Regeling vervallen per 25-01-2018

Tijdelijke subsidieregeling toetsing taalniveau 2F/3F Ommen

Geldend van 01-04-2017 t/m 24-01-2018

Intitulé

Tijdelijke subsidieregeling toetsing taalniveau 2F/3F Ommen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Ommen 2013;

Besluit:

Vast te stellen de:

"Tijdelijke subsidieregeling toetsing taalniveau 2F/3F Ommen "

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

1.

Kinderdagopvang

Aanbod kinderopvang vanuit een landelijk geregistreerd kinderdagverblijf in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

2.

De gemeente

De gemeente Ommen

3.

Pedagogisch medewerker

Een pedagogisch medewerker werkzaam in een voorziening voor kinderdagopvang.

4.

Voorziening

Het aanbod kinderdagopvang zoals een instelling dat op een specifieke locatie aanbiedt op een locatie in de gemeente.

5.

Aanvrager

Een rechtspersoon die een voorziening voor kinderdagopvang exploiteert in de gemeente Ommen.

6.

Toetstraject 2F/3F

Een aanbod voor pedagogisch medewerkers gericht op het behalen van de toets taalniveau 2F/3F dat bestaat uit:

  • a.

    een informatiebijeenkomst waarin het gehele traject van toetsing en scholing Taalniveau 2F/3F wordt toegelicht;

  • b.

    twee opfrisbijeenkomsten van 2 x 2 uur waarin de kennis van de verschillende onderdelen van taalniveau 2F/3F worden opgefrist;

  • c.

    een oefenbijeenkomst van 1,5 uur waarin de werkwijze van de beroepsgerichte taaltoets op de 5 onderdelen wordt toegelicht en geoefend;

  • d.

    een beroepsgerichte taaltoets (specifiek gericht op pedagogisch medewerkers) gericht op alle 5 onderdelen van taalniveau 2F/3F die wordt afgesloten met een certificaat waarin wordt vastgelegd dat de pedagogisch medewerker het gewenst niveau (2F of 3F) heeft behaald.

7.

Taalniveau 2F/3F

Taalniveau 2F/3F bestaat uit de volgende 5 onderdelen:

  • Mondelinge vaardigheden 3F (spreken en luisteren)

  • Leesvaardigheden 3F

  • Schriftelijke vaardigheden 2F (schrijven en taalverzorging)

8.

Trajectprijs

De prijs per pedagogisch medewerker van een toetstraject 2F/3F tot een door het college van b en w vastgesteld maximum.

9.

Verletkosten

De kosten die een aanvrager moet maken voor de uren die een pedagogisch medewerker moet maken voor het toetstraject 2F/3F tot een door het college van b en w vastgesteld maximum.

10.

Aanwezigheidsregistratie

Een door de gemeente verstrekt format waarbij de aanbieder voor de verschillende onderdelen van het toetstraject 2F/3F op niveau van de individuele medewerker de aanwezigheid bij de verschillende onderdelen a t/m c van het toetstraject bijhoudt en voor akkoord parafeert.

HOOFDSTUK II de subsidieverlening

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen vanaf 1 april 2017 een incidentele subsidie verstrekken aan een aanvrager van een subsidie als tegemoetkoming in de kosten van een toetstraject 2F/3F en eventuele bijkomende verletkosten.

Artikel 3 Bijzondere bepalingen en verplichtingen

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor het totale toetstraject 2F/3F zoals omschreven in artikel 1 lid 6 en niet voor losse onderdelen daar uit.

  • 2. De aanvrager van de subsidie is gehouden bij honorering van de aanvraag de pedagogisch medewerkers waarvoor de subsidie wordt toegekend het gehele toetstraject 2F/3F te laten volgen.

  • 3. Het toetstraject moet uiterlijk 15 oktober 2017 zijn afgesloten en uiterlijk die datum moeten aan de gemeente de resultaten van de toetsen zoals omschreven onder art. 1 lid 6.d. worden verstrekt.

  • 4. De subsidie kan worden aangevraagd tot uiterlijk 1 mei 2017 op de daarvoor door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulieren.

Artikel 4 Reikwijdte van de subsidieregeling

  • 1. Voor de subsidie komt slecht in aanmerking een rechtspersoon die op 1 april 2017 een voorziening voor kinderdagopvang exploiteert in de gemeente Ommen die is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 5 Grondslag voor de subsidieberekening

  • 1. De grondslag voor de subsidie is het aantal pedagogisch medewerkers dat in aanmerking komt voor een toetstraject 2F/3F, dat aantal wordt bepaald op basis van de opgave die de instellingen voor kinderopvang in december 2016 of januari 2017 hebben gedaan van de per 1 december 2016 werkzame pedagogisch medewerkers.

  • 2. De te verlenen subsidie kan bestaan bestaat uit twee componenten:

  • 3. Een bedrag voor een trajectprijs tot een maximum van € 340,- per toetstraject 2F/3F.

  • 4. Een bedrag voor verletkosten tot een maximum van 7 uur per toetstraject 2F/3F en een forfaitair bedrag van € 23,- per uur.

Artikel 6 De subsidieaanvraag

  • 1. Instellingen die voor een incidentele subsidie voor een toetstraject 2F/3F in aanmerking willen komen kunnen tussen 1 april 2017 en 1 mei 2017 een subsidieaanvraag indienen.

  • 2. In afwijking van art. 5 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Ommen 2013 moet de aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel zijn voorzien van:

    • a.

      een gespecificeerde opgave per aanvrager van: de naam, adres, geboortedatum van de pedagogisch medewerkers waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      het aantal pedagogisch medewerkers waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      het aantal uren per medewerker waarvoor een bijdrage in de verletkosten wordt aangevraagd (tot een maximum zoals omschreven in art. 5 lid 2.b.)

  • 3. Burgemeester en wethouders nemen binnen 8 weken na ontvangst van een complete aanvraag een besluit over de subsidieverlening.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen voor het indienen van aanvragen model aanvraagformulieren vast.

  • 5. Aanvragen ontvangen na 1 mei 2017 worden niet meer in behandeling genomen.

Artikel 8 De subsidieverlening

  • 1. Bij de subsidieverlening wordt bepaald of en op welke wijze een voorschot kan worden vertrekt op de verleende subsidie waarbij het aantal termijnen, de termijnbedragen en de data waarop deze worden uitbetaald worden vermeld.

Artikel 9 Rapportageverplichtingen

  • 1. De subsidieaanvrager registreert en legt verantwoording af waarbij wordt overlegd:

    • a.

      In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • b.

      een overzicht op naam waarin zichtbaar is voor welke onderdelen van toetstraject 2F/3F de pedagogisch medewerkers al dan niet geslaagd is;

    • c.

      een factuur van de aanbieder van het taaltraject waaruit blijkt hoeveel toetstrajecten 2F/3F er zijn afgenomen;

    • d.

      een overzicht op naam waarin zichtbaar is aan welke medewerker voor hoeveel uur een vergoeding voor verletkosten is betaald (tot een maximum zoals omschreven in art. 5 lid 2.b.);

    • e.

      een bewijs van aanwezigheid/aanwezigheidsregistratie waarbij de aanbieder voor de verschillende onderdelen van het toetstraject 2F/3F op niveau van de individuele medewerker de aanwezigheid bij de verschillende onderdelen a t/m c van het toetstraject bijhoudt en voor akkoord parafeert.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan formulieren vaststellen voor het indienen van de verantwoordingsgegevens.

  • 3. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde verplichtingen te controleren.

HOOFDSTUK III de subsidievaststelling

Artikel 10 De subsidievaststelling

  • 1. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet voor 31 december 2017 worden ingediend.

  • 2. Bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie worden de gegevens overlegd zoals omschreven in artikel 9 lid 1.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen op basis van de ingediende verzoek de subsidie vast op basis van het aantal pedagogisch medewerkers dat het gehele taaltraject 2F/3F heeft afgerond met een taaltoets.

  • 4. Het bedrag per pedagogisch medewerker wordt vastgesteld op basis van de betaalde trajectprijs tot het maximum van de in artikel 5 genoemde grondslag + de verletkosten zoals omschreven in artikel 9 lid 1.d.

  • 5. De subsidie kan lager worden vastgesteld:

    • a.

      wanneer de aanvrager van de subsidie het verzoek tot vaststelling van de subsidie niet tijdig in dient;

    • b.

      wanneer het verzoek tot vaststelling van de subsidie ook na een eventuele hersteltermijn niet compleet is;

    • c.

      wanneer de aanvrager niet heeft voldaan aan de bepalingen in deze subsidieregeling;

    • d.

      wanneer het aantal pedagogisch medewerkers dat het traject heeft afgerond met een taaltoets 2F/3F op alle 5 de onderdelen lager is dan het aantal waarvoor subsidie is verleend;

    • e.

      wanneer het aantal uren waarvoor een tegemoetkoming voor verletkosten is verstrekt lager is dan het aantal uren waarvoor een subsidie voor de verletkosten is verleend.

HOOFDSTUK IV slot- en overgangsbepalingen

Artikel 11 Algemene subsidieverordening gemeente Ommen 2013

Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is geregeld, gelden de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Ommen 2013.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Na vaststelling van de subsidies verleend op grond van deze tijdelijke regeling zijn vastgesteld vervalt deze tijdelijke regeling van rechtswege.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze subsidieregeling kan worden aangehaald als “Tijdelijke subsidieregeling toetsing taalniveau 2F/3F Ommen”.

Ondertekening

Ommen, 21 maart 2017

Secretaris,

Drs. L. Dennenberg

Burgemeester,

Mr. M. Boumans MBA MPM