Regeling vervallen per 06-06-2018

Verordening (re)inte­gratie arbeidsgehandicapten

Geldend van 01-01-1999 t/m 05-06-2018

Intitulé

VERORDENING (RE)INTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet REA:

    de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;

  • b.

    Wiw:

    de Wet inschakeling werkzoekenden;

  • c.

    Buf:

    het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden;

  • d.

    arbeidsgehandicapte:

    een persoon als bedoeld in artikel 2 en artikel 12 van de Wet REA;

  • e.

    subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget:

    een subsidie voor werkgevers als bedoeld in artikel 13b, eerste lid van de Wiw jo. artikel 7a van het Buf;

  • f.

    subsidie in de vorm van een pakket op maat:

    een subsidie voor werkgevers als bedoeld in artikel 13b, tweede lid van de Wiw jo. artikel 7b van het Buf;

  • g.

    subsidie voor werknemersvoorzieningen:

    een subsidie voor arbeidsgehandicapte werknemers als bedoeld in artikel 13a, derde lid van de Wiw jo. artikel 8b, 8c en 8d van het Buf;

  • h.

    subsidie voor voorzieningen voor het verrichten van arbeid in Wiw-dienstbetrekking en op een proefplaats:

    een subsidie ten behoeve van arbeidsgehandicapten als bedoeld in artikel 13a, eerste lid van de Wiw jo. artikel 8a van het Buf;

  • i.

    Awb:

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • j.

    dienstverband:

    een dienstbetrekking in de zin van artikel 1, eerste lid, onder p, van de wet REA, niet zijnde een Wiw-dienstbetrekking, aangegaan voor tenminste zes maanden;

  • k.

    Wiw-dienstbetrekking:

    een dienstbetrekking in de zin van artikel 1, eerste lid onder g van de Wiw;

  • l.

    proefplaats:

    een proefplaats in de zin van artikel 115, tweede en derde lid van de Algemene bijstandswet, artikel 38, tweede en derde lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 38, tweede en derde lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel 2 Bevoegdheid van burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het nemen van besluiten over het verstrekken van subsidies op grond van de artikelen 13a en 13b Wiw en de daarop gebaseerde bepalingen in het Buf, met inachtneming van deze verordening.

Artikel 3 Plafond scholings- en activeringsbudget

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor de subsidies die bekostigd worden uit het scholings- en activeringsbudget als bedoeld in artikel 14 van het Buf.

  • 2. Aanvragen als bedoeld in het eerste lid kunnen worden geweigerd indien door het totaal van toezeggingen in dat jaar het budgetplafond is bereikt.

Artikel 4 Verdelen van de subsidie

Het verdelen van het beschikbare budget als bedoeld in artikel 3 vindt plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in deze volgorde opgenomen als zij volledig is.

Hoofdstuk 2 De aanvraag

Artikel 5 De termijn van aanvraag

Met uitzondering van de aanvraagtermijnen die genoemd worden in artikel 7a, zesde lid en artikel 7b, tweede lid van het Buf worden de aanvragen voor subsidie binnen twee maanden na aanvang van het dienstverband, de Wiw-dienstbetrekking of de proefplaats van de arbeidsgehandicapte bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 6 Gegevens bij de aanvraag

  • 1. De werkgever verstrekt bij zijn aanvraag voor subsidie de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, woonplaats en Burger Service Nummer van de arbeidsgehandicapte;

    • b.

      een afschrift van de arbeidsovereenkomst met de arbeidsgehandicapte waaruit de aard, duur en omvang van het dienstverband blijkt;

    • c.

      gegevens waaruit blijkt op grond waarvan de arbeidsgehandicapte als zodanig wordt aangemerkt;

    • d.

      overige gegevens die burgemeester en wethouders nodig achten om te kunnen besluiten over de subsidieaanvraag.

  • 2. De werkgever verstrekt bij een aanvraag voor subsidie in de vorm van een pakket op maat, naast de in het eerste lid genoemde gegevens, tevens

    • a.

      een verklaring omtrent het bestaan en de hoogte van een loonkostensubsidie die voor de arbeidsgehandicapte werknemer is ontvangen;

    • b.

      een gespecificeerde begroting met toelichting en onderbouwing van de gevraagde subsidie, uitgesplitst naar de in artikel 7b, eerste lid, onder a tot en met e van het Buf genoemde onderdelen.

  • 3. De werkgever verstrekt bij een aanvraag voor subsidie voor voorzieningen voor het verrichten van arbeid in Wiw-dienstbetrekking en op een proefplaats, naast de in het eerste lid genoemde gegevens, tevens een gespecificeerde begroting met toelichting en onderbouwing van de gevraagde subsidie, uitgesplitst naar de in artikel 8a, tweede lid, onder a tot en met d van het Buf genoemde onderdelen.

  • 4. De arbeidsgehandicapte verstrekt bij zijn aanvraag voor subsidie voor werknemersvoorzieningen de volgende gegevens:

    • a.

      een afschrift van de arbeidsovereenkomst waaruit de duur en omvang van het dienstverband blijkt;

    • b.

      gegevens waaruit blijkt op grond waarvan de arbeidsgehandicapte als zodanig wordt aangemerkt;

    • c.

      een onderbouwing van de gevraagde subsidie, uitgesplitst naar de in artikel 8b, eerste lid, onder a tot en met c van het Buf genoemde onderdelen.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de in te dienen bescheiden aanwijzingen geven en modellen voorschrijven.

Hoofdstuk 3 Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen en weigeringsgronden

Artikel 7 Geen subsidie voor algemeen gebruikelijke voorzieningen

Geen subsidie wordt verstrekt voor de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 7b, eerste lid onder c, d en e en artikel 8a, tweede en derde lid van het Buf als de voorzieningen algemeen gebruikelijk zijn.

Artikel 8 Geen subsidie bij geringe kosten

Geen subsidie wordt verstrekt indien het totaal van de kosten van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd minder bedraagt dan f 100,--.

Artikel 9 Op individu gerichte voorzieningen

Een subsidie voor werknemersvoorzieningen en voorzieningen als bedoeld in artikel 8a, tweede lid onder a van het Buf wordt alleen toegekend indien de betreffende voorzieningen in overwegende mate op het individu zijn gericht.

Artikel 10 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie voor de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 7b, eerste lid onder c, d en e en artikel 8a, tweede en derde lid en artikel 8b, onder a van het Buf is gelijk aan 80% van de werkelijke kosten van de voorzieningen, voor zover die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk, sober en doelmatig zijn.

  • 2. Indien de werkelijke kosten van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd in de vorm van een pakket op maat hoger zijn dan f 50.000,--, kan bij de bepaling van de hoogte van het subsidiebedrag rekening worden gehouden met het bedrijfseconomisch voordeel voor de werkgever van de te treffen voorziening.

Artikel 11 Weigeren subsidie

Met uitzondering van de subsidie in de vorm van een pakket op maat, kan de subsidie naast de in artikel 7a, derde lid van het Buf en artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • b.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het reïntegratie-beleid van de gemeente.

Hoofdstuk 4 Het beslissen op de aanvraag

Artikel 12 Het besluit tot verlenen

  • 1. Voorafgaande aan het vaststellen van de subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget en in de vorm van een pakket op maat wordt een beschikking tot het verlenen van subsidie gegeven.

  • 2. Ten aanzien van subsidies voor respectievelijk werknemersvoorzieningen en voorzieningen voor het verrichten van arbeid in Wiw-dienstbetrekking en op een proefplaats, stellen burgemeester en wethouders de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot verlening van de subsidie.

Artikel 13 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 12, eerste en tweede lid, binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel 14 Medewerking werkgever

De werkgever verplicht zich in voldoende mate mee te werken om het dienstverband, de Wiw-dienstbetrekking of de proefplaats met de arbeidsgehandicapte in stand te houden.

Artikel 15 Medewerking arbeidsgehandicapte

De arbeidsgehandicapte verplicht zich in voldoende mate mee te werken om het dienstverband, de Wiw-dienstbetrekking of de proefplaats met de werkgever in stand te houden.

Artikel 16 Toezicht en informatieplicht

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordeningen of van de verplichtingen in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Aan subsidies op grond van deze verordening is de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Artikel 17 Meldingsplicht bij wijziging omstandigheden

  • 1. De subsidieontvanger doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan burgemeester en wethouders van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.

  • 2. Als feiten en omstandigheden als bedoeld in het eerste lid worden in ieder geval beschouwd wijzigingen in de aard, de duur en omvang van het dienstverband, Wiw-dienstbetrekking of proefplaats van de arbeidsgehandicapte.

Artikel 18 Bewaarplicht

De subsidieontvanger bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen, tenminste gedurende drie jaar na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking voor controledoeleinden.

Hoofdstuk 6 Vaststellen van de subsidie in de vorm van een plaatsingsbudget of een pakket op maat

Artikel 19 De aanvraag tot vaststellen

Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de werkgever bij burgemeester en wethouders een aanvraag tot het vaststellen van subsidie in binnen drie maanden na de afloop van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend.

Artikel 20 Gegevens bij de aanvraag tot vaststellen van de subsidie

Bij de aanvraag tot vaststellen van de subsidie wordt in ieder geval vermeld:

  • a.

    de datum van aanvang van het dienstverband;

  • b.

    indien van toepassing, de datum van beëindiging van het dienstverband, de reden daarvan en een overzicht van de aantoonbaar gemaakte kosten voor de arbeidsgehandicapte;

  • c.

    indien van toepassing, wijzigingen in de duur en omvang van het dienstverband gedurende de subsidieperiode en de datum waarop deze wijzigingen hebben plaatsgevonden.

Artikel 21 Aanvullende gegevens bij de aanvraag tot vaststellen subsidie in de vorm van een pakket op maat

Bij de aanvraag van de beschikking tot vaststelling van de subsidie in de vorm van een pakket op maat worden, naast de in artikel 20 genoemde gegevens, eveneens de volgende stukken verstrekt:

  • a.

    een gespecificeerde rekening van de gemaakte kosten;

  • b.

    een overzicht van de verrichte activiteiten dan wel de getroffen voorzieningen.

Artikel 22 Vaststellen van de subsidie in de vorm van een pakket op maat

De subsidie in de vorm van een pakket op maat kan, naast de gevallen vermeld in artikel 7a, vierde en vijfde lid van het Buf en artikel 4:46, tweede en derde lid Awb, lager worden vastgesteld indien:

  • a.

    is gebleken dat de subsidie voor andere activiteiten of voorzieningen is aangewend dan waarvoor zij is aangevraagd, dan wel toegekend;

  • b.

    de werkgever kennelijk een financieel wanbeleid voert.

Artikel 23 Beslistermijn vaststellen van de subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor subsidievaststelling als bedoeld artikel 19 binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld.

Hoofdstuk 7 Betaling en bevoorschotting

Artikel 24 Voorschotten subsidie pakket op maat

Burgemeester en wethouders kunnen de werkgever voorschotten voor het pakket op maat verlenen tot maximaal 80% van het verstrekte subsidiebedrag.

Artikel 25 Loonkostensubsidie

Een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 7b, lid 1, onder a wordt op verzoek van de werkgever in maandelijkse voorschotten verstrekt.

Artikel 26 Betalingstermijn

Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald binnen zes weken na deze vaststelling.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 27 Zaken waarin de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 28 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 1999.

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening (re)integratie

arbeidsgehandicapten".

Toelichting

Toelichting