Regeling vervallen per 25-02-2017

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 24-02-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2014

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 december 2013, nr. 46/4; reg.nr. INTB-13-01109;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    onroerende zaak: de onroerende zaak bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • d.

    WOZ-waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar, bedoeld in artikel 6. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de WOZ-waarde van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • c.

    door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publieke taak;

  • d.

    die door (semi-)overheden of culturele maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • e.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen en dergelijke waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging en dergelijke;

  • f.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel doel dienen;

  • h.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • i.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren onroerende zaak;

  • j.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • k.

    die nostalgische uitingen aan de gevel zijn ouder dan 50 jaar en die geen relatie hebben met de uitoefening van het bedrijf.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De reclamebelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening en bijbehorende tarieventabel bepaalde.

Artikel 6 Gereserveerd

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt voor de reclamebelasting, op schriftelijk verzoek, ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven met een minimum van twee, indien aan het navolgende wordt voldaan:

    • a.

      het totaal bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen reclamebelasting of andere belastingen moet minder zijn dan € 6.200,00;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening reclamebelastingen 2013 van 17 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening reclamebelasting 2014.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2013,
de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 gebied reclamebelasting

Gebied reclamebelasting

Bijlage 2 Tarieventabel

Tarieventabel

behorende bij de Verordening reclamebelasting 2014

De reclamebelasting bedraagt voor één of meer aankondigingen die worden aangetroffen

per onroerende zaak per belastingjaar voor een onroerende zaak met een WOZ-waarde van:

a. tot € 114.000,00

 € 420,00

b. € 114.000,00 of meer maar minder dan € 228.000,00

 € 480,00

c. € 228.000,00 of meer maar minder dan € 366.000,00

 € 600,00

d. € 366.000,00 of meer

 € 720,00

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Oldenzaal van 16 december 2013, nr. 399

Mij bekend,

De griffier,