Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening forensenbelasting 2013

Geldend van 01-01-2000 t/m 31-12-2013

Intitulé

VERORDENING FORENSENBELASTING 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet (Stb. 1993, 611).

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt berekend naar het bedrag, waarvoor de woning, al dan niet afzonderlijk, tegen brand is verzekerd.

  • 2. Indien voor een woning geen brandverzekering is afgesloten, of de afzonderlijke verzekerde waarde niet aan de hand van de polis kan worden vastgesteld, wordt de belasting berekend naar een vanwege en op kosten van de gemeente te schatten herbouwwaarde.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per jaar bij een brandverzekeringswaarde of herbouwwaarde, als bedoeld in het vorig artikel, van:

  • 1.

    minder dan € 9.076,-- € 137,--

  • 2.

    € 9,076,-- of meer, doch minder dan € 13.613,-- € 156,--

  • 3.

    € 13.613,-- of meer, doch minder dan € 20.420,-- € 241,--

  • 4.

    € 20.420,-- of meer, doch minder dan € 27.226,-- € 321,--

  • 5.

    € 27.226,-- of meer, doch minder dan € 34.034,-- € 391,--

  • 6.

    € 34.034,-- of meer, doch minder dan € 45.378,-- € 469,--

  • 7.

    € 45.378,-- of meer, doch minder dan € 68.067,-- € 549,--

  • 8.

    € 68.067,-- of meer, doch minder dan € 90.756,-- € 626,--

  • 9.

    voor elke volgende € 22.689,-- of gedeelte daarvan wordt het belastingtarief vermeerderd met € 31,--.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van forensenbelasting.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening forensenbelasting 2012’ van 1 december 2011, kenmerk FIN/R/11-01409, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting 2013’.