Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden / Zuid-Holland Zuid 2019

Geldend van 23-02-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden / Zuid-Holland Zuid 2019

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht, het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid,

Gelet op:

- Artikel 160 van de Gemeentewet en de artikelen 33b en 57b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

- Artikel 8, vierde lid, van de Regeling Netwerk Georganiseerd Overleg Drechtsteden;

- Artikel 4, tweede lid, van de Overeenkomst tot vaststelling van een uniforme rechtspositieregeling voor de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, mede ten behoeve van de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht en de gemeenschappelijke regelingen Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

- Hoofdstuk 3 van de CAR–UWO, en in het bijzonder artikel 3:29, tweede lid, waarin is bepaald dat het college de bestedingsdoelen uit het eerste lid kan aanvullen;

Na overeenstemming in het Netwerk Georganiseerd Overleg d.d. 29 oktober 2018;

Besluiten ieder voor zich en gezamenlijk vast te stellen de Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden / Zuid Holland Zuid 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze regeling verstaat onder:

1. CAR-UWO: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling sector gemeenten-Uitwerkingsovereenkomst.

2. Doelen: de doelen zoals opgenomen in artikel 3.29 van de CAR-UWO en in artikel 3 van deze regeling.

3. Individueel Keuzebudget (IKB): het budget zoals gedefinieerd in hoofdstuk 3, paragraaf 5 van de CAR-UWO.

4. Medewerker: de ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de CAR-UWO;

5. Werkgever: het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de in de aanhef genoemde organisaties.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze regeling is van toepassing op de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht, de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid en de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

Artikel 3 Uitgangspunten

1. De medewerker kan kiezen uit de bestedingsdoelen die zijn opgenomen in artikel 3.29 van de CAR-UWO en artikel 4 van deze Regeling.

2. De medewerkers kan zelf bepalen welke bestedingsdoel hij kiest en is niet verplicht een bestedingsdoel te kiezen.

3. De medewerker dient een aanvraag om gebruik te maken van deze regeling, uiterlijk op de laatste werkdag van een maand in voor verwerking in de daaropvolgende maand. Hiertoe maakt hij gebruik van de digitale aanvraagmodule.

Artikel 4 Doelen

1. De medewerker geeft in de digitale module de keuze voor besteding van het IKB aan. Naast de doelen zoals deze opgenomen zijn in artikel 3:29 CAR-UWO heeft de medewerker de keuze uit de in de leden 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel genoemde doelen.

2. Een fiets

a. De medewerker kan het IKB inzetten voor het met fiscaal voordeel aanschaffen van een fiets, al dan niet met elektrische trapondersteuning. Hieraan is een maximum van € 2000,-- per 5 kalenderjaren verbonden. De factuurdatum van de fiets is als ingangsdatum bepalend voor het berekenen van deze periode. Indien de aanschafprijs hoger is dan € 2000,- komt het verschil voor eigen rekening van de medewerker.

b. Het voorgaande is niet van toepassing op de medewerker die onder de voorwaarden van de vorige Regeling "Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden/Zuid – Holland Zuid 2017" een fiets heeft aangeschaft zolang deze medewerker onder de overgangsbepaling uit artikel 4 lid 3 valt.

c. De medewerker die gebruik heeft gemaakt van de onder lid 2 sub a van dit artikel genoemde inzet, verklaart dat dit doel ten behoeve van persoonlijk gebruik is.

d. Bij de aanvraag voegt de medewerker een op eigen naam gestelde nota en het betalingsbewijs toe als bijlage.

3. Overgangsbepaling aanschaf fiets vorige regeling

Als overgangsbepaling voor de medewerker die reeds een fiets heeft aangeschaft onder de voorwaarden van de vorige regeling 'Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid 2017' geldt het volgende:

a. gedurende 3 kalenderjaren vanaf de factuurdatum aankoop fiets kan de medewerker fietsaccessoires ter waarde van maximaal € 82,00 per jaar vergoed krijgen;

b. gedurende 3 kalenderjaren vanaf de factuurdatum aankoop fiets kan de medewerker geen gebruik maken van de nieuwe regeling 'Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid 2019' zoals bedoeld onder lid 2 sub a;

c. de korting op de tabelvergoeding vervalt per 1 januari 2019.

4. Contributie aan een vakbond

a. De medewerker kan het IKB met fiscaal voordeel inzetten voor het betalen van de contributie van lidmaatschap van een vakbond die is aangesloten bij een van de centrales van overheidspersoneel zoals genoemd in artikel 6:4:2 van de CAR/UWO.

b. Bij de aanvraag voegt de medewerker de door de vakbond verstrekte jaaropgave contributie toe als bijlage.

5. Aanvulling extra pensioen

Binnen de fiscale mogelijkheden en de randvoorwaarden die het ABP stelt, kan de medewerker (een deel van) het IKB inzetten voor extra pensioen.

6. Sport

a. De medewerker kan het IKB inzetten voor aan sport-gerelateerde zaken zoals de contributie van een fitnessclub, sportvereniging en het aanschaffen van sport accessoires.

b. Het maximale bedrag dat hiervoor eenmalig per jaar kan worden aangewend is € 200,-.

c. De medewerker die gebruik heeft gemaakt van de onder lid 6 sub a en b van dit artikel genoemde inzet, verklaart dat dit doel ten behoeve van persoonlijk gebruik is.

d. Bij de aanvraag voegt de medewerker een op eigen naam gestelde nota en het betalingsbewijs toe als bijlage.

7. Fiscale uitruil reiskosten

a. De medewerker kan - indien hier fiscale ruimte toe is - jaarlijks in de maand december het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil reiskosten woon-werkverkeer.

b. Hiertoe wordt fiscale ruimte bepaald die maandelijks belastingvrij kan worden uitgeruild. Deze ruimte wordt berekend door het fiscaal onbelaste bedrag (€ 0,19 per kilometer in 2018), zoals benoemd in lid G, te verminderen met de reiskostenvergoeding in de vorm van een geldelijke vergoeding of het door de werkgever betaalde bedrag voor het ter beschikking gestelde OV-abonnement die van de werkgever wordt ontvangen.

c. In geval van verhuizing of wijziging standplaats dient de medewerker dit direct aan de werkgever door te geven.

d. Bij aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast.

e. In geval van afwezigheid of ziekte van de medewerker, voor perioden van minstens zes aaneengesloten weken, komt deze periode niet in aanmerking voor de uitruil.

f. De reisafstand woon-werkverkeer wordt berekend tussen het woonadres en de vaste standplaats. De afstand wordt berekend met de ANWB routeplanner, hierbij wordt uitgegaan van de snelste route.

g. De uitruil wordt berekend over maximaal 214 werkdagen per jaar bij een werkweek van vijf dagen, voor deeltijders of bij deelname aan ouderschapsverlof of een andere langdurige verlofvorm, wordt dit naar rato berekend. De medewerker die vijf dagen in de week werkt, dient hierbij op ten minste 128 werkdagen naar de vaste werkplek te reizen.

Artikel 5 Onvoorzien

In individuele gevallen waarin deze regeling niet voorziet of waarvan de toepassing zou leiden tot een kennelijk onbillijke situatie voor de medewerker, kan de werkgever afwijkend beslissen

Artikel 6 Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

2. De Regeling bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden / Zuid Holland Zuid 2017 d.d. 16 februari 2017 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.

3. Deze regeling kan worden aangehaald als: "Regeling Bestedingsdoelen Individueel Keuzebudget Drechtsteden/Zuid Holland Zuid 2019".

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op 21 februari 2019.

De secretaris,

Mr. R. Visser

De voorzitter,

Mr. R.A. Janssen