Regeling vervallen per 01-08-2022

Uitvoeringsregels leerlingenvervoer 2017

Geldend van 01-08-2017 t/m 31-07-2022

Intitulé

Uitvoeringsregels leerlingenvervoer 2017

Uitvoeringsregel leerlingenvervoer

Burgemeester en wethouders van Oldebroek;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende:

Uitvoeringsregel leerlingenvervoer.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Oldebroek 2015, Gemeentewet, art. 149

Artikel 1. Het vaststellen van de afstand

Voor het bepalen van de afstand tussen de woning en de school wordt gebruik gemaakt van de internet routeplanner van de ANWB te Den Haag (www.anwb.nl). De kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg wordt gemeten van huisnummer naar huisnummer.

Artikel 2. Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer

Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.

Artikel 3. Het vaststellen van de reistijd

Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de vervoerder geraadpleegd.

Artikel 4. Uitbetaling van een vervoersvoorziening

Een aan de ouders/verzorgers toegekende vergoeding voor eigen vervoer wordt aan het einde van het schooljaar uitbetaald. Een aan ouders/verzorgers van leerlingen toegekende vergoeding voor het gebruik van openbaar vervoer wordt na het inleveren van een overzicht van de gemaakte reizen en kosten maandelijks uitbetaald.

Artikel 5. Terugvordering

Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd tenzij er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien;

  • 1.

    Er kan slechts sprake zijn van dringende redenen bij zeer bijzondere individuele omstandigheden.

  • 2.

    Hier gaat het alleen om de vordering die verband houdt met ten onrechte ontvangen tegemoetkoming leerlingenvervoer.

    Artikel 6. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente

    Afhankelijk van de ernst van de gedraging van de leerling en de omstandigheden kan worden afgeweken van dit protocol.

  • -

    Het gaat in dit protocol over klachten in verband met agressief gedrag van leerlingen tijdens het vervoer.

  • -

    Uitgangspunt van het protocol is dat de vervoerder zelf de klacht oplost, conform de afspraken vastgelegd in dit protocol.

  • -

    Wordt de klacht niet door de vervoerder conform het protocol opgelost dan kan een medewerker van de gemeente contact opnemen met de vervoerder om zo de klacht op te lossen. De ouders worden daarvan op de hoogte gesteld.

  • 1.

    De klacht wordt eerst met de vervoerder besproken. Een medewerker van de gemeente informeert bij de vervoerder wat zij zelf al hebben ondernomen en vraagt een eventueel rapport van de chauffeur op.

  • 2.

    Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een waarschuwingsbrief aan de ouders/verzorgers. In deze brief wordt vermeld dat bij aanhoudende klachten en/of gedragingen uitsluiting volgt van het aangepast vervoer.

  • 3.

    Bij een volgende klacht vindt onmiddellijke uitsluiting plaats voor een periode van 5 schooldagen. De gemeente zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door de ouders mogelijk te maken. Als er een begeleider meegaat anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aan zijn verbonden, zijn de kosten voor de ouder/verzorger. Wanneer ouders niet willen of kunnen voorzien in een begeleider vindt totale uitsluiting plaats van aangepast vervoer.

    De gemeente bespreekt dan met ouders een vervoersvoorziening op basis van openbaar vervoer of eigen vervoer al dan niet met begeleiding, indien dit relevant en gewenst is; .een en ander binnen de regelingen van de verordening leerlingenvervoer.

    Artikel 7. Verruiming mogelijkheid voor aangepast vervoer

    Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 12, 18.

  • 1.

    Aangepast vervoer wordt toegekend:

  • a.

    aan leerlingen tot en met groep 6 van het speciaal basisonderwijs (SBO);

  • b.

    aan leerlingen tot en met het 13e levensjaar, die een school bezoeken voor het speciaal onderwijs (SO) en waarbij er een openbaar vervoersverbinding is zonder overstap;

  • c.

    aan leerlingen tot en met het 14e levensjaar, die een school bezoeken voor het speciaal onderwijs (SO).

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing wanneer door de ouders/verzorgers een andere vergoeding is aangevraagd en deze door het college is toegekend.

    Artikel 8. Buitenschoolse opvang

    In de verordening is aangegeven dat leerlingenvervoer het vervoer tussen de woning en de school betreft. De woning is gedefinieerd als ‘de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft’. Het college staat vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres toe indien voldaan wordt aan de onderstaande voorwaarden.

  • 1.

    De leerling bezoekt een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs.

  • 2.

    De leerling maakt gebruik van aangepast vervoer.

  • 3.

    Het opvangadres ligt binnen de gemeentegrens van Oldebroek

  • 4.

    Er is één opvangadres naast het huisadres toegestaan.

  • 5.

    Er is sprake van een vast patroon, dat wil zeggen één vast opvangadres alsook op vaste dagen per week.

  • 6.

    Gedurende het schooljaar wordt één opvangadres gehanteerd. Wanneer er sprake is van wijziging wordt dit tijdig aangekondigd. Er kan geen sprake zijn van steeds wisselende opvangadressen.

  • 7.

    Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere eindtijd van de school volgens de schoolgids. Vervoer vanaf het opvangadres naar het thuisadres behoort in geen enkel geval tot de mogelijkheden. Hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk.

  • 8.

    Een volwassene dient, ter plekke aanwezig te zijn om de leerling op te vangen. De chauffeur moet de leerling aan de volwassene kunnen overdragen bij de taxi(bus). Wanneer de leerling wordt opgevangen bij de buitenschoolse opvang, dient een medewerker in dienst van de buitenschoolse opvang ter plekke te zijn. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid vanaf het moment dat de leerling de taxi(bus) heeft verlaten.

  • 9.

    De maximale individuele reistijd van 90 minuten van de leerlingen die vervoerd worden op de aangepaste route niet mag worden overschreden.

  • 10.

    Indien het vervoer naar het opvangadres leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot substantieel hogere kosten dan het vervoer naar het woonadres, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan.

    Artikel 9. Vervoer naar jeugdhulp

    In uitzonderlijke situaties is het mogelijk het vervoer vanuit school naar een voorziening van jeugdhulp met behulp van het leerlingenvervoer te regelen. De gemeente bepaald in samenspraak met het CJG in hoeverre er sprake is van een uitzonderlijke situatie. Hierbij moet in ieder geval voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Er moet een geldige beschikking voor de desbetreffende jeugdhulp aanwezig zijn.

  • 2.

    De mogelijkheden van het gezin om zelf of via het netwerk het vervoer te regelen is onderzocht, maar heeft uitgewezen geen reële oplossing te bieden.

    Artikel 10. Begeleiding

    Op basis van de verordening leerlingenvervoer zijn ouders verantwoordelijk voor het begeleiden van hun kinderen. Begeleiding is gericht op het zelfstandig naar school gaan van de leerling. Wanneer na 10 weken begeleiding is aangetoond, dan wel onderzocht dat de leerling niet op korte termijn zelfstandig of met andere leerlingen kan reizen, kan er een vervangende vervoersvoorziening worden getroffen.

    Artikel 11. Hoogbegaafdheid

    De afgelopen jaren is er meer en meer behoefte gekomen naar onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. De gemeente Oldebroek ziet het onderwijs voor hoogbegaafden als onderdeel van het regulier basisonderwijs. Het passend onderwijs biedt hier ook de mogelijkheden voor.

    Aanvragen voor een voorziening in verband met onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen worden in beginsel afgewezen. In uitzonderlijke situaties dat het Oldebroekse basisonderwijs geen onderwijs kan bieden aan de hoogbegaafde leerling, dienen de ouders te onderbouwen dat dichterbij gelegen scholen niet toegankelijk zijn voor de leerling.

    Artikel 12. Medische keuring

    Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 9, 10,11, 12, 16, 17, 18, 23

    Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, moet ter onderbouwing een medische verklaring worden meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overlegde medische verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag. Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen onafhankelijke adviesorganisatie. De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de woongemeente van de leerling.

    Artikel 13. Hardheidsclausule

    Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 23.

    Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze beleidsregelverordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen".

    De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen.

    Toelichting:

    De beleidsregel leerlingenvervoer is een aanvulling op de verordening leerlingenvervoer. De raad van de gemeente Oldebroek stelt de verordening vast. Voor een verdere uitwerking van de verordening stelt het college van burgemeester en wethouders de beleidsregel vast.

    In deze beleidsregel is omschreven in welke werkwijze er wordt gehanteerd in het vaststellen van de afstand, reistijd en kosten van het openbaar vervoer. Daarnaast is omschreven hoe wordt omgegaan met hoogbegaafdheid en klachten in het leerlingenvervoer.

    Ook is er een verruiming opgenomen in het kader van het aangepast vervoer. Leerlingen worden op jonge leeftijd vaak met het aangepast vervoer naar scholen voor het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs vervoerd. Dit is niet in alle gevallen noodzakelijk op basis van de medische gesteldheid van de leerling. Desondanks is dit wel wenselijk gezien de leeftijd van de leerlingen. Om die reden is in de beleidsregel opgenomen in welke gevallen er aangepast vervoer wordt toegekend. Daarnaast kan er aangepast vervoer worden toegekend op basis van de bepalingen in de verordening.

    De verordening Leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken. Dit geldt dan eveneens voor situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing voor het schoolvervoer wegens werk of opleiding.

    De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.