de aanvragen.

• 2.

  Als een aanvraag onvolledig is ingevuld dan wordt de aanvrager in staat gesteld om de aanvraag aan te vullen.

• 3.

  Er wordt geen beperking gesteld aan het aantal aanvragen per aanvrager. De maximale hoogte van de bijdrage (subsidie) zoals beschreven in artikel 6 is van toepassing op het in de aanvragen opgetelde bedrag.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

• 1.

  De eerste aanvraagronde en projectperiode loopt van 25 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Het webformulier kan ingevuld worden met ingang van 9.00 uur op 25 januari 2021 tot en met 23:59 uur 30 juni 2021.

• 2.

  Na een evaluatie van de eerste aanvraagronde start de tweede aanvraagronde op zijn vroegst op 1 augustus 2021. Zoals hiervoor werd aangegeven kan deze subsidieregeling voor een tweede aanvraagperiode/projectperiode worden aangepast. Het staat het college vrij om af te zien van opvolgende projectperiodes/aanvraagperiodes.

Artikel 11 Besluitvorming over de subsidie

• 1.

  Het college kan informatie inwinnen bij de aanvrager over de maatregelen en in overleg gaan met de aanvrager over de maatregelen. Het college beoordeelt op grond van de aanvraag en (indien van toepassing) de bij de aanvrager ingewonnen informatie of de maatregel en de voorgestelde wijze van uitvoering daadwerkelijk bijdragen aan het doel om vermindering van gebruik van gas te bereiken. Het college kan de aanvrager een advies geven over de uitvoering van de maatregel.

• 2.

  Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de volledig ingevulde aanvraag over de subsidieverlening.

• 3.

  Het college kan deze termijn eenmaal verdagen met een periode van vier weken. De aanvrager zal tijdig worden geïnformeerd als sprake is van verlenging.

• 4.

  Alle 52 ontvankelijke indieners van een verzoek om in de gelegenheid te worden gesteld om een aanvraag te mogen indienen voor maatregelen in deelroutes 3 en 4 worden uitgenodigd om hierover in overleg te gaan met vertegenwoordigers van het project Nieuwborgen.net. Als dit overleg plaatsvindt dan leidt dit tot een schriftelijk advies aan ons college dat wordt opgesteld door vertegenwoordigers van het project Nieuwborgen.net. Bij dit advies wordt de schriftelijke reactie gevoegd van de indiener van het verzoek. Op grond van deze stukken neemt ons college een gemotiveerd besluit om de verzoeker al dan niet in staat te stellen om de aanvraag in te dienen voor een subsidie voor maatregelen in deelroutes 3 en 4. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van het hier bedoelde advies over de subsidieverlening. Het college kan deze termijn eenmaal verlengen met een periode van vier weken. De aanvrager zal tijdig worden geïnformeerd als sprake is van verlenging.

Artikel 12 weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie weigeren:

• a.

  Als de aanvraag niet op tijd is ingediend bij het college.

• b.

  als de aannemer/adviseur niet voldoet aan de kwaliteitseisen. Een kwaliteitseis is dat de aannemer/adviseur is aangesloten bij een brancheorganisatie of kwaliteitskeurmerk zoals Bouwgarant, Bouwend Nederland, SWK, Woningborg of AFNL. Voor financieel advies geldt dat de Wet op financieel toezicht van toepassing is. Erkende financiële adviseurs zijn SEH- of FFP gecertificeerd;

• d.

  als de aanvrager een advies van het college zoals beschreven in artikel 11, eerste lid niet opvolgt;

• e.

  als de aanvrager niet voldoet aan de verplichtingen die in deze regeling zijn opgenomen;

• f.

  als de woning waarvoor de aanvraag wordt gedaan het maximale bedrag op grond van de aanvraag dreigt te overschrijden of al heeft bereikt;

• g.

  als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

• h.

  als de externe adviseur besluit dat de voorgestelde maatregel zoals genoemd in 4.3 in Overzicht 1 in onvoldoende mate bijdraagt aan gasreductie.

Artikel 13 Verplichtingen

• 1.

  De aanvrager is huurder, woningeigenaar of particulier verhuurder.

• 2.

  De aanvrager moet voor de aanvraag gebruik maken van het ter beschikking gestelde formulier zoals hiervoor beschreven en de gevraagde bewijsmiddelen dienen te worden overlegd.

• 3.

  De woning waarvoor de aanvraag wordt gedaan is de hoofdverblijfplaats van een inwoner.

• 4.

  De maatregel(en) moet(en) uiterlijk een half jaar na toekenning zijn uitgevoerd (deelroute 1 en 2) of binnen een jaar na toekenning zijn uitgevoerd (deelroute 3 en 4). Zie het gestelde in artikel 5 lid 3.

• 5.

  Adviezen moeten altijd leiden tot een schriftelijk advies aan de aanvrager van de subsidie. Dit advies moet op verzoek aan het college worden getoond.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling

• 1.

  De subsidie wordt door het college verleend en direct vastgesteld.

• 2.

  De subsidieaanvrager werkt mee aan controles die bedoeld zijn om vast te stellen dat de maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd binnen de voorwaarden die in deze regeling zijn gesteld. Hier werkt de aanvrager mee aan het volgende:

• a.

  inzicht te geven in stukken en betalingsbewijzen (facturen);

• b.

  overleggen van verkregen adviezen en/of;

• c.

  toegang te geven tot de woning zodat kan worden vastgesteld dat de bouw of installatiewerkzaamheden daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.

• 3.

  De subsidie wordt geheel of gedeeltelijk teruggevorderd op het moment dat blijkt dat de aanvrager niet kan of wil meewerken aan een controle zoals bedoeld in het tweede lid of als uit de controle blijkt dat de maatregelen niet conform de aanvraag of de regels van deze subsidieregeling hebben plaatsgevonden.

• 4.

  Als uit de controle blijkt dat de ontvangen bijdrage (subsidie) hoger is geweest dan de daadwerkelijk betaalde kosten dan wordt het verschil teruggevorderd.

Artikel 15 Hardheidsclausule

• 1.

  Het college kan in bijzondere gevallen besluiten – ten gunste van de aanvrager – af te wijken van de bepalingen van deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

• 2.

  In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet, besluit het college.

Artikel 16 Inwerkingtreding

De Subsidieregeling ‘Waarm en Zuneg Thoes gemeente Oldambt 2020 treedt - na behoorlijk te zijn bekendgemaakt - in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze subsidieregeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Waarm en Zuneg Thoes gemeente Oldambt 2020.