Regeling vervallen per 01-04-2017

Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan ambtenaren van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder

Geldend van 29-04-2016 t/m 31-03-2017

Intitulé

Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan ambtenaren van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder

ONDERMANDAATBESLUIT VAN DE DIRECTEUR OMGEVINGSDIENST ZHZ INZAKE DE WET GELUIDHINDER EN HET BESLUIT GELUIDHINDER

 

 

Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid houdende de verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan ambtenaren van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder

 

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,

 

Gelet op

- afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

- de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

- de verleende mandaten van de gemeenten volgens het Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ inzake Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder 2012

 

Besluit:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.  

    afdelingshoofden:

    de afdelingshoofden, bedoeld in artikel 1, onder c, van de Organisatieverordening Omgevingsdienst ZHZ;

    b. 

    directeur:

    de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid, tevens secretaris van het bestuur van de Omgevingsdienst;

    c. 

    omgevingsdienst:

    het openbaar lichaam Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid;

    d. 

    regeling:

    de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

 

Artikel 2 Ondermandaat

De directeur stelt het ondermandaat ten behoeve van functionarissen van de Omgevingsdienst vast overeenkomstig de bij dit besluit behorende ondermandaatlijst.

 

Artikel 3 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met ondermandaat gelijkgesteld de verlening van:

a. volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

b. machtiging om handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Artikel 4 Kaders ondermandaat

De uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake geldende instructies, voorwaarden of beperkingen per geval of in algemene zin van de gemeente.

 

Artikel 5 Informatieplicht

1. Degene aan wie bij dit besluit ondermandaat is verleend verschaft de directeur gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken.

2. Degene aan wie bij dit besluit ondermandaat is verleend informeert de directeur bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

 

Artikel 6 Ondertekening

1. Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2 luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van < naam gemeente >

namens dezen,

afdelingshoofd (naam afdeling) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

2. Indien gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 3 juncto artikel 2 luidt de ondertekening:

De gemeente < naam gemeente >

Namens deze

afdelingshoofd (naam afdeling) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of, alleen in het geval dat sprake is van machtiging, gevolgd door ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

Artikel 7 Slotbepalingen

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het is bekendgemaakt.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatbesluit van de directeur Omgevingsdienst ZHZ inzake de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

 

Aldus vastgesteld op 25 april 2013.

 

De directeur van de Omgevingdienst Zuid-Holland Zuid,

Mr. R. Visser

ONDERMANDAATLIJST BEHORENDE BIJ HET BESLUIT VAN DE DIRECTEUR VAN DE OMGEVINGSDIENST ZHZ VAN 25 APRIL 2013 INZAKE DE WET GELUIDHINDER EN HET BESLUIT GELUIDHINDER

  • Bevoegdheden / besluiten

    Afdoeningsniveau

    1. Het schriftelijk op de hoogte stellen van de eigenaren en bewoners van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen dat van overheidswege wordt overwogen geluidwerende voorzieningen aan te brengen (artikel 6.3 Bgh).

     

     

    Bureauhoofd

    2. Het doen van een verzoek aan de eigenaren en bewoners van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen om binnen drie weken na de in artikel 6.3 bedoelde schriftelijke mededeling, schriftelijk toestemming te verlenen tot het uitvoeren van een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek (artikel 6.4, eerste lid, Bgh).

     

     

    Bureauhoofd

    3. Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren en bewoners dat geen akoestisch en bouwtechnisch onderzoek kan worden uitgevoerd, tenzij deze schriftelijke toestemming binnen twee weken alsnog wordt verleend, indien de in het eerste lid van artikel 6.4 bedoelde toestemming niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning of het ander geluidsgevoelige gebouw is verleend (artikel 6.4, tweede lid, Bgh).

     

     

     

    Bureauhoofd

    4. Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren en bewoners dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht indien ook de in het tweede lid van artikel 6.4 bedoelde toestemming niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning of het andere geluidsgevoelige gebouw is verleend (artikel 6.4, derde lid, Bgh).

     

     

    Afdelingshoofd

    5. Het instellen van een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek indien de in artikel 6.4, eerste of tweede lid, bedoelde toestemming is verleend (artikel 6.5 Bgh).

    Het onderzoek resulteert in ieder geval in:

    a. een opgave van de geluidsgevoelige ruimten;

    b. een inventarisatie van de benodigde bouwtechnische gegevens;

    c. een opgave van de benodigde geluidwerende voorzieningen;

    d. een raming van de kosten voor de overheid, en

    e. een raming van de eventuele kosten voor de eigenaar.

     

     

     

     

     

    Bureauhoofd

    6. Het schriftelijk op de hoogte stellen van de eigenaren van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien waarvan uit het in artikel 6.5 bedoelde onderzoek blijkt dat de volgende extra voorzieningen moeten worden getroffen:

    a. extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen van de woning met de geluidweringvoorschriften ingevolge de Woningwet 1962 of de Woningwet;

    b. extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen van de woning met de technische voorschriften van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2003, voor zover het betreft geluidsgevoelige ruimten of de bereikbaarheid daarvan;

    c. extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen van het andere geluidsgevoelige gebouw met de technische voorschriften van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2003, voor zover het betreft geluidsgevoelige ruimten of de bereikbaarheid daarvan;

    d. voorzieningen met betrekking tot het opheffen van gebreken en van achterstallig onderhoud (artikel 6.6, eerste lid, Bgh).

     

     

    Bureauhoofd

    7. Het doen van een verzoek aan de betreffende eigenaren binnen drie weken na ontvangst van deze schriftelijke mededeling, om schriftelijk te verklaren dat zij zich verplichten, om binnen een door het bevoegd gezag gestelde termijn, voorafgaand aan het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen de extra voorzieningen, bedoeld in het eerste lid, aan te brengen, tenzij toepassing wordt gevraagd van artikel 6.7, eerste lid (artikel 6.6, tweede lid, Bgh).

     

     

    Bureauhoofd

    8. Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht, tenzij de schriftelijke verklaring binnen twee weken alsnog wordt afgegeven, indien de in het tweede lid bedoelde schriftelijke verklaring niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning is verleend (artikel 6.6, derde lid, Bgh).

     

     

    Bureauhoofd

    9. Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht, indien de verklaring ook binnen de in het derde lid gestelde termijn niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning is afgegeven (artikel 6.6, vierde lid, Bgh).

     

     

    Afdelingshoofd

    10. Het - bij het geven van de verklaring als bedoeld in artikel 6.6 - in ontvangst nemen van een verzoek van de eigenaar dat het treffen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid, en het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen, gelijktijdig plaatsvindt, alsmede het aan dit verzoek gevolg geven (artikel 6.7, eerste lid). Bij toepassing van het eerste lid blijven de kosten van het aanbrengen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid, voor rekening van de betreffende eigenaar (artikel 6.7, tweede lid, Bgh).

     

     

     

    Bureauhoofd

    11. Het doen van een aanbod met betrekking tot de aan te brengen geluidwerende voorzieningen en, indien toepassing wordt gevraagd van artikel 6.6, eerste lid, een voorstel voor een overeenkomst met betrekking tot het aanbrengen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid, aan de eigenaren van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, die op basis van het in artikel 6.5 bedoelde akoestisch en bouwtechnisch onderzoek voor het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen in aanmerking komen (artikel 6.8, eerste lid, Bgh).

    Bureauhoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 10.000)

    of

    Afdelingshoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 25.000)

    12. Het doen van een mededeling aan de betreffende eigenaren wanneer de geluidwerende voorzieningen naar verwachting zullen worden aangebracht (artikel 6.8, tweede lid, Bgh).

     

    Bureauhoofd

    13. Indien geen toepassing wordt gegeven van artikel 6.7, eerste lid: het doen van een aanbod, bedoeld in het eerste lid, onder a, onder de voorwaarde dat de extra voorzieningen door de eigenaar worden aangebracht binnen de door het bevoegd gezag gestelde termijn, voorafgaand aan het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen (artikel 6.8, derde lid, Bgh).

    Bureauhoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 10.000)

    of

    Afdelingshoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 25.000)

    14. Het schriftelijk op de hoogte stellen van de eigenaren van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, die op basis van het in artikel 6.5 bedoelde akoestisch en bouwtechnisch onderzoek voor het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen niet in aanmerking komen (artikel 6.8, vierde lid, Bgh).

     

    Afdelingshoofd

     

    15. Het doen van een verzoek aan de eigenaren, bedoeld in artikel 6.8, eerste lid, om binnen drie weken na ontvangst van het aanbod en, indien van toepassing, de overeenkomst, door middel van ondertekening schriftelijk te verklaren dat:

    a. zij voor alle geluidsgevoelige ruimten waar het aanbod betrekking op heeft, instemmen met de voorgestelde geluidwerende voorzieningen en toestemming geven tot het aanbrengen van de voorgestelde geluidwerende voorzieningen;

    b. zij zich verbinden tot het aanbrengen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid;

    c. indien toepassing is verzocht van artikel 6.7, eerste lid, zij zich verbinden tot het betalen van de kosten die verband houden met het gelijktijdig aanbrengen van de extra voorzieningen (artikel 6.9, eerste lid, Bgh).

    Bureauhoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 10.000)

    of

    Afdelingshoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 25.000)

    16. Indien de in het eerste lid van artikel 6.9 bedoelde ondertekening niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden: het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht, tenzij de ondertekening binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling alsnog plaatsvindt (artikel 6.9, tweede lid, Bgh).

     

     

    Bureauhoofd

    17. Indien de verklaring ook niet binnen de in het tweede lid gestelde termijn heeft plaatsgevonden: het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht (artikel 6.9, derde lid Bgh).

     

    Afdelingshoofd

    18. Het doen uitvoeren van het/de door de gemeente vastgestelde projectvoorstel(len) inzake de uitvoering en begeleiding van geluidsanering door gevelmaatregelen.

    Bureauhoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 10.000)

    of

    Afdelingshoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 25.000)

    19. Het namens de gemeente sluiten van overeenkomsten tussen de eigenaren/bewoners en de gemeente inzake de woningen die wel in aanmerking komen voor gevelmaatregelen.

    Bureauhoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 10.000)

    of

    Afdelingshoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 25.000)

    20. Het verzorgen van de aanbestedingsprocedure, het verstrekken van opdrachten aan de aannemer en het al dan niet voldoen van de facturen van de aannemer, een en ander conform het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de tussen de gemeente en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid gemaakte afspraken.

    Bureauhoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 10.000)

    of

    Afdelingshoofd (bij een aanbod of voorstel voor een overeenkomst met een waarde van ten hoogste € 25.000)