Regeling vervallen per 01-01-2020

Aanvullende regeling Individueel Keuzebudget voor Gelderse Omgevingsdiensten

Geldend van 27-03-2017 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Aanvullende regeling Individueel Keuzebudget voor Gelderse Omgevingsdiensten

Aanvullende regeling Individueel Keuzebudget voor Gelderse Omgevingsdiensten

Het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst Rivierenland;

Overwegende,

dat in de Rechtspositieregeling ODR (CAR-UWO voor de Gelderse Omgevingsdiensten) in hoofdstuk 3 onder paragraaf 5 het Individueel Keuzebudget (IKB) is opgenomen;

dat artikel 3:29, lid 2 de werkgever de mogelijkheid biedt om aanvullende doelen vast te stellen;

dat de werkgever optimaal gebruik wil maken van de vrije ruimte in het kader van de Werkkostenregeling;

Gelet op de in het CGO bereikte overeenstemming d.d. 23 november 2016;

gelet op de artikelen 12:2 en 12:2:1 van de CAR-UWO;

BESLUIT:

Vast te stellen:

De Aanvullende regeling Individueel Keuzebudget 2017 voor Gelderse Omgevingsdiensten

Hoofdstuk 1 - Regeling

  • 1.

    Artikel 1

    In aanvulling op de in artikel 3:29, lid 1 CAR-UWO genoemde doelen, worden de volgende doelen toegevoegd aan het IKB:

    • a.

      het financieren van de aanschaf van een fiets.

    • b.

      het financieren van vakbondscontributie.

    • c.

      het financieren van de kosten van woon-werkverkeer.

    • d.

      het financieren van een onkostenvergoeding.

  • 2.

    De financiering krijgt vorm door uitruil van (een deel van) het bruto IKB tegen een netto vergoeding ter grootte van bruto IKB bedrag.

  • 3.

    In alle gevallen geldt als voorwaarde dat het opgebouwde en beschikbare IKB toereikend dient te zijn voor de op het moment van aanwending voor het betreffende doel in te zetten bedrag.

  • 4.

    De voorwaarden besteding van het IKB aan de in lid 1 genoemde doelen worden in de navolgende artikelen nader uitgewerkt.

Artikel 2

Het financieren van de aanschaf van een fiets is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het IKB kan tot een maximum van € 500,- worden aangewend voor de financiering van de aanschaf van een fiets, inclusief eventueel de bijbehorende accessoires en een fietsverzekering.

  • b.

    Het IKB kan maximaal één keer per vier kalenderjaren worden aangewend voor de financiering van de aanschaf van een fiets.

  • c.

    De werknemer dient een kopie van de aanschaffactuur waaruit het betaalde bedrag blijkt in te leveren.

  • d.

    De werknemer verklaart de fiets uitsluitend voor persoonlijk gebruik aan te schaffen.

  • e.

    Aanwending van het IKB voor dit doel is mogelijk t/m de maand september van het betreffende kalenderjaar, voorzover aan de hiervoor genoemde voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 3

Het financieren van de vakbondscontributie is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    De werknemer dient aantoonbaar lid te zijn van een vakorganisatie;

  • b.

    De werknemer levert een bewijs in dat de contributie is betaald.

  • c.

    Aanwending van het IKB voor dit doel is alleen mogelijk voor de betaalde contributie over het betreffende kalenderjaar.

  • d.

    Aanwending van het IKB voor dit doel is alleen mogelijk in de maanden oktober, november en december van het betreffende kalenderjaar.

Artikel 4

Het financieren van de kosten voor woon- werkverkeer die voor eigen rekening blijven is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het aantal dagen waarop de werknemer die 5 dagen per week werkt wordt vastgesteld op 214.

  • b.

    De reisafstand woon-werkverkeer wordt berekend op basis van de werkelijke afstand woon-werk.

  • c.

    De afstand wordt berekend met gebruikmaking van Google routeplanner auto, snelste route;

  • d.

    De vergoeding bedraagt € 0,19 per kilometer voor de afgelegde afstand vice versa.

  • e.

    De berekening van de toekenning geschiedt onder aftrek van door de werkgever reeds toegekende vergoeding.

  • f.

    Het maximumbedrag dat via een uitruil voor reiskosten woon-werk mag worden gebruikt, is afhankelijk van de maximale fiscale ruimte, die afhankelijk is van de enkele reisafstand en het aantal werkzame dagen.

  • g.

    Maximaal mag 75 kilometer enkelvoudige reisafstand per dag worden toegepast(conform richtlijnen Belastingdienst)

  • h.

    De maximale maandelijkse vergoeding wordt bepaald door de formule:

(aantal werkdagen woon-werkverkeer per week/ 5 X 214) X 2 X enkele reisafstand X € 0,19

12

  • i.

    Ingeval van verhuizing of aanpassing van het werkrooster dient de medewerker dit per direct door te geven. Dit heeft immers invloed op de uitruilmogelijkheden.

  • j.

    Bij een aanpassing van het aantal dagen dat een medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast.

  • k.

    In geval van langdurige afwezigheid of ziekte wordt de uitruil stopgezet. Dit wordt per Omgevingsdienst afgestemd met de gastheer. Daar waar noodzakelijk wordt aangesloten bij de werkwijze van de gastheer. Ook wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van het systeem.

  • l.

    Indien de medewerker de uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit in de IKB module te bepalen.

  • m.

    Aanwending van het IKB voor dit doel is maandelijks mogelijk.

Artikel 5

Het financieren van een onkostenvergoeding is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    De hoogte van de onkostenvergoeding is onafhankelijk van de omvang van het dienstverband.

  • b.

    De onkostenvergoeding hoeft niet nader te worden onderbouwd.

  • c.

    De hoogte van de onkostenvergoeding wordt jaarlijks, zo mogelijk in oktober van het betreffende kalenderjaar, door de directeur vastgesteld binnen de ruimte die de werkkostenregeling (WKR) biedt en ook verder rekening houdend met de fiscale voorschriften.

  • d.

    Aanwending van het IKB voor dit doel is alleen mogelijk in de maand december van het betreffende kalenderjaar.

  • e.

    De werknemer dient schriftelijk een aanvraag in om de vergoeding te ontvangen, al dan niet via een digitaal systeem.

Hoofdstuk 2 – Overige bepalingen

Artikel 6

Werknemer verklaart dat:

  • a.

    bij gebruikmaking van de in deze regeling genoemde uitruilmogelijkheden hij alles naar waarheid heeft ingevuld en ondertekend.

  • b.

    hij er mee instemt dat bij onrechtmatig gebruik van de regeling de daaruit voortvloeiende kosten op hem worden verhaald.

  • c.

    hij kennis heeft genomen van het feit dat deze uitruil negatieve consequenties heeft op toekomstige uitkeringen op grond van de sociale zekerheidswetten WW, WIA en ZW.

Artikel 7

Werkgever behoudt zich het recht voor deze regeling of onderdelen van deze regeling eenzijdig te wijzigen of in te trekken wanneer de fiscale regels omtrent bedoelde uitruilmogelijkheden wijzigen.

Artikel 8

Wanneer deze regeling niet of onvoldoende voorziet in een passende uitvoering en bij verschillen van inzicht beslist de werkgever over hoe moet worden gehandeld.

Hoofdstuk 3 - Slotbepalingen

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het publicatieblad van de Omgevingsdienst Rivierenland en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2017.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanvullende regeling Individueel Keuzebudget voor Gelderse Omgevingsdiensten.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland van 20 maart 2017 te Tiel.

de voorzitter,

de secretaris,

C.A.H. Zondag

A.Schipper