Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Oldebroek 2021.

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Oldebroek 2021.

Kenmerk: 1048526

Besluit van de raad van de gemeente Oldebroek tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Oldebroek 2021 (Verordening reclamebelasting Oldebroek 2021)

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Oldebroek 2021.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. a. openbare aankondiging: elke tot het publiek gerichte mededeling die erop is gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor wat wordt aangekondigd;

b. onroerende zaak: een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient;

c. jaar: een kalenderjaar;

d. sportvereniging: een vereniging voor personen die eenzelfde sport beoefenen of die nauw betrokken zijn bij diezelfde sport;

e. cultuurhistorische vereniging: een vereniging voor personen die eenzelfde belang delen bij een

cultuurhistorisch doel van onderzoek en het belangeloos delen van de onderzoeksresultaten.

2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning als de waarde, die volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak, in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning of volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen de gebieden van de gemeente Oldebroek, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

1. De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van een onroerende zaak waar het belastbaar feit zich voordoet.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, ingeval er geen gebruiker valt aan te wijzen, de reclamebelasting geheven van de eigenaar van de onroerende zaak waar het belastbaar feit zich voordoet.

Artikel 5 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor een openbare aankondiging:

a. die uitsluitend dient ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

b. waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

c. die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kan worden aangemerkt;

d. door een publiekrechtelijke rechtspersoon, gedaan in de uitoefening van zijn publiekrechtelijke taak;

e. die door een politieke partij is aangebracht en die een ideëel belang dient;

f. die is aangebracht door of namens een ondernemers- of wijkvereniging, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend een aanduiding van die ondernemers- of wijkvereniging bevat;

g. op bouwterreinen, voor zover de opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

h. die door een (semi) overheid of cultureel-maatschappelijke instelling is aangebracht of geplaatst en die betrekking heeft op een door hen georganiseerde tijdelijke activiteit met een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang;

i. die door een sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging, welke door de gemeente erkend wordt, is aangebracht op of geplaatst bij het object van vestiging van de sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging én dient tot aanduiding van de (vestigings-)locatie van de sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging voor haar leden en/of bezoekers;

j. aangebracht op of geplaatst bij een school, ziekenhuis, museum, kerk of moskee, en die betrekking heeft op de functie van het gebouw;

k. bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, als deze aanwezig is in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De belasting wordt geheven per onroerende zaak.

2. De belasting bedraagt € 380,- per onroerende zaak voor de heffingslocatie Meidoornplein Wezep en € 369,- voor de heffingslocatie Zuiderzeestraatweg Oldebroek, zoals aangegeven op de in artikel 2 bedoelde kaarten.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belastingschuld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Als de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, bedraagt de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden resteren.

3. Als de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt bestaat er aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden resteren.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in maximaal twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.

2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds een maand later. Deze machtiging voor automatische betalingsincasso in tien gelijke termijnen is alleen mogelijk als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) meer is dan € 100,00.

3. Als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) minder is dan € 10,00 moet dat bedrag, in afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, in één termijn betaald worden. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

4. Als de maandelijkse termijnen zoals genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betalingstermijnen zoals die in het eerste lid staan.

5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Aanmeldverplichting

De belastingplichtige bedoeld in artikel 4 is verplicht, voordat hij voor de eerste keer na het in werking treden van deze verordening een openbare aankondiging in de zin van deze verordening aanbrengt of laat aanbrengen, dat schriftelijk te melden aan de door burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Overgangsrecht

De “Verordening reclamebelasting 2020' van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die voor die datum hebben plaatsgevonden.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 15 Citeertitel

Ondertekening

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening reclamebelasting Oldebroek 2021’.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 17 december 2020.

, voorzitter T.H. Haseloop-Amsing.

, griffier J. Tabak.