Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Olst-Wijhe

Geldend van 28-05-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Olst-Wijhe

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van, nr, ;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c van de Participatiewet;

Besluit:

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Olst-Wijhe

Artikel 1. Indienen verzoek

  • 1. Een verzoek om een individuele studietoeslag ex artikel 36b Participatiewet wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier, waarmee belanghebbende een aanvraag indient bij het college

  • 2. De verzoeker dient op de datum van de aanvraag:

    • a.

      een persoon te zijn zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a Participatiewet.

    • b.

      18 jaar of ouder te zijn; en

    • c.

      recht te hebben op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of recht heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; en

    • d.

      het bescheiden vermogen als bedoeld in artikel 34 Participatiewet niet te overschrijden; en

    • e.

      niet in staat te zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.

  • 3. De verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle omstandigheden en feiten waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn recht op en eventueel de hoogte van de individuele studietoeslag.

Artikel 2. De verdiencapaciteit

  • 1. Het college stelt vast of een persoon niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie.

  • 2. Het college kan advies inwinnen over de verdiencapaciteit van de aanvrager.

Artikel 3. Individuele studietoeslag

  • 1. Een aanvrager kan slechts eenmaal binnen een schooljaar in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag.

  • 2. Indien de aanvrager gedurende het schooljaar begint of stopt met een studie, wordt de individuele studietoeslag naar evenredigheid vastgesteld.

  • 3. Het college vordert de studietoeslag terug voor zover de studietoeslag ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen.

Artikel 4. Hoogte en betaling van de individuele studietoeslag

  • 1. De individuele studietoeslag bedraagt 15% van het bruto wettelijk minimum (jeugd) loon dat voor hen geldt.

  • 2. De individuele studietoeslag wordt geweigerd indien aanvrager beschikt over een neveninkomen van ten minste het maximumbedrag als bedoeld in het eerste lid van onderhavig artikel, of

  • 3. Het bedrag genoemd in het eerste lid wordt jaarlijks aangepast conform de ontwikkeling van het wettelijk minimum (jeugd) loon. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

  • 4. De individuele studietoeslag wordt per maand uitbetaald in gelijke delen.

  • 5. Het college kan nadere regels opstellen over de doelgroepen en de hoogte van de toeslag.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen artikel 3 of 4 lid 2 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing - gelet op het belang van belanghebbende - leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Olst-Wijhe.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 11 mei 2015
De raad voornoemd.
De griffier De voorzitter
………………………………………….………………………………….
B.A. (Bart) Duursema A.G.J. (Ton) Strien