Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent voorschoolse educatie en peuterwerk Subsidieregeling Voorschoolse Educatie en Peuterwerk

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Voorschoolse Educatie en Peuterwerk

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal;

gelet op Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2017, titel 4.2 subsidies;

b e s l u i t :

vast te stellen de Subsidieregeling Voorschoolse Educatie en Peuterwerk

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    D oelgroeppeuter: kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, die woont in de gemeente Oldenzaal, met risico op leer- en taalachterstand, waarvoor de jeugdgezondheidszorg een indicatie heeft afgegeven voor Voorschoolse Educatie;

  • b.

    Maximumuurtarief: Het rijk vergoed (door middel van de kinderopvangtoeslag) de kosten voor kinderopvang tot een maximumuurtarief. Er wordt alleen een toeslag berekend over de uurprijs tot het maximumuurtarief. Het bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de belastingdienst.

  • c.

    H ouder:degene aan wie een onderneming als bedoeld in het Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • d.

    K indercentrum: kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de wet dat is gevestigd in gemeente Oldenzaal en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • e.

    Kwaliteitskader Voorschoolse Educatie : door het college vastgestelde kader, waarin de gemeentelijke kwaliteitseisen van Voorschoolse Educatie zijn opgenomen.

  • f.

    Kwaliteitskader Peuterwerk : door het college vastgestelde kader, waarin de gemeentelijke kwaliteitseisen van Peuterwerk zijn opgenomen.

  • g.

    LRK ( Landelijk Register Kinderopvang ) : het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • h.

    O uderbijdrage: een inkomensafhankelijk bijdrage die ouders moeten betalen voor de afname van een peuterplek voor hun kind op basis van de uren die zij afnemen voor Peuterwerk.

  • i.

    Ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind;

  • j.

    P edagogische medewerker VE : als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • k.

    Peuter: kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, dat woont in de gemeente Oldenzaal;

  • l.

    Peuterwerk : kortdurende opvang van ten minste 5 en maximaal 7 uur per week verdeeld over 2 dagen ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2,5 tot 4 jaar;

  • m.

    Peuterplek: opvangplek voor een peuter van 2,5 tot 4 jaar zonder indicatie van doelgroeppeuter;

  • n.

    Reguliere peuter: kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar zonder indicatie van doelgroeppeuter; dat woont in de gemeente Oldenzaal;

  • o.

    Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk aan ouders bedoelt als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kindercentrum;

  • p.

    Toezichthouder: de toezichthouders als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • q.

    Verzamelinkomen: door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box1, box2 en box3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;

  • r.

    VVE (voor- en vroegschoolse educatie): op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters en kleuters stimuleren op ten minste het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele vaardigheden;

  • s.

    VE ( Voorschoolse Educatie ) : Voorschoolse Educatie vindt plaats in een kindercentrum en is bedoeld voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Er wordt gewerkt volgens de VVE- benadering. Het kindercentrum voldoet aan het kwaliteitskader Voorschoolse Educatie;

  • t.

    VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten): koepelorganisatie van alle gemeenten in Nederland

  • u.

    Wet: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Doel regeling

Het doel van deze regeling is het bieden van gelijke en optimale ontwikkelkansen aan alle kinderen in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar door het subsidiëren van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van Voorschoolse Educatie en Peuterwerk.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie wordt verleend aan een kindercentrum dat Voorschoolse Educatie aanbiedt aan een peuter in de gemeente Oldenzaal,

  • 2. Subsidie wordt verleend aan een kindercentrum dat Peuterwerk aanbiedt (in de gemeente Oldenzaal) aan een reguliere peuter waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 3. Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van het eerste lid dient het kindercentrum te voldoen aan het kwaliteitskader Voorschoolse Educatie van de gemeente Oldenzaal. Dit dient te worden aangetoond aan de hand van een schriftelijke rapportage van een externe onafhankelijke deskundige.

  • 4. Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van het tweede lid dient het kindercentrum te voldoen aan het kwaliteitskader Peuterwerk van de gemeente Oldenzaal.

  • 5. Om in aanmerking te komen voor subsidiering dient het kindercentrum te voldoen aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit gesteld bij of krachtens de wet.

Artikel 4 Ouderbijdrage

  • 1. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage op basis van de op het betreffende kalenderjaar geldende adviestabel ouderbijdrage Peuterwerk van de VNG:

    • a.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor Voorschoolse Educatie over 7 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder. De overige 3 uren VVE zijn gratis;

    • b.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen voor Voorschoolse Educatie over 7 uren per week het maximumuurtarief aan de aanbieder. De overige 3 uren VVE zijn gratis;

    • c.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor Peuterwerk voor twee dagdelen, 5 tot maximaal 7 uren per week, een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder.

  • 2. De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen op basis van het vorige kalenderjaar.

  • 3. Ouders die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben vragen hiervoor de verklaring aan bij de belastingdienst (IB60) en leveren deze in bij de houder zodat deze kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

Artikel 5 Berekening subsidiebedrag

  • 1. Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek voor Voorschoolse Educatie:

    • a.

      Voor een peuter, waarvan ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag wordt subsidie verleend over maximaal 10 uur als volgt te berekenen:

      • -

        Over 7 uren per week bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar 7 uren * maximaal 1,55 euro * 40 weken;

      • -

        Over 3 uren per week bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar 3 uren * maximaal 9 euro * 40 weken.

      • -

        Voor een peuter, waarvan ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 10 uren per week * maximaal 9 euro * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage.

  • 2. Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek voor Peuterwerk.

    • a.

      Voor een reguliere peuter, waarvan ouders niet in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 7 uren per week * maximaal 7,45 euro per uur * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage.

  • 3. De maximale subsidiebedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 6 Aanvraag en verstrekking subsidie

  • 1. Op deze regeling is de Algemene Subsidie Verordening 2017 van toepassing. Dit betekent dat de aanvraag-, verlenings- en vaststellingsprocedure van de Algemene Subsidie Verordening 2017 wordt gevolgd.

  • 2. De subsidie voor Voorschoolse Educatie wordt aangemerkt als een structurele subsidie.

    • a.

      Subsidie voor Voorschoolse Educatie kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kindercentrum dat is gevestigd in gemeente Oldenzaal dat is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en voldoet aan het kwaliteitskader Voorschoolse Educatie.

  • 3. De subsidie voor Peuterwerk wordt aangemerkt als een incidentele subsidie.

    • a.

      Subsidie voor Peuterwerk kan uitsluitend worden aangevraagd door de houder van een kindercentrum dat is gevestigd in gemeente Oldenzaal en dat is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en voldoet aan het kwaliteitskader Peuterwerk.

  • 4. De vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken (daaronder wordt verstaan het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplek regulier en VVE) en het werkelijk gehanteerde uurtarief. Uit de aangeleverde gegevens moet blijken voor hoeveel kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar per jaar werkelijk Peuterwerk en/of Voorschoolse Educatie is afgenomen en voor hoeveel uren. Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder bezette peuterplekken (het aantal afgenomen uren per werkelijke bezette peuterplek regulier en VVE) dan kan het te veel aan verleende subsidie worden teruggevorderd.

Artikel 7 verplichtingen

  • 1. Het kindercentrum dient te voldoen aan alle voorschriften voor het verwerken van persoonsgegevens gesteld bij of krachtens de privacy wetgeving.

  • 2. De houder bewaart de opgevraagde gegevens van ouders vijf jaar.

  • 3. De houder is verplicht medewerking te verlenen aan een steekproefsgewijze controle van het college.

Artikel 8 Overgangsregeling

Het college kan ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien ouders die reeds gebruik maken van Voorschoolse Educatie en die met de in werktreding van deze regeling geen gebruik meer kunnen maken van Voorschoolse Educatie, doordat ouders over te weinig uren een kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van deze regeling leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Voorschoolse Educatie en Peuterwerk

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 14 november 2017,
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
J.Dijkstra
de burgemeester,
T.J. Schouten

Bijlage 1 Kwaliteitskader Voorschoolse Educatie Oldenzaal

Kwaliteitskader Voorschoolse Educatie

Bijlage 2 Kwaliteitskader Peuterwerk

Kwaliteitskader Peuterwerk