VERVANGINGSREGELING DIRECTEUR EN MANAGERS OMGEVINGSDIENST VELUWE IJSSEL 2017

Geldend van 01-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2019

Intitulé

VERVANGINGSREGELING DIRECTEUR EN MANAGERS OMGEVINGSDIENST VELUWE IJSSEL 2017

Het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst Veluwe IJssel,

gelet op het bepaalde in:

- afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

- Wet openbaarheid van bestuur;

- Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel;

- Organisatieverordening Omgevingsdienst Veluwe IJssel;

- Budgethoudersregeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel;

BESLUIT

vast te stellen de Vervangingsregeling directeur en managers Omgevingsdienst Veluwe IJssel 2017:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. directeur: de directeur tevens secretaris van de omgevingsdienst, bedoeld in artikel 25 van de regeling, tevens budgethouder, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Budgethoudersregeling en tevens WOR-bestuurder als bedoeld in artikel 1 Wet op de ondernemingsraden;

b. gemeenschappelijke regeling: de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel;

c. manager: de functionaris belast met de functie van manager zoals bedoeld in de Organisatieverordening Omgevingsdienst Veluwe IJssel 2019 en in dienst van of werkzaam voor de omgevingsdienst;

d. omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Veluwe IJssel, bedoeld in artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling;

e. verplichting: een verplichting van de omgevingsdienst tot uitgaven, inkomsten of investeringen die door of namens de omgevingsdienst is aangegaan door het sluiten van een overeenkomst of die op andere wijze dan door het sluiten van een overeenkomst voor de omgevingsdienst is ontstaan;

f. Wob: Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 2 Algemeen

Plaatsvervanging, zoals geregeld in deze vervangingsregeling, is bedoeld voor perioden van kortdurende afwezigheid van de directeur onderscheidenlijk een manager als gevolg van verlof of anderszins voorziene afwezigheid, ziekte dan wel onvoorziene omstandigheden.

Artikel 3 Plaatsvervanging

1. De directeur wordt bij zijn afwezigheid vervangen door:

1e plaatsvervanger Manager team Ontwikkeling

2e plaatsvervanger Manager team Beheer

Deze vervanging geldt voor alle rollen die de directeur vervult: directeur, secretaris, budgethouder en WOR-bestuurder. Het bepaalde in het tweede lid van dit artikel over onderlinge vervanging van de managers is op deze vervanging niet van toepassing.

2. Managers vervangen elkaar horizontaal bij afwezigheid.

Artikel 4 Bevoegdheden en instructies

1. De plaatsvervanger is bevoegd de taken en verantwoordelijkheden van de directeur uit te oefenen bij diens afwezigheid. De tweede plaatsvervanger is daartoe bevoegd bij afwezigheid van de eerste plaatsvervanger. Hierbij gelden de volgende verplichtingen:

a. in het geval dat degene die de directeur als budgethouder vervangt, ook de prestatieverklaarder is van een inkoopfactuur, moet een andere plaatsvervanger deze factuur in de rol van budgethouder goedkeuren. Een budgethouder mag dus nooit de prestatieverklaarder zijn;

b. degene die de directeur vervangt bij de uitoefening van de bevoegdheden ingevolge artikel 2a, 2b onder i en 2c van het Mandaat- en volmachtbesluit directeur betreffende het beslissen op bezwaarschriften of op verzoeken als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van een Wob-besluit, is niet dezelfde persoon die ingevolge artikel 2 Wob-mandaatbesluit managers als (plaatsvervangend) manager het betreffende primaire Wob-besluit krachtens mandaat heeft genomen.

2. De plaatsvervanger is bevoegd de taken en verantwoordelijkheden van de manager uit te oefenen bij diens afwezigheid. Hierbij worden de verplichtingen als vermeld in het vorige lid in acht genomen, voor zover van toepassing.

3. Het niet-voldoen aan de in het eerste lid, onder a genoemde verplichting doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de uitoefening van de in dat lid onder a genoemde bevoegdheden.

4. De directeur onderscheidenlijk een manager kan instructies stellen aan de uitoefening van diens taken en verantwoordelijkheden door de plaatsvervanger. De instructies worden schriftelijk vastgelegd.

5. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door de plaatsvervanger, dient dit in de ondertekening van uitgaande stukken tot uitdrukking te worden gebracht door de gebruikmaking van de woorden “plv directeur” onderscheidenlijk “plaatsvervangend manager”, gevolgd door de handtekening en naam van de plaatsvervanger.

6. De Instructie directeur en secretaris ten aanzien van taak en bevoegdheid van de directeur is van toepassing op de plaatsvervanger(s) van de directeur.

Artikel 5 Aanwezigheid

De directeur onderscheidenlijk een manager draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat bij diens afwezigheid de plaatsvervanger aanwezig is.

Artikel 6 Waarneming

1. In geval de afwezigheid van de directeur langer dan tweeënveertig kalenderdagen duurt, of naar verwachting zal duren, kan het dagelijks bestuur, in afwijking van artikel 3 lid 1, opdracht geven de functie van directeur waar te nemen. De waarneming kan aan een ander dan de in artikel 3 lid 1 genoemde functionaris(sen)worden opgedragen.

2. Indien de waarneming aan een in artikel 3 lid 1 genoemde functionaris is opgedragen, zijn de verplichtingen als genoemd in artikel 4 lid 1 van overeenkomstige toepassing.

3. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door de gebruikmaking van de woorden “waarnemend directeur”, gevolgd door de handtekening en naam van de waarnemer.

4. De Instructie directeur en secretaris ten aanzien van taak en bevoegdheid van de directeur is van toepassing op de waarnemer van de directeur.

Artikel 7 Vergoeding

Voor het plaatsvervangerschap wordt geen financiële vergoeding toegekend. Inzake waarneming van

de functie blijft het gestelde in artikel 3:10 CAR-UWO Gelderse omgevingsdiensten onverminderd van kracht.

Artikel 8 Onvoorzien

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de voorzitter (in geval van plaatsvervanging en waarneming directeur) onderscheidenlijk de directeur (in geval van plaatsvervanging manager), en treft deze zo nodig maatregelen.

Artikel 9 Slotbepaling

1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018. Indien het publicatieblad van de omgevingsdienst waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2017, treedt deze in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het publicatieblad van de omgevingsdienst waarin deze wordt geplaatst, en werkt deze terug tot en met 1 januari 2018.

2. Deze regeling wordt aangehaald als: “Vervangingsregeling directeur en managers Omgevingsdienst Veluwe IJssel 2017”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel op 27 november 2017,

de voorzitter, de secretaris,

J.N. van Nuijs J.J.W. Strebus