Archiefverordening Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 2014

Geldend van 10-04-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2013

Intitulé

Archiefverordening Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 2014

Het Algemeen Bestuur van Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA);

Gelet op:

  • -

    artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en

  • -

    artikel 31 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem;

besluit vast te stellen de navolgende verordening inzake de zorg van het Dagelijks Bestuur voor de archiefbescheiden, het aanwijzen en het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats:

Archiefverordening Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 2014

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Archiefwet 1995;

  • b.

    de archiefbewaarplaats: de door het Algemeen Bestuur in het besluit ‘Aanwijzing archivaris en archiefbewaarplaats voor Omgevingsdienst Regio Arnhem 2014’ overeenkomstig artikel 40, tweede lid van de wet aangewezen archiefbewaarplaats;

  • c.

    de archivaris: de door het Algemeen Bestuur in het besluit ‘Aanwijzing archivaris en archiefbewaarplaats voor Omgevingsdienst Regio Arnhem 2014’ overeenkomstig artikel 40, tweede lid van de wet benoemde archivaris;

  • d.

    beheerder: degene die ingevolge artikel 4 is belast met het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats;

  • e.

    beheereenheid: een door het Dagelijks Bestuur als zodanig aan te wijzen organisatieonderdeel, zelfstandig belast met de documentaire informatievoorziening;

  • f.

    informatiesysteem: systeem van documentatie, procedures, apparatuur en programmatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden, ontvangen, bewaard, geordend en geraadpleegd.

Hoofdstuk II. Aangewezen archiefbewaarplaats

Artikel 2

Als archiefbewaarplaats van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem is aangewezen de archiefbewaarplaats van het Gelders Archief te Arnhem, uitgezonderd archiefbescheiden betreffende in mandaat uitgevoerde taken en/of bevoegdheden van de deelnemers.

Hoofdstuk III. De zorg van het Dagelijks Bestuur voor de archiefbescheiden

Artikel 3

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor het inrichten en instandhouden van voldoende en doelmatige archiefruimten.

Artikel 4

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor het aanwijzen van de beheerder(s).

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de aanstelling van voldoende, deskundig personeel voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van de archiefbescheiden en documentaire verzamelingen, ongeacht hun vorm.

Artikel 6

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de archiefbescheiden geschieden op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vervaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking komen.

Artikel 7

Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor, dat jaarlijks op de begroting voldoende middelen worden geraamd ter dekking van de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden.

Artikel 8

Het Dagelijks Bestuur stelt voor het beheer van de archiefbescheiden en voor het beheer van de archiefbewaarplaats voorschriften vast in het Besluit Informatiebeheer.

Artikel 9

Het Dagelijks Bestuur doet jaarlijks aan het Algemeen Bestuur verslag omtrent hetgeen het heeft verricht ter uitvoering van artikel 40 tweede lid juncto artikel 30 van de wet. Het Dagelijks Bestuur legt daarbij over het verslag dat door de archivaris aan hem is uitgebracht in verband met het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Hoofdstuk IV Toezicht van de archivaris op het beheer van de archiefbescheiden welke niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats

Artikel 10

De archivaris is belast met het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel 11

De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 40 tweede lid juncto artikel 32, tweede lid, van de wet opgedragen toezicht, zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door een of meer ambtenaren die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 12

  • 1. De beheerder verstrekt aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn en verleent de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van de archiefbescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmiddelen en systemen waarin archiefbescheiden zijn opgenomen.

  • 2. De archivaris en degenen die hem in de uitoefening van het toezicht vervangen of bijstaan, hebben met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de archiefbescheiden en de ruimten waarin deze zich bevinden.

Artikel 13

De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de beheerder alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan het Dagelijks Bestuur. De archivaris geeft daarbij aan welke voorzieningen naar zijn oordeel in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen.

Artikel 14

De beheerder doet aan de archivaris tijdig mededeling van het voornemen om aan het Dagelijks Bestuur een voorstel te doen tot:

  • a.

    opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheereenheid of overdracht van één of meer taken aan een andere beheereenheid, overheidsorgaan of rechtspersoon;

  • b.

    bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefbewaarplaats respectievelijk archiefruimte;

  • c.

    verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden;

  • d.

    ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem;

  • e.

    voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen.

Artikel 15

De archivaris doet eenmaal per jaar verslag aan het Dagelijks Bestuur betreffende de uitoefening van het toezicht.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 16

Vervallen.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2013.

Artikel 18

Deze verordening wordt aangehaald als 'Archiefverordening Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 2014.'

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van Omgevingsdienst Regio Arnhem van 28 maart 2014,
de voorzitter, de waarnemend secretaris,
mevrouw M.J. van Gastel de heer ing. J.B.H. Robben 

Nota-toelichting

Memorie van toelichting

Model Archiefverordening openbaar lichaam (gemeenschappelijke regeling) met archivaris

Deze Archiefverordening ODRA 2014 is gebaseerd op de Model-Archiefverordening en sluit aan bij de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995, en dient door het Algemeen Bestuur te worden vastgesteld op grond van het in de aanhef genoemde artikel in de Archiefwet 1995 en artikel 31 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem.

De verordening bestaat in hoofdzaak uit twee gedeelten, namelijk de regeling voor de zorg die het Dagelijks Bestuur draagt voor de archieven en het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden, die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Deze verordening is, evenals wet en besluit, niet alleen van toepassing op klassieke, papieren archiefbescheiden, maar ook op moderne, digitale informatiedragers.

Hoofdstuk III bevat een uitwerking van het begrip “zorg”, dat in de Archiefwet 1995 niet wordt gedefinieerd. Wat voldoende en doelmatige archiefruimten zijn (artikel 3), is geregeld in het Archiefbesluit 1995 respectievelijk in de Archiefregeling.

Hoofdstuk IV is een uitwerking van het toezicht bedoeld in artikel 32, tweede lid van de wet en is aangepast aan de op 1 oktober 2012 in werking getreden Wet Revitalisering generiek toezicht en de per die datum gewijzigde Archiefwet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel1

Begripsbepalingen zijn alleen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moest worden toegekend.

Artikel2

De toelichting op dit artikel is alleen van toepassing bij in mandaat uitgevoerde taken en/of bevoegdheden:

Archiefbescheiden betreffende in mandaat uitgevoerde taken en/of bevoegdheden van de deelnemers aan de regeling zijn en blijven de verantwoordelijkheid van de betrokken deelnemers en worden te zijner tijd overgebracht naar de archiefbewaarplaats die door elk van de deelnemers afzonderlijk is aangewezen.

Artikel 3

De Archiefregeling stelt op grond van artikel 13, vierde lid van het Archiefbesluit 1995 vast, aan welke bouwkundige en inrichtingseisen de archiefbewaarplaats en de archiefruimten moeten voldoen.

Artikel4

Het aanwijzen van de beheerder(s) is opgenomen in de op grond van artikel 8 te stellen voorschriften: het Besluit Informatiebeheer Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 2014.

Artikel5en 6

De Archiefregeling stelt op grond van artikel 11 tweede lid van het Archiefbesluit 1995 nadere regels omtrent de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 11 van het Archiefbesluit 1995 kent de in dit artikel bedoelde verplichting slechts ten behoeve van de interne stukken. Uit overwegingen van behoorlijk bestuur en ter besparing van conserveringskosten voor de overheid als geheel wordt dit onjuist geacht. Daarom is in het tweede lid bepaald, dat ook de te verzenden stukken aan de genoemde Regeling dienen te voldoen. Het openbaar lichaam heeft als ontvanger van door andere overheden opgemaakte stukken daarvan zelf ook profijt.

Artikel8

De bedoelde voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 2014.

Artikel9en artikel 15

Het Algemeen Bestuur verneemt op deze manier jaarlijks wat er op het gebied van de archiefzorg, het archiefbeheer en het toezicht daarop heeft plaatsgevonden. Een jaarlijkse verslaglegging past bij het vernieuwde interbestuurlijk toezicht, waarbij een zwaarder accent wordt gelegd op de horizontale verantwoording.

Artikel12

De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietechnologie hebben in de wet geleid tot een gewijzigde definitie van de term “archiefbescheiden”. De wetgever heeft – binnen de formele betekenis van het begrip archiefbescheiden – bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechnologie opgevraagd kan worden.

Ondanks de ruimere betekenis van “archiefbescheiden” kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een andere, ruimere inhoud hebben gekregen. Dat heeft onder andere gevolgen voor een term als “beheer”. Zo zal het voor het toezicht op het beheer van machine leesbare gegevensbestanden niet meer voldoende zijn dat toegang tot de ruimte is verzekerd. De formulering betreffende de noodzakelijke medewerking is ontleend aan de artikelen 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel14

Slechts die aspecten van de uitoefening van het archiefbeheer zijn hier vermeld, die bij constatering achteraf tot onevenredig hoge kosten zouden kunnen leiden, of die ernstige schade voor het behoud dan wel de openbaarheid van de archiefbescheiden en de rechtszekerheid van de burger tot gevolg zouden hebben.

Artikel15

De verslaglegging door de archivaris is de basis voor de verantwoording van het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur zoals bedoeld in artikel 9.