Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2017

Geldend van 21-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

LEGESVERORDENING 2017

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2016, kenmerk 2020828;

gelet op de artikelen gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

Besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 7 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 8 Persoonlijke vrijstellingen

Van de verplichting tot het betalen van de in deze verordening genoemde leges zijn, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, vrijgesteld openbare besturen, ambtenaren of instellingen voor de diensten door hen in het openbaar belang verzocht.

Artikel 9 Zakelijke vrijstellingen

De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • b.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst voor pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • c.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften/aanvragen en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • d.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichtingen jegens de gemeente;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek/aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • g.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • h.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 10 Aanvang abonnementen in de loop van het kalenderjaar

Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld in de hoofdstukken 4, 7 en 8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden bij aanvang van het abonnement in de loop van het kalenderjaar, de verschuldigde leges naar evenredigheid geheven, met dien verstande dat een gedeelte van een maand wordt gerekend als een volle maand.

Artikel 11 Ontheffing bij tussentijdse beëindiging van abonnementen

Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld in de hoofdstukken 4, 7 en 8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, wordt bij tussentijdse beëindiging van een abonnement, indien deze plaatsvindt voordat een halfjaar van de geldigheidsduur daarvan is verstreken en het abonnement ten hoogste voor de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren van bescheiden, waarop het recht geeft, is verbruikt, op schriftelijke aanvraag van de houder, ontheffing van de betaling van deze leges verleend. De ontheffing wordt verleend tot een bedrag gelijk staande met de helft van het verschuldigde.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1. De legesverordening 2016 van 3 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toe­passing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 15, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2 van deze verordening, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4. Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:

    2.3.12 Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 244,90

    2.3.13 Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 244,90

  • 5. De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 15, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:

    • a.

      artikel 14, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      artikel 14, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 17november 2016.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
J.A.R. Tenkink mr. M. Boumans MPM

Tarieventabel Legesverordening 2017