Regeling vervallen per 01-07-2016

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Geldend van 23-02-2016 t/m 30-06-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,

Gelet op

- afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

- de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

- de Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ;

- het Delegatiebesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

Besluiten

vast te stellen:

Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ

Artikel 1 : Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst;

b. CAR-UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);

c. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

d. directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 30 van de Gemeenschappelijke

regeling Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid, tevens secretaris van het bestuur van de Omgevingsdienst;

e. meerjarenbeheersplan: het plan als genoemd in artikel 18 van de Financiële verordening Omgevingsdienst ZHZ;

f. Omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

g. voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 20 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid;

Artikel 2: Mandaat

1. Aan de directeur wordt in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot:

a. het uitoefenen van de bevoegdheden voortvloeiend uit de CAR-UWO en uit overige op het personeel van de Omgevingsdienst van toepassing zijnde regelingen, met inbegrip van het aanstellen, schorsen en ontslaan van functionarissen van de ambtelijke organisatie, onverminderd het bepaalde in artikel 31 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland;

b. het leidinggeven aan en aansturen van de functionarissen van de ambtelijke organisatie;

c. het beslissen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, onverminderd het bepaalde in artikel 2 van het Delegatiebesluit Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, en

d. het vertegenwoordigen van de Omgevingsdienst in en buiten rechte, voor zover het het verrichten van privaatrechtelijke en andere rechtshandelingen betreft, waartoe door of namens het dagelijks bestuur is besloten.

2. De directeur besluit slechts tot het aanstellen, schorsen en ontslaan van afdelingshoofden, bedoeld in artikel 1 van de Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ, nadat het dagelijks bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen naar voren te brengen.

3. In afwijking van het eerste lid, onder a, strekt het mandaat niet tot aanstelling van de controller van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 1 van de Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ, met dien verstande dat de directeur slechts een voordracht doet voor aanstelling van de controller door het dagelijks bestuur.

4. Onder functionarissen van de ambtelijke organisatie als bedoeld in het eerste en tweede lid, worden mede die functionarissen verstaan met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.

Artikel 3: Volmacht en Machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

a. volmacht om namens de Omgevingsdienst privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, en

b. machtiging om namens de Omgevingsdienst handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 4: Ondermandaat

1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, eerste lid, in ondermandaat verlenen aan functionarissen in dienst van de Omgevingsdienst en, voorzover het betreft de bevoegdheden als genoemd in artikel 2, eerste lid onder d, aan externen.

2. De directeur gaat niet over tot het opdragen in ondermandaat dan na verkregen toestemming van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.

Artikel 5: Kaders mandaat

1. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.

2. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de door het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst vastgestelde begroting en het meerjaren beheersplan en voor zover in die begroting voor de betreffende rechtshandeling financiële middelen zijn opgenomen en deze niet zijn uitgeput.

Artikel 6: Informatieplicht

1. De directeur verschaft het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken.

2. De directeur informeert het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 7: Ondertekening

1. Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder a, b of c, luidt de ondertekening:

Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Namens deze:

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door een ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

2. Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder d, luidt de ondertekening:

De voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Namens deze:

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door een ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

Artikel 8 Slotbepalingen

1. De Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ van 1 juli 2010 (Provinciaal Blad 2010, 123) wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop dit besluit in werking treedt.

2. Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

3. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur Omgevingsdienst ZHZ.

Aldus besloten door het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op 14 november 2012.

L.A.B. de Jong,

Directeur

R.A. Janssen

Voorzitter

R.A. Janssen

Voorzitter