Regeling vervallen per 01-05-2015

Beleidsregels leerlingenvervoer

Geldend van 21-05-2013 t/m 30-04-2015

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer

Burgemeester en wethouders van Oldebroek;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels leerlingenvervoer.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Oldebroek 2013, Gemeentewet, art. 149

1. Het vaststellen van de afstand

Voor het bepalen van de afstand tussen de woning en de school wordt gebruik gemaakt van de internet routeplanner van de ANWB te Den Haag (www.anwb.nl). De kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg wordt gemeten van huisnummer naar huisnummer.

2. Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer

Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.

3. Het vaststellen van de reistijd

Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de vervoerder geraadpleegd.

4. Uitbetaling van een vervoersvoorziening

Een aan de ouders/verzorgers toegekende vergoeding voor eigen vervoer wordt aan het einde van het schooljaar uitbetaald. Een aan ouders/verzorgers van leerlingen toegekende vergoeding voor het gebruik van openbaar vervoer wordt na het inleveren van een overzicht van de gemaakte reizen en kosten maandelijks uitbetaald.

5. Terugvordering

Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor

leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd tenzij:

1. er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien;

ad. 1. Er kan slechts sprake zijn van dringende redenen bij zeer bijzondere individuele

omstandigheden.

ad. 2. Hier gaat het alleen om de vordering die verband houdt met ten onrechte ontvangen

tegemoetkoming leerlingenvervoer.

6. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente

Afhankelijk van de ernst van de gedraging van de leerling en de omstandigheden kan worden afgeweken van dit protocol.

- Het gaat in dit protocol over klachten in verband met agressief gedrag van leerlingen

tijdens het vervoer.

- Uitgangspunt van het protocol is dat de vervoerder zelf de klacht oplost, conform de

afspraken vastgelegd in dit protocol.

- Wordt de klacht niet door de vervoerder conform het protocol opgelost dan kan een

medewerker van de gemeente contact opnemen met de vervoerder om zo de klacht op te

lossen. De ouders worden daarvan op de hoogte gesteld.

1. De klacht wordt eerst met de vervoerder besproken. Een medewerker van de gemeente

informeert bij de vervoerder wat zij zelf al hebben ondernomen en vraagt een eventueel

rapport van de chauffeur op.

2. Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt

een waarschuwingsbrief aan de ouders/verzorgers. In deze brief wordt vermeld dat bij

aanhoudende klachten en/of gedragingen uitsluiting volgt van het aangepast vervoer.

3. Bij een volgende klacht vindt onmiddellijke uitsluiting plaats voor een periode van 5

schooldagen. De gemeente zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om

begeleiding van de leerling door de ouders mogelijk te maken. Als er een begeleider

meegaat anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aan zijn verbonden, zijn de

kosten voor de ouder/verzorger. Wanneer ouders niet willen of kunnen voorzien in een

begeleider vindt totale uitsluiting plaats van aangepast vervoer.

De gemeente bespreekt dan met ouders een vervoersvoorziening op basis van openbaar

vervoer of eigen vervoer al dan niet met begeleiding, indien dit relevant en gewenst is;

een en ander binnen de regelingen van de verordening leerlingenvervoer.

7. Verruiming mogelijkheid voor aangepast vervoer

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 13,18 en 27.

1.

Aangepast vervoer wordt toegekend:

-

aan leerlingen tot en met groep 6 van het speciaal basisonderwijs(SBO);

-

aan leerlingen tot en met het 13e levensjaar, die een school bezoeken voor het speciaal onderwijs(SO) en waarbij er een openbaar vervoersverbinding is zonder overstap;

-

aan leerlingen tot en met het 14e levensjaar, die een school bezoeken voor het speciaal onderwijs(SO).

2.

Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing wanneer door de ouders/verzorgers een andere vergoeding is aangevraagd en deze door het college is toegekend.

8. Begeleiding

Op basis van de verordening leerlingenvervoer zijn ouders verantwoordelijk voor het begeleiden van hun kinderen. Begeleiding is gericht op het zelfstandig naar school gaan van de leerling. Wanneer na 10 weken begeleiding is aangetoond, dan wel onderzocht dat de leerling niet op korte termijn zelfstandig of met andere leerlingen kan reizen, kan er een vervangende vervoersvoorziening worden getroffen.

9. Hoogbegaafdheid

De afgelopen jaren is er meer en meer behoefte gekomen naar onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. Een aantal scholen in de gemeente Oldebroek is bezig met het opzetten van specifieke programma's voor deze leerlingen. De gemeente Oldebroek ziet het onderwijs voor hoogbegaafden als een onderdeel van het regulier basisonderwijs.

Aanvragen voor een voorziening in verband met onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen worden in beginsel afgewezen. In uitzonderlijke situaties dat het Oldebroekse basisonderwijs geen onderwijs kan bieden aan de hoogbegaafde leerling, dienen de ouders te onderbouwen dat dichterbij gelegen scholen niet toegankelijk zijn voor de leerling.

10. Medische keuring

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 16, 17, 18, 20, 25, 26, 29.

1. Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer

op grond van een handicap, moeten ter onderbouwing een medische verklaring worden

meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden

opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overgelegde medische

verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag.

Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen

onafhankelijke adviesorganisatie.

De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de woongemeente van de

leerling.

11. Hardheidsclausule

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 30.

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van

de ouders afwijken van de bepalingen in deze beleidsregelverordening, zonodig na advies te hebben

gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de

regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen".

De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat

ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school

kunnen brengen.

Toelichting:

De beleidsregel leerlingenvervoer is een aanvulling op de verordening leerlingenvervoer. De raad van de gemeente Oldebroek stelt de verordening vast. Voor een verdere uitwerking van de verordening stelt het college van burgemeester en wethouders de beleidsregel vast.

In deze beleidsregel is omschreven in welke werkwijze er wordt gehanteerd in het vaststellen van de afstand, reistijd en kosten van het openbaar vervoer. Daarnaast is omschreven hoe wordt omgegaan met hoogbegaafdheid en klachten in het leerlingenvervoer.

Ook is er een verruiming opgenomen in het kader van het aangepast vervoer. Leerlingen worden op jonge leeftijd vaak met het aangepast vervoer naar scholen voor het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs vervoerd. Dit is niet in alle gevallen noodzakelijk op basis van de medische gesteldheid van de leerling. Desondanks is dit wel wenselijk gezien de leeftijd van de leerlingen. Om die reden is in de beleidsregel opgenomen in welke gevallen er aangepast vervoer wordt toegekend. Daarnaast kan er aangepast vervoer worden toegekend op basis van de bepalingen in de verordening.

De verordening Leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken. Dit geldt dan eveneens voor situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing voor het schoolvervoer wegens werk of opleiding.

De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante

omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule

Beleidsregels leerlingenvervoer.pdf