Regeling vervallen per 14-01-2016

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Oldenzaal 2012

Geldend van 08-01-2013 t/m 13-01-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oldenzaal 2012

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal;

gelet op het bepaalde in artikel 6.1 van de Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012;

b e s l u i t :

vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oldenzaal 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    kosten van instandhouding: kosten voor het in stand houden van een vervoer- of rolstoelvoorziening, als mogelijk onderdeel van het persoonsgebonden budget, bestaande uit onderhoud, reparatie en verplichte verzekeringskosten, gerelateerd aan de economische levensduur van de toegekende voorziening;

  • b.

    kostprijs hulp bij het huishouden: de gemiddelde inkoopprijs (exclusief btw) van alle gecontracteerde zorgleveranciers Hulp bij het Huishouden. Hierbij wordt rekening gehouden met de zwaarte van de dienstverlening en de daaraan gekoppelde tarieven;

  • c.

    HH1: huishoudelijke werkzaamheden;

  • d.

    HH2: het organiseren van het huishouden.

Voor zover een begripsbepaling hier niet wordt vermeld wordt verwezen naar Begripsomschrijvingen vermeld in artikel 1 van de Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012.

Artikel 2. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel

De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 3. Een schoon en leefbaar huis

Bedragen persoonsgebonden budget:

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget (particuliere hulp) wordt vastgesteld op een bedrag van € 15,20 per uur.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget (opdrachtgever) wordt, zowel voor HH1 als HH2, vastgesteld op de gemiddelde kostprijs voor de hulp bij het huishouden in natura.

  • 3.

    Van het bepaalde in het tweede lid kan worden afgeweken als de serviceorganisatie een lager uurloon hanteert.

Artikel 4. Wonen in een geschikt huis

  • 1. De forfaitaire vergoeding voor verhuiskosten als bedoeld in artikel 5.3 van de verordening en resultaat 2 van de Uitvoeringsregels bedraagt € 3.500,00 voor een persoon met beperkingen en € 5.327,00 voor een persoon, die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van een persoon met beperkingen de woonruimte, bestemd voor permanente bewoning heeft ontruimd.

  • 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening bedraagt 100% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten.

  • 3. De hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en reparatie van een lift in een woning of trappenhuis zal het bedrag als bedoeld in de bijlage niet te boven gaan.

  • 4. De hoogte van een te verlenen financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting bedraagt:

    • a.

      de werkelijk gemaakte kosten, doch maximaal het bedrag van de maximaal subsidiabele huur ingevolge de Wet op de huurtoeslag, als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte;

    • b.

      de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van € 226,89 per maand ter tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.

  • 5. De hoogte van een te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van huurderving is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, doch zal niet meer bedragen dan de helft van de werkelijke kosten met een maximum van de helft van de maximaal subsidiabele huur ingevolge de Wet op de huurtoeslag.

  • 6. De hoogte van het maximumbedrag van een vergoeding voor het bezoekbaar maken van één woonruimte, indien de persoon met beperkingen zijn woonruimte heeft in een AWBZ-instelling, wordt vastgesteld op € 2.500,00.

Artikel 5. Verplaatsen in en rond de woning

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt bepaald op de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, verhoogd met een bedrag voor het in stand houden van de voorziening.

  • 2. Indien de in het vorig lid bedoelde berekeningswijze niet kan worden gehanteerd omdat niet een specifiek middel is geïndiceerd doch een middel uit een bepaalde categorie uit het kernassortiment, wordt het budget berekend op basis van het gemiddelde van die categorie, verhoogd met de gemiddelde kosten van instandhouding.

Artikel 6. Lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Persoonsgebonden budget

    • a.

      Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt bepaald op de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, verhoogd met een bedrag voor het in stand houden van de voorziening.

    • b.

      Indien de in het vorig lid bedoelde berekeningswijze niet kan worden gehanteerd omdat niet een specifiek middel is geïndiceerd doch een middel uit een bepaalde categorie uit het kernassortiment, wordt het budget berekend op basis van het gemiddelde van die categorie, verhoogd met de gemiddelde kosten van instandhouding.

  • 2. Financiële tegemoetkoming en gemaximeerde vergoedingen

    De financiële tegemoetkoming voor een vervoersvoorziening bedraagt voor het gebruik van:

    • a.

      een eigen auto € 179,10 per kwartaal;

    • b.

      een taxi € 228,40 per kwartaal;

    • c.

      van een rolstoeltaxi € 342,80 per kwartaal;

    • d.

      een bruikleenauto een normbedrag van 625 maal y euro, waarbij y staat voor het kilometerbedrag behorend bij het merk en type bruikleenauto zoals opgenomen in de bijlage.

Artikel 7. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

Het bedrag voor de aanschaf, onderhoud en reparatie van een sportrolstoel bedraagt voor een periode van drie jaar € 2.306,00.

Artikel 8. Citeerartikel, inwerkingtreding, intrekking

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oldenzaal 2012.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2012 en werkt terug tot en met 1 juni 2012.

  • 3. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2011 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 26 juni 2012,
het college van burgemeester en wethouders
de secretaris de burgemeester

Bijlage 1: onderhoud (trap)liften

Maximale vergoeding van kosten van onderhoud en reparatie ingevolge artikel 4 lid 3

Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming:

  • a.

    stoelliften;

  • b.

    rolstoel- of sta-plateauliften;

  • c.

    woonhuisliften;

  • d.

    hefplateauliften;

  • e.

    balansliften;

  • f.

    de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;

  • g.

    elektromechanische openings- en sluitingsmechanisme van deuren;

  • h.

    toiletten voorzien van een onderspoel- en föhninrichting.

De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt:

Onderhoud van

Frequentie periodiek onderhoud

Kosten exclusief btw

Stoelliften

1x per jaar

€ 160

Rolstoel-plateauliften

1x per jaar

€ 160

Sta-plateauliften

1x per jaar

€ 160

Woonhuisliften handmatig

2x per jaar

€ 238

Woonhuisliften elektrisch

2x per jaar

€ 350

Hefplateauliften

2x per jaar

€ 150

Balansliften

1x per jaar

€ 150

Voetnoot:

Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:

  • 50% voor installaties geplaatst buiten de woning;

  • 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen;

  • 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging resp. elektrisch wegklapbare raildelen.

Bijlage 2: Kilometervergoeding bruikleenauto’s

Brandstof benzine, bij een catalogusprijs inclusief BTW van:

 

minder dan € 11.000,00

€ 0,12

€ 11.000,00 tot minder dan € 16.000,00

€ 0,13

€ 16.000,00 tot minder dan € 20.000,00

€ 0,16

€ 20.000,00 en hoger

€ 0,17

Brandstof diesel, bij een catalogusprijs inclusief BTW van:

 

minder dan € 11.000,00

€ 0,09

€ 11.000,00 tot minder dan € 16.000,00

€ 0,09

€ 16.000,00 tot minder dan € 20.000,00

€ 0,11

€ 20.000,00 en hoger

€ 0,13