Verordening inburgering Oldenzaal 2007

Geldend van 01-06-2009 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Verordening inburgering Oldenzaal 2007

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2007, nr.10/4;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering en de artikelen 149 en 156 van de gemeentewet;

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door Oldenzaal aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening inburgering Oldenzaal 2007

HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering.

  • 2. De overige begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen en instrumenten:

    • a.

      schriftelijk materiaal bij de organisaties en op de plaatsen waar (potentiële) inburgeraars komen;

    • b.

      spreekuren bij de afdeling werk, inkomen en zorg, specifiek voor (potentiële) inburgeraars;

    • c.

      een intake inburgering bij de afdeling werk, inkomen en zorg, om de inburgerings-plicht vast te kunnen stellen en om te kunnen bepalen of en welke inburgeringsvoorziening wordt aangeboden;

    • d.

      digitale informatie via de website van de gemeente Oldenzaal;

    • e.

      voorlichting aan de doelgroep en intermediairs over de Wet inburgering;

    Het college stelt een informatieplan op waarin een plan van aanpak en uitvoering is opgenomen over de wijze waarop informatieverstrekking plaatsvindt;

  • 3. Het college beoordeelt eenmaal per jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

HOOFDSTUK 2 - AANBOD INBURGERINGSVOORZIENING

Artikel 3 Verplicht aanbod

Op grond van de artikel 19, tweede lid, onder a en b, van de wet, biedt het college een inburgeringsvoorziening aan, aan een inburgeringsplichtige die

  • a.

    houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 of

  • b.

    geestelijke bedienaar is.

Artikel 4 Aanwijzen van de doelgroepen

De volgende groepen wordt bij voorrang een inburgeringsvoorziening of taalvoorziening aangeboden:

  • a.

    uitkeringsgerechtigden met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand of met een uitkering op grond van andere sociale zekerheidswetten of met een re-integratie-traject;

  • b.

    opvoeders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.

Artikel 5 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening hierop wordt afgestemd

  • 3. Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene wat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      onafhankelijke diagnosestelling;

    • b.

      trajectbegeleiding;

    • c.

      maatschappelijke begeleiding;

    • d.

      vrijwilligerswerk;

    • e.

      maatschappelijke oriëntatie;

    • f.

      interculturalisatie;

    • g.

      vervolgadvies.

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste tien termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgerings-voorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen vier weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgerings-voorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

HOOFDSTUK 3 - VERPLICHTINGEN EN BESCHIKKING

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    de duur van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;

  • e.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • f.

    de mogelijkheid van sancties;

  • g.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Artikel 9 Besluit voor handhaving

  • 1. In geval van niet accepteren van een aanbod wordt voor een oudkomer bij beschikking vastgelegd:

    • a.

      de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, zoals bedoeld in artikel 26 van de wet, van start gaat;

    • b.

      de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald.

  • 2. Voor de overige oudkomersplichtige zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van deze verordening, wordt bij beschikking vastgelegd:

    • a.

      de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, zoals bedoeld in artikel 26 van de wet, van start gaat;

    • b.

      de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald.

Artikel 10 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  • a.

    het deelnemen aan onafhankelijke diagnosestelling;

  • b.

    deelnemen aan de aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • c.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • d.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • e.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een door het college te bepalen tijdstip;

  • f.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan een opgelegde verplichting kan worden voldaan.

HOOFDSTUK 4 - DE BESTUURLIJKE BOETE

Artikel 11 De hoogte van de bestuurlijke boetes

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 20% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 50% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 10 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 50% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet, verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4. Bij de vaststelling van het boetebedrag voor inburgeringsplichtige zonder WWB-uitkering, geldt de netto bijstandsnorm die voor betrokkene geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin de van WWB zou zijn, zonder nadere vaststelling van de woonomstandigheden. Er wordt in alle gevallen uitgegaan van de norm voor zelfstandig wonenden.

  • 5. De in het eerste lid, tweede en derde lid bedoelde bestuurlijke boete bedraagt maximaal het daarvoor in artikel 34 van de wet, genoemde bedrag.

Artikel 12 Verhoging van de bestuurlijke boete

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 11, eerste lid, bedraagt ten hoogste 20% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van twee maanden indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 11, tweede lid, bedraagt ten hoogste 50% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van twee maanden indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 50% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet, vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 50% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van twee maanden indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 5. Bij de vaststelling van het boetebedrag voor inburgeringsplichtige zonder WWB-uitkering geldt de netto bijstandsnorm die voor betrokkene geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin de van WWB zou zijn, zonder nadere vaststelling van de woonomstandigheden. Er wordt in alle gevallen uitgegaan van de norm voor zelfstandig wonenden.

  • 6. De in het eerste lid, tweede en derde lid bedoelde bestuurlijke boete bedraagt maximaal het daarvoor in artikel 34 van de wet, genoemde bedrag.

HOOFDSTUK 5 – SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2007.

Artikel 14 Boeteverordening Wet inburgering en nieuwkomers

De boeteverordening Wet inburgering en nieuwkomers wordt bij inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening inburgering Oldenzaal 2007.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 4 april 2007,
de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 behorende bij de Verordening inburgering 2007

Bijlage behorende bij de Verordening inburgering 2007

TOELICHTING op de Verordening inburgering gemeente Oldenzaal 2007

TOELICHTING op de Verordening inburgering gemeente Oldenzaal 2007