Regeling vervallen per 01-01-2020

Fietsregeling 2015-2016

Geldend van 24-10-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Fietsregeling 2015-2016

HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE OMGEVINGSDIENST RIVIERENLAND

Besluit:

Vast te stellen de volgende Fietsregeling 2015-2016.

Medewerkers in dienst van de omgevingsdienst Rivierenland kunnen eenmaal per drie kalenderjaren in aanmerking komen voor een vergoeding voor de aanschaf van een fiets of E-bike (fiets met trapondersteuning; geen bromfiets, scooter, ed).

De vergoeding voor de fiets bedraagt maximaal € 749, -.

Daarnaast bestaat gedurende drie jaar aanspraak op een bedrag van € 82,- per jaar voor de aanschaf van accessoires en/of onderhoudsbeurten. Deze vergoeding wordt jaarlijks uitbetaald; als blijkt dat in het betreffende jaar de fiets niet meer wordt gebruikt voor woon-werkverkeer dan vervalt het recht op deze vergoeding.

Tenslotte worden de volledige verzekeringskosten van een gangbare fietsverzekering gedurende drie jaar vergoed.

De vergoeding voor de fiets wordt uitbetaald nadat de medewerker een factuur heeft ingediend, waaruit blijkt dat een fiets is aangeschaft en wat de kosten hiervan bedragen. Bedragen de aanschafkosten minder dan € 749, -, dan is de vergoeding gelijk aan het bedrag van de daadwerkelijke kosten.

Voor de vergoeding van € 82,- per jaar zijn geen facturen nodig.

De verzekeringskosten worden vergoed als deze apart op de factuur van de aanschaf van de fiets zijn vermeld of hiervan een afzonderlijke factuur wordt ingediend.

Om voor vergoeding in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de vergoeding is alleen voor werknemers van de omgevingsdienst Rivierenland; in dit verband worden onder werknemers verstaan degenen die volgens de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) zijn aangesteld in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor de duur van tenminste 1 jaar met het uitzicht op een vast dienstverband;

  • 2.

    de fiets dient voor meer dan 50% van de werkdagen in een kalenderjaar gebruikt te worden voor woon- werkverkeer. Als de medewerker op een afstand groter dan 15 km (fiets) of 25 km (E-bike) van het werk woont, moet hij een gedeelte van de afstand woon-werk met de fiets afleggen (bijvoorbeeld van huis naar NS/bus/metro/tram of van werk naar NS/bus); de medewerker moet hiervoor de verklaring medegebruik fiets voor woon-werkverkeer invullen en ondertekenen en, voor zover nodig, een kopie van de openbaar vervoerkaart inleveren;

  • 3.

    de medewerker verklaart gedurende maximaal 3 opeenvolgende kalenderjaren (1e kalenderjaar is het jaar van uitbetaling van de vergoeding)

  • 4.

    af te zien van de uitbetaling van het gehele of gedeeltelijke brutobedrag van de vanaf het moment van de vergoeding opgebouwde vakantietoelage in mei van die kalenderjaren;

  • 5.

    af te zien van de uitbetaling van het gehele of gedeeltelijke bruto bedrag van de vanaf het moment van de vergoeding opgebouwde eindejaarsuitkering in december van die kalenderjaren;

  • 6.

    het bruto bedrag van de waarde van de vanaf het moment van de vergoeding voor dat jaar nog op te bouwen recht aan verlofuren in te zetten. Het maximum aantal uren is 72 uur (deeltijders naar rato) waarbij de medewerker geen uren mag inleveren waardoor hij onder het wettelijk aantal verlofuren van 144 per jaar komt (deeltijders naar rato); de waarde van de verlofuren wordt bepaald door het salaris (schaalbedrag) op 1 januari van het jaar van vergoeding te delen door 156 (= uurloon en te vermenigvuldigen met het gewenste aantal te besteden verlofuren.

 

Uitbetaling vindt plaats via de salarisadministratie.

 

Medewerkers die voor 1 januari 2015 gebruik hebben gemaakt van de toen geldende fiscale fietsregeling, kunnen van deze nieuwe regeling gebruik maken nadat 3 kalenderjaren zijn verstreken na het ontvangen van de vergoeding op basis van de oude regeling.

 

Deze regeling geldt vooralsnog voor 2015 en 2016.

 

Deze regeling treedt in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

 

Aldus vastgesteld als parafenbesluit van het  Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland

d.d. 21 oktober 2015

 

de voorzitter,

de secretaris,

C.A.H. Zondag

A.Schipper