REGLEMENT CENTRAAL LOKAAL OVERLEG MET VAKBONDEN GELDERSE OMGEVINGSDIENSTEN

Geldend van 21-07-2020 t/m heden

Intitulé

REGLEMENT CENTRAAL LOKAAL OVERLEG MET VAKBONDEN GELDERSE OMGEVINGSDIENSTEN

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

gelet op de CAO SGO

gelet op artikel 18 lid 8 van de tekst van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

besluit vast te stellen

het REGLEMENT CENTRAAL LOKAAL OVERLEG MET VAKBONDEN GELDERSE OMGEVINGSDIENSTEN

Artikel 1. Inleiding

1. De Gelderse Omgevingsdiensten en de vakbonden hebben afgesproken het lokaal overleg, zoals bedoeld in hoofdstuk 12 van de Cao SGO, op centraal niveau binnen het Gelders Stelsel vorm te geven.

2. Dit reglement bevat de in dat kader gemaakte afspraken.

Artikel 2. Samenstelling

1. Het centraal lokaal overleg bestaat uit een werkgeversdelegatie en een werknemersdelegatie.

2. De werkgeversdelegatie bestaat uit één of meer directeuren, aangewezen door de besturen van de Gelderse Omgevingsdiensten om namens hen het centraal lokaal overleg te voeren en in dat kader bindende afspraken te maken.

3. Aan de werkgeversdelegatie kunnen één of meer adviseurs worden toegevoegd.

4. De werknemersdelegatie bestaat per omgevingsdienst uit één lid en één plaatsvervangend lid, aan te wijzen door de vakbonden in het Lokaal Overleg van de betreffende omgevingsdienst.

5. De vakbonden kunnen elk een vakbondsbestuurder aanwijzen als adviseur van de werknemersdelegatie.

Artikel 3. Vergaderingen

1. De werkgeversdelegatie zit het centraal lokaal overleg met de vakbonden voor.

2. De werkgever verzorgt de secretariële ondersteuning van het centraal lokaal overleg, waaronder het opstellen van een verslag van het overleg.

Artikel 4. Uitnodigingen

1. Partijen kunnen elkaar uitnodigen voor overleg.

2. De uitnodiging met de benodigde stukken voor de vergadering worden veertien dagen van te voren toegestuurd. In bijzondere gevallen kan, in onderling overleg, van deze termijn worden afgeweken.

3. De werkgevers- en de werknemersdelegatie kunnen in overleg anderen het overleg laten bijwonen.

4. Als er na twee uitnodigingen voor overleg geen meerderheid van de werknemersdelegatie aanwezig is bij een overleg, kunnen de geagendeerde onderwerpen door de werkgeversdelegatie worden behandeld en van een standpunt worden voorzien. De werkgeversdelegatie mag dan besluiten nemen over de geagendeerde onderwerpen. Dit gebeurt alleen als uitstel niet mogelijk is en de andere partij nadrukkelijk op de gevolgen van hun handelswijze is gewezen.

Artikel 5. Onderwerpen voor overleg

Werkgevers- en werknemersdelegatievoeren overleg over de onderwerpen in artikel 12.2 lid 1 en lid 2 van de Cao SGO.

Artikel 6. Overeenstemming

1. Er is overeenstemming bereikt als de werkgevers- en de werknemersdelegatie beiden instemmen.

2. Bij stemming in de vergadering brengen zowel de werkgevers- als de werknemersdelegatie één stem uit.

3. Hoofdelijke stemming van de aanwezige leden in of buiten de vergadering bepaalt de stem van de werknemersdelegatie. Bij staking van stemmen wordt de werknemersdelegatie geacht tegen te hebben gestemd.

Artikel 7. Geen overeenstemming

1. Als de werkgeversdelegatie of de werknemersdelegatie tot het oordeel komt dat geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt dit zo snel mogelijk na bespreking in het overleg schriftelijk aan de andere partij medegedeeld.

2. Binnen 10 werkdagen na ontvangst van de mededeling nodigt de werkgeversdelegatie de werknemersdelegatie uit voor overleg. Het overleg vindt uiterlijk 7 werkdagen later plaats.

3. Werkgeversdelegatie en werknemersdelegatie kunnen:

a. besluiten het overleg voort te zetten;

b. besluiten het overleg te beëindigen;

c. constateren dat een geschil bestaat.

4. Bij een geschil stellen partijen vast wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of zij het geschil willen voorleggen aan de LAAC.

Artikel 8. Advies

1. De werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie kunnen ieder een geschil voor advies aan de LAAC voorleggen.

2. Binnen 6 werkdagen na het overleg in artikel 7 lid 2 leggen de partijen die tot advies hebben besloten het verzoek om advies ondertekend voor aan de LAAC. Het verzoek bevat minimaal het onderwerp en de inhoud van het geschil.

3. Als in het overleg geen overeenstemming bestaat over het onderwerp en de inhoud van het geschil kunnen de beide partijen hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil ook binnen 6 werkdagen bij de LAAC voorleggen.

4. Binnen 10 werkdagen na ontvangst van het advies zetten de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie het overleg over het geschil voort.

Artikel 9. Arbitrage

1. De werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie kunnen gezamenlijk een geschil voor arbitrage aan de LAAC voorleggen. Hiervoor is overeenstemming nodig, zoals bedoeld in artikel 6.

2. Binnen 6 werkdagen na het overleg in artikel 7 lid 2 leggen de partijen het verzoek om arbitrage ondertekend voor aan de LAAC. Het verzoek bevat minimaal het onderwerp en de inhoud van het geschil en de standpunten van beide partijen.

3. De arbitrale uitspraak is bindend voor beide partijen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

Nijmegen, 13 juli 2020

De voorzitter, De secretaris,