Beleidsregel proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaar- en beroepsfase

Geldend van 25-02-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaar- en beroepsfase

De gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b, Gemeentewet van de gemeente Olst-Wijhe;

Gelet op artikel 1:3 lid 7 en artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht;

Besluit :

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in de bezwaar- en beroepsfase;

Artikel 1 Begripsbepalingen en algemene uitgangspunten

  • 1.

    Er bestaat een vergoedingsplicht in de gevallen waarin het bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid aan het bestuursorgaan is te wijten.

  • 2.

    Onrechtmatigheid moet worden opgevat als "genomen in strijd met het recht". Indien een gebonden beschikking wordt herroepen staat de onrechtmatigheid vast. Als de heroverweging daarentegen plaatsvindt op beleidsinhoudelijke gronden, is er geen sprake van onrechtmatigheid. Alléén vormfouten of motiveringsgebreken leiden evenmin tot een vergoedingsplicht. Vergoedingsplicht kan wel bestaan als het inhoudelijk foutieve besluit een gevolg is van reken- invoer- en schrijffouten etc.

  • 3.

    Vergoed worden uitsluitend kosten die belanghebbende redelijkerwijs heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar of beroep.

  • 4.

    Het verzoek om kostenvergoeding aan de inspecteur moet schriftelijk zijn gedaan vóórdat het bestuursorgaan op het bezwaar- of beroepschrift heeft beslist.

  • 5.

    Voor de vaststelling van het ontstaan van een recht op te vergoeden kosten die door belanghebbende zijn gemaakt kan een bewijs van gemaakte kosten worden verlangd, bestaande uit een factuur en een bank- giro afschrift of ander betalingsbewijs ter zake van verrichtte werkzaamheden door een derde of een door of namens hem ingeschakelde deskundige.

  • 6.

    Betaling vindt plaats op een door belanghebbende aangewezen bankrekeningnummer.

Artikel 2 Te vergoeden kosten

Bij het vaststellen van de vergoeding van de kosten die een belanghebbende maakt in verband met een door hem ingediend bezwaar- of beroepschrift is het Besluit proceskosten bestuursrecht, met uitzondering van artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, van overeenkomstige toepassing, alsmede de volgende artikelen.

Artikel 3 Kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand

  • 1.

    Het bedrag van kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand wordt vastgesteld door aan de hand van de in artikel 4 benoemde proceshandelingen punten toe te kennen.

Deze punten worden vermenigvuldigd met de waarde per punt, vermeld in artikel 5. Het aldus berekende bedrag wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor op basis van artikel 6.

  • 2.

    Het te vergoeden bedrag voor een ten behoeve van de bezwaar – of beroepsfase opgemaakt taxatierapport bedraagt voor:

Woningen (niet inpandig opgenomen) € 80,-

Woningen (inpandig opgenomen) € 160,-

Courante niet – woningen (niet inpandig opgenomen) € 150,-

Courante niet –woningen (inpandig opgenomen) € 250,-

Incourante niet – woningen Op basis van uren met een

bedrag per uur van € 70,-

Artikel 4 Punten proceshandelingen

Aan de hierna genoemde door een derde beroepsmatig verrichte proceshandelingen worden de volgende punten toegekend:

  • 1.

    Indienen van een bezwaar- of beroepschrift (artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht): 1 punt;

  • 2.

    Verschijnen op een hoorzitting bezwaarschrift (artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht): 1 punt;

  • 3.

    Bijwonen nadere hoorzitting bezwaarschrift (artikel 7:9 van de Algemene wet bestuursrecht): 0,5 punt.

Artikel 5 Waarde per punt

De waarde per punt bedraagt € 218,00.

Artikel 6 Wegingsfactoren

Indien in een bezwaarschrift meerdere geschilpunten zijn te onderkennen wordt het gewicht van de zaak tot uitdrukking gebracht in een wegingsfactor. Deze wegingsfactor is samengesteld uit de volgende deelwegingsfactoren: belang, proceskosten, objectafbakening en taxatietechnische berekeningen. De wegingsfactor is de som van de deelwegingsfactoren.

De deelwegingsfactoren worden als volgt berekend of vastgesteld:

Gewicht factor

  • a.

    belang (geschil bedrag aanslag)

€ 0 tot en met € 450 Zeer licht 0,25

€ 451 tot en met € 900 Licht 0,50

€ 901 tot en met € 6.750 Gemiddeld 1,00

€ 6.751 tot en met € 22.500Zwaar 1,50

boven € 22.500 Zeer zwaar 2,00

  • b.

    proceskosten: 0,25

  • c.

    objectafbakening: 0,25

  • d.

    taxatietechnische berekeningen (zonder taxatierapport): 0,25

  • 3.

    In geval van samenhangende zaken, als bedoeld in artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt, naast het bepaalde in het eerste lid, de factor 1 gehanteerd bij minder dan vier samenhangende zaken en de factor 1,5 bij vier of meer samenhangende zaken.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking op de in artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze.

  • 2.

    De Beleidsregel inzake de toepassing van wegingsfactoren kosten bezwaarfase belasting- en woz-zaken, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Olst-Wijhe op 12 december 2003 wordt ingetrokken met ingang van de datum genoemd in lid 1 van dit artikel, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    De regeling kan worden aangehaald als: “Beleidsregel proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaar- en beroepsfase”.

Aldus vastgesteld op 16 februari 2011,

De coördinator belastingen,

J.W. Hanekamp

Toelichting:

T.a.v. artikel 1:

Als uitgangspunt wordt voorop gesteld dat voor vergoeding van proceskosten slechts plaats is indien door de belanghebbende kosten zijn gemaakt: geen kosten, geen vergoeding. In de regel dient er van te worden uitgegaan dat het in rechte verschijnen van een professionele rechtshulpverlener betekent dat deze daarvoor een declaratie zal indienen. Indien een belanghebbende geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, wordt zijn wederpartij, het bestuursorgaan, in principe in de kosten van het geding veroordeeld. Behoefte aan bewijs dat een op zichzelf professionele gemachtigde voor de verleende rechtsbijstand kosten in rekening heeft gebracht, kan ontstaan bij betwisting door het bestuursorgaan of als er aanwijzingen zijn dat geen kosten in rekening worden gebracht. Dat geldt ongeacht of de gemachtigde tot de belanghebbende in een persoonlijke relatie staat. Het kan zich overigens voordoen dat een dergelijke betwisting verband houdt met de constatering dat de rechtsbijstandverlener in een persoonlijke relatie staat tot de belanghebbende. Van belanghebbende kan bij betwisting bewijs van gemaakte kosten worden verlangd. Dat is alsdan te leveren door overlegging van een declaratie en eventueel van bewijs van betaling, of op andere wijze.

Artikel 1,vijfde lid Ten aanzien van bureaus of organisaties die aangeven of waarvan is vastgesteld dat ze werken op basis “no cure no pay” worden ter verifiëring van gemaakte kosten een factuur, een betaling van deze factuur, alsmede een factuur en een betaling van de factuur van een ingeschakelde deskudige gevraagd. Een vergoeding van in de bezwaarfase gemaakte kosten wordt toegekend indien deze kosten aantoonbaar zijn gemaakt. Dit betekent dat de kosten aangetoond moeten worden aan de hand van een nota én een betaling die daadwerkelijk op deze nota heeft plaatsgevonden. De betaling kan worden aangetoond door overlegging van een kwitantie of een bank- of giroafschrift waaruit de betaling blijkt.

Artikel1, zesde lid:

De belanghebbende kan als schuldeiser een bankrekeningnummer aanwijzen waarop een betaling plaats moet vinden (artikel 4:89, eerste lid Awb). Uit de Wettekst en de Memorie van Toelichting blijkt dat het om een aangewezen bankrekening ten name van belanghebbende gaat. Er vindt geen uitbetaling aan gemachtigde plaats. De teruggave van de te veel geheven belasting en de betaling van bezwaarkosten wordt op één bankrekeningnummer van belanghebbende gedaan.

T.a.v. artikel 3, tweede lid:

Het taxatierapport moet speciaal ten behoeve van de lopende bezwaar- of beroepsprocedure zijn vervaardigd.

Het voor een taxatierapport te vergoeden bedrag is opgebouwd uit een gemiddeld aantal uren vermenigvuldigd met een ter plaatse geldend marktconform uurtarief voor de taxatietechnische werkzaamheden.

T.a.v. artikel 6:

In het bezwaarschrift moet sprake zijn van een geschil over de waarde van een object en daarmee de hoogte van de aanslag, de proceskosten en de objectafbakening. Het bezwaarschrift kan worden onderbouwd met taxatietechnische berekeningen van enige omvang, hierbij valt te denken aan excelbladen etc. Er moet sprake zijn van een inspanning van de indiener van een bezwaarschrift tot een motivering. Het enkele verzoek tot het indienen van een proceskostenvergoeding is niet voldoende. Om de factor tot te kennen moet er sprake zijn van een verschil van mening over het wel of niet toekennen van de vergoeding of over de hoogte van de toegekende vergoeding. Indien dit het enige geschilpunt is dan bedraagt de factor 0,25.

Indien een procedure meerde geschilpunten in zich heeft bijvoorbeeld over de afbakening, de waarde van een object en de waarde wordt onderbouwd met een excelberekening dan bedraagt de vergoeding 0,75 (0,25 voor de afbakening, 0,25 voor een gering verschil over het aanslagbedrag en 0,25 voor de berekening van de waarde).

Indien de beschikking/ aanslag aan de verkeerde belastingplichtige is opgelegd en deze schakelt een derde in die zich beroepsmatig bezig houdt met het verlenen van rechtsbijstand dan bedraagt de factor 0,25.

artikel 6 lid 3 Samenhangende zaken

Samenhangende zaken zijn: gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig door één of meer belanghebbenden n tegen nagenoeg identieke besluiten op vergelijkbare gronden gemaakte bezwaren of ingestelde beroepen waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1 , onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht is verleend door één of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn.

De gestelde voorwaarden zijn cumulatief. Van een samenwerkingsverband kan worden gesproken als bijvoorbeeld hetzelfde belastingadvieskantoor het bezwaar indient.

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsbepalingen en algemene uitgangspunten

Artikel 2 Te vergoeden kosten

Artikel 3 Kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand

Artikel 4 Punten proceshandelingen

Artikel 5 Waarde per punt

Artikel 6 Wegingsfactoren

Artikel 7 Slotbepalingen

Toelichting: