Regeling vervallen per 31-01-2013

Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures

Geldend van 26-01-2011 t/m 30-01-2013

Intitulé

Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures

Nr.

De heffingsambtenaar (gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet) van de gemeente Oldebroek;

gelet op artikel 4:81 en 7:15 Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht;

besluit vast te stellen:

BELEIDSREGELS VOOR DE BEPALING VAN DE HOOGTE VAN DE PROCESKOSTENVERGOEDING IN FISCALE BEZWAARPROCEDURES.

Artikel 1 Reikwijdte beleidsregels

Deze beleidsregels zijn van toepassing bij de vergoeding van kosten die een belanghebbende heeft gemaakt in verband met de behandeling van zijn bezwaarschrift tegen een aanslag gemeentelijke belastingen of een beschikking Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

1. Belastingbedrag:

a. het bedrag van een gemeentelijke belastingaanslag samen met de bij die aanslag opgelegde bestuurlijke boete, of:

b. als geen gemeentelijke belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete of:

c. het bedrag van de gemeentelijke belasting die op aangifte is voldaan.

2. Onder belastingaanslag wordt ook verstaan: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag.

3. WOZ-waarde: de waarde volgens de beschikking volgens de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Wegingsfactoren

1. Als sprake is van bezwaar tegen een gemeentelijke belastingaanslag, wordt voor de toepassing van de wegingsfactoren die zijn genoemd in onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, een zaak in beginsel aangemerkt als:

a. zeer licht, als een belastingbedrag van minder dan € 450,- in geschil is;

b. licht, als een belastingbedrag van € 450,- of meer, maar minder dan € 900,- in geschil is;

c. gemiddeld, als een belastingbedrag van € 900,- of meer, maar minder dan € 6.750,- in geschil is;

d. zwaar, als een belastingbedrag van € 6.750,- of meer, maar minder dan € 22.500,- in geschil is;

e. zeer zwaar, als een belastingbedrag van € 22.500,- of meer in geschil is.

2. Als sprake is van bezwaar tegen een beschikking Wet waardering onroerende zaken, wordt voor de toepassing van de wegingsfactoren die zijn genoemd in onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, een zaak in beginsel aangemerkt als:

a. zeer licht, als een WOZ-waarde van minder dan € 45.000,- in geschil is;

b. licht, als een WOZ-waarde van € 45.000,- of meer, maar minder dan € 90.000,- in geschil is;

c. gemiddeld, als een WOZ-waarde van € 90.000,- of meer, maar minder dan € 675.000,- in geschil is;

d. zwaar, als een WOZ-waarde van € 675.000,- of meer, maar minder dan € 2.250.000,- in geschil is;

f. zeer zwaar, als een WOZ-waarde van € 2.250.000,- of meer in geschil is.

3. Als sprake is van een bezwaar tegen zowel een beschikking Wet waardering onroerende zaken als een aanslag onroerende-zaakbelastingen, waarbij het om hetzelfde object gaat, wordt uitgegaan van het bepaalde in artikel 3, lid 2 van deze beleidsregels.

Artikel 4 Kosten van een deskundige met taxatietechnische kennis

Voor een ten behoeve van een bezwaarschrift door een deskundige met taxatietechnische kennis opgemaakt taxatierapport worden de daarvoor werkelijk gemaakte kosten vergoed, met de volgende maximum vergoedingsbedragen:

soort object:bedrag in euro's:

woning 121,85 (1,5 uur)

courante niet-woning 243,69 (3 uur)

incourante niet-woning 487,38 (6 uur).

Artikel 5 Verletkosten

Als belanghebbende in persoon verschijnt op een (nadere) hoorzitting en deze hoorzitting draagt er toe bij dat het besluit (verder dan in de concept-uitspraak) wordt herzien, kan hij in aanmerking komen voor vergoeding van verletkosten, als hij vrij heeft moeten nemen van zijn werkzaamheden. De kosten worden berekend naar de daadwerkelijke tijd die belanghebbende heeft doorgebracht bij de hoorzitting, tot een maximumbedrag van € 53,-.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Oldebroek, 20 januari 2011,

de heffingsambtenaar van de gemeente Oldebroek,

P.K. Goedhart.

Algemene wet bestuursrecht 7 15.pdf

Algemene wet bestuursrecht 4 81.pdf

Besluit proceskosten bestuursrecht.pdf