Verordening, regelende de instelling, de samenstelling en de bevoegdheden van de commissies van advies aan de raad van de gemeente Ommen

Geldend van 07-06-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening, regelende de instelling, de samenstelling en de bevoegdheden van de commissies van advies aan de raad van de gemeente Ommen

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 december 2015 en 29 april 2016 en het advies van het presidium d.d. 21 maart 2016

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de:

verordening, regelende de instelling, de samenstelling en de bev oegdheden van de commissies van advies aan de raad van de gemeente Ommen

Artikel 1 Instelling commissies

De gemeente Ommen kent één of meerdere commissies van advies aan de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie als bedoeld in artikel 1 behandelt de zaken die tot haar werkkring behoren.

  • 2. De commissie is bevoegd de gemeenteraad ongevraagd voorstellen en adviezen te doen omtrent zaken, die tot haar werkkring behoren.

  • 3. De commissie kan op verzoek van (leden van) het college van burgemeester en wethouders, via de agendacommissie, onderwerpen agenderen om het gevoelen van de commissie daarover te vernemen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit tenminste zoveel leden als er fracties in de raad zijn.

    Indien een fractie uit de raad uit tenminste 1/3 deel van het aantal zitting hebbende leden van de raad bestaat, heeft zij het recht op een tweede lid in de commissie.

  • 2.

    • a.

      De raad benoemt een voorzitter van de raadscommissie.

    • b.

      De raad benoemt één of meerdere plaatsvervangend voorzitter(s) van de raadscommissie.

    • c.

      De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 3. Alle raadsleden kunnen lid zijn van de commissie en kunnen elkaar per fractie onderling vervangen.

  • 4. De raadsleden kunnen zich laten vervangen door plaatsvervangende leden als bedoeld in de leden 5 en 6.

  • 5. Vaste plaatsvervangende leden, die geen lid zijn van de raad, worden op schriftelijke voordracht van de fractie door de raad benoemd.

  • 6. Voor plaatsvervangende leden, die geen lid zijn van de raad, komen uitsluitend in aanmerking personen, die op de kandidatenlijst van de desbetreffende politieke partij staan. Plaatsvervulling dient zoveel mogelijk te geschieden volgens de volgorde, waarop die kandidaten op die kandidatenlijst zijn vermeld.

  • 7. Alvorens tot plaatsvervangend lid van de commissie te worden benoemd, overlegt het kandidaat-plaatsvervangend lid aan de voorzitter van de gemeenteraad een schriftelijke verklaring, waarvan de tekst luidt: "om tot lid van de commissie te worden benoemd, verklaar ik te voldoen aan het gestelde in artikel 10 van de Gemeentewet, niet te vervullen een functie als bedoeld in artikel 13 van de Gemeentewet en geen handelingen te zullen verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. Ik zal de bepalingen van deze verordening en alle overige door de gemeenteraad vastgestelde of vast te stellen regelingen met betrekking tot de werkzaamheden van een commissie stipt en nauwgezet in acht nemen, waaronder begrepen de geheimhouding als bedoeld in artikel 86 of 25 van de Gemeentewet".

  • 8. Per onderwerp is er één woordvoerder. Per vergadering met verschillende onderwerpen kunnen er verschillende woordvoerders zijn.

Artikel 4 Zittingsduur

De zittingsduur van de voorzitter en de leden c.q. de plaatsvervangende leden is gelijk aan die van de leden van de zittende raad. Zij treden af op de dag van aftreding van de leden van de gemeenteraad.

Artikel 5 Beëindiging lidmaatschap

  • 1. De voorzitter, de leden c.q. de plaatsvervangende leden kunnen tussentijds ontslag nemen.

    Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.

  • 2. De raad kan een lid van de commissie ontslaan op voorstel van de fractie die het lid heeft voorgedragen .

  • 3. De raad kan de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter van de commissie ontslaan.

  • 4. De door ontslag, overlijden of door een andere oorzaak opengevallen plaats wordt zo spoedig mogelijk na dat open vallen aangevuld.

Artikel 6 (Commissie)Griffier

  • 1. De griffier ondersteunt de raadscommissie.

  • 2. Zonodig laat hij zich vervangen door de waarnemend griffier.

Artikel 7 Het vaststellen van de agenda

  • 1. De voorlopige agenda wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Ommen vastgesteld door de agendacommissie. De agendacommissie bestaat uit de waarnemend voorzitter van de raad, drie raadsleden, en de raadsvoorzitter als adviseur. De griffier en waarnemend griffier zijn ter ondersteuning toegevoegd.

  • 2. Bij het opstellen van de agenda wordt onderscheid gemaakt tussen opiniërende en besluitvormende (advies aan de raad) en overleg met het college agendapunten.

  • 3. De agendacommissie bepaalt tevens welke stukken bij de voorlopige agenda worden meegezonden.

  • 4. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda definitief vast.

  • 5. Daarbij wordt zoveel mogelijk getracht agendapunten waarvoor zich insprekers hebben gemeld direct te behandelen nadat de inspreker(s) het woord heeft (hebben) gevoerd.

  • 6. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen van de agenda afvoeren. Elke fractie heeft hierbij 1 stem. Bij het staken van de stemmen, beslist de voorzitter of het betreffende onderwerp afgevoerd wordt.

  • 7. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen. Hieraan zal een goede motivering dan wel een relevante vraagstelling aan ten grondslag moeten liggen.

  • 8. Over nieuw opgevoerde agendapunten die niet op de conceptagenda staan kan in dezelfde vergadering geen advies aan de gemeenteraad worden uitgebracht.

  • 9. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan de raadscommissie aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 10. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 8 Het beleggen van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie vinden in de regel tenminste eenmaal per maand plaats op een nader door de agendacommissie te bepalen dag (en) en tijdstip. Eindtijd van de vergadering is 23.00 uur.

    Indien de vergadering is gevraagd door het vereiste aantal leden, wordt deze binnen de termijn, die door de leden wordt gevraagd, doch in ieder geval binnen acht dagen daarna gehouden.

  • 2. Een commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste twee leden van de commissie dit schriftelijk hebben gevraagd.

  • 3. De vergadering wordt door aankondiging in een plaatselijk in de gehele gemeente gratis verspreid huis aan huis blad , door plaatsing op de internetsite van de gemeente en zo mogelijk door plaatsing op de kabelkrant ter openbare kennis gebracht.

  • 4. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de agendapunten;

    • c.

      de wijze waarop iedereen de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • d.

      de eventuele rechtstreekse uitzending van de vergadering via de radio, met vermelding van de zender en de zenderfrequentie;

    • e.

      via welk communicatiemiddel geluids- en videofragmenten van de vergadering zijn te beluisteren;

    • f.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht.

  • 5. Spoedeisende gevallen uitgezonderd, worden tenminste zeven dagen voor het houden van de vergadering de agenda van de te behandelen onderwerpen en de daarbij behorende stukken aan de leden toegezonden.

  • 6. De overige stukken, betrekking hebbende op een uitgeschreven vergadering, liggen - zoveel als mogelijk - tenminste vijf dagen voor het tijdstip van de vergadering voor de leden ter inzage bij de griffie op het gemeentehuis.

  • 7. De vergadering wordt niet gehouden, indien behalve de voorzitter niet tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden of plaatsvervangende leden aanwezig is.

  • 8. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, kan door de voorzitter na tenminste vierentwintig uur een nieuwe vergadering worden belegd, waarin kan worden beraadslaagd en besloten, ongeacht het aantal leden dat dan aanwezig is.

  • 9. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

Artikel 9 Vergaderen

  • 1. De waarnemend voorzitter van de raad leidt de vergadering.

    Bij aanvang van de vergadering inventariseert hij of er punten zijn voor de rondvraag.

  • 2. Rondvraagpunten, zijnde niet technische vragen, inclusief de concrete vragen dienen uiterlijk woensdag 17.00 uur ingediend te worden bij de griffie.

  • 3. Technische vragen dienen niet in de vergadering gesteld te worden, maar van tevoren aan de opsteller van het stuk. De beantwoording op deze technische vragen worden gedeeld met alle raadsleden en plv. commissieleden, tenzij door de vragensteller is aangegeven dat dit niet mag.

  • 4. De aanwezige leden worden vermeld op de afsprakenlijst van de raadscommissie.

  • 5. De leden onthouden zich van de beoordeling van aangelegenheden, benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen, die hen, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten tot de derde graad inbegrepen, persoonlijk aangaan of waarin zij als lasthebber zijn betrokken.

  • 6. De voorzitter kan in verband met de lengte van de agenda, na overleg met de commissie, voordat het betreffende agendapunt aan de orde wordt gesteld, de spreektijd per fractie vaststellen.

    Hij inventariseert voor de eerste termijn wie het woord wil voeren.

  • 7. Interrupties dienen tijdens de eerste spreektermijn van een lid of portefeuillehouder beperkt te blijven.

    In de tweede spreektermijn zijn interrupties toegestaan.

  • 8. Indien een spreker beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen gebruikt, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetreffende lid, de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 9. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 10. De voorzitter sluit de vergadering op het aangegeven tijdstip. Indien op dat tijdstip niet alle agendapunten zijn behandeld, vindt de behandeling daarvan plaats op de vaste reserveavond, of op een in overleg met de commissie nader te bepalen datum of bij de eerstvolgende commissievergadering.

Artikel 10 Advisering

  • 1. Het advies van de commissie aan de gemeenteraad houdt in, dat een voorstel rijp is voor behandeling in de gemeenteraad en wordt doorgeleid naar de vergadering van de gemeenteraad als hamerstuk of bespreekstuk;

  • 2. Als de commissie geen eenstemmig advies kan uitbrengen aan de raad, wordt in het advies en op de afsprakenlijst van de vergadering het gevoelen van de raadsfracties vermeld en wordt het voorstel als bespreekstuk doorgeleid;

  • 3. Bij onderwerpen die aan de orde komen onder de noemer “overleg met college” peilt het college het gevoelen van de commissie. Als hier geen sprake is van eenstemmigheid, is het aan het college om op basis van de fractiestandpunten te bepalen wat er moet gebeuren met het betreffende stuk.

    Dat kan zijn: of doorgaan of aanpassen en opnieuw laten agenderen of het stuk intrekken.

Artikel 11 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de commissies zijn openbaar, tenzij:

    • a.

      de economische of financiële belangen van de gemeente in ernstige mate zouden kunnen worden geschaad;

    • b.

      de opsporing van strafbare feiten in ernstige mate zou kunnen worden belemmerd;

    • c.

      bij de aangelegenheid betrokken personen of derden onevenredig in hun belangen zouden kunnen worden bevoordeeld of geschaad;

    • d.

      de burger in zijn privé-sfeer zou kunnen worden aangetast;

    • e.

      de openbare veiligheid of de veiligheid van de staat in gevaar zou kunnen worden gebracht.

  • 2. De deuren van de vergadering worden gesloten wanneer tenminste drie van de aanwezige leden dit verlangen of de voorzitter dit nodig acht, met inachtneming van lid 1.

    In een besloten vergadering bepaalt de commissie of één of meer van de omstandigheden bedoeld in lid 1 onder a t/m e van toepassing is.

  • 3. De voorzitter kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan een commissie zijn overgelegd, geheimhouding opleggen.

Artikel 12 Inspreekrecht

  • 1. In commissievergaderingen worden niet-leden van de commissie, die naar het oordeel van de commissie een aannemelijk belang bij het te behandelen onderwerp hebben, in de gelegenheid gesteld het woord te voeren tijdens de openbare vergaderingen van de commissie.

  • 2. Zij mogen het woord voeren over alle onderwerpen, voorkomend op de agenda met uitzondering van:

    • a.

      de verslagen van de vergaderingen;

    • b.

      de ingekomen stukken en/of de mededelingen;

    • c.

      punten, die handelen over personen;

    • d.

      de rondvraag.

  • 3. Degenen, die het woord wensen te voeren, dienen dit vóór de aanvang van de vergadering aan de voorzitter of de griffier kenbaar te maken onder opgave van het agendapunt, waarover men wenst te spreken.

  • 4. De voorzitter geeft hun achtereenvolgens het woord nadat de agenda is vastgesteld.

  • 5. Nadat de inspreker is uitgesproken worden de commissieleden in de gelegenheid gesteld vragen ter verduidelijking aan de inspreker te stellen.

  • 6. De spreektijd bedraagt maximaal vijf minuten per persoon per termijn per agendapunt. Indien meer dan zes niet-leden per vergadering het woord verlangen, kan de voorzitter in overleg met de commissie de spreektijd beperken.

  • 7. Nadat de leden het woord hebben gevoerd over het betrokken agendapunt kan een niet-lid, indien hij dit wenst, in tweede termijn gebruik maken van het spreekrecht.

  • 8. De niet-leden dienen zich te beperken tot het geven van een toelichting en dienen zich te onthouden van beledigende uitdrukkingen. Bij niet-inachtneming van deze regel kan de voorzitter hen het woord ontnemen.

  • 9. Indien een niet-lid afwijkt van het onderwerp, dat in behandeling is, wordt dit door de voorzitter onder de aandacht gebracht en wordt dit niet-lid door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het niet-lid volhardt in het afwijken van het onderwerp, dat in behandeling is, kan de voorzitter het niet-lid voor het in behandeling zijnde onderwerp het woord ontnemen.

  • 10. De voorzitter kan in overleg met de commissie de niet-leden, die van het spreekrecht een oneigenlijk gebruik maken, uitsluiten van het spreekrecht, hetzij voor de duur van de vergadering, hetzij voor de duur van meerdere vergaderingen.

  • 11. Wanneer de aan een niet-lid toebedeelde spreektijd is verstreken en de voorzitter hem/haar daarop attent heeft gemaakt, eindigt betrokkene terstond met spreken.

Artikel 13 Raadplegen derden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is voor elke commissievergadering uitgenodigd.

  • 2. De voorzitter kan ter vergadering aanwezige portefeuillehouders uitnodigen aan de beraadslagingen deel te nemen. Zij kunnen zich daarbij laten bijstaan door ambtenaren of externe deskundigen.

  • 3. De voorzitter kan via de gemeentesecretaris de directie van de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg verzoeken ambtenaren uit te nodigen in een vergadering van een commissie te verschijnen, om ambtelijke bijstand te verlenen.

  • 4. De commissie is bevoegd deskundigen, die niet in dienst zijn van de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg, te raadplegen en tot bijwoning van hun vergadering uit te nodigen.

  • 5. Indien aan de in het vierde lid van dit artikel bedoelde raadpleging kosten zijn verbonden, beslist de commissie en komen deze kosten ten laste van het budget van de raadscommissie.

Artikel 14 Ordehandhaving

De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door de toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen of alle toehoorders te doen vertrekken.

Artikel 15

De leden van een commissie en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor, dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 191, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, over hetgeen zij in de vergadering van de commissie hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overgelegd.

Artikel 16 Afsprakenlijst

  • 1. De afsprakenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende vergadering. De afsprakenlijst wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. De afsprakenlijst wordt bij het begin van de vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht een voorstel tot wijziging van de afsprakenlijst aan de raadscommissie te doen, indien deze onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste woensdag 17.00 uur schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.

  • 4. De afsprakenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester en de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      indien nodig het advies aan de raad/college.

Besloten vergadering

Artikel 17 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 18 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de (commissie)griffier ondertekend.

Artikel 19 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 25 of 86 van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Zie voor nader toelichting artikel 48 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad.

Artikel 20 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25 derde en vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd. Zie voor nader toelichting artikel 48 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad.

Toehoorders en pers

Artikel 21 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 22 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 23 Gebruik mobiele telefoons e.d

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen (zoals pc-tablets) toegestaan, mits deze geen inbreuk maken op de orde van de vergadering..

Artikel 24 uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Slotbepalingen

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.

Bij het in werking treden van deze verordening komt de verordening van 1 juni 2013, kenmerk, te vervallen

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 22 september 2016.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
J.A.R.Tenkink Mr. M. Boumans MPM

Toelichting

Artikel 1

De gemeente Ommen kent een raadscommissie. Alle gemeentelijke beleids- en taakvelden kunnen hier aan de orde komen.

Artikel 2

De commissie adviseert alleen de gemeenteraad.

Lid 3 biedt de mogelijkheid, dat het college van burgemeester en wethouders over een bepaald onderwerp of beleidsvoornemen het gevoelen van de commissie polst.

De commissieleden zullen zich, gelet op de taak van de raad (besturen op hoofdlijnen) moeten beperken wat betreft het bespreken van details en technische informatie. Daarvoor bestaan buiten de commissievergadering om, voldoende mogelijkheden.

In de commissie gaat het om een korte en zakelijk inbreng. Dit geldt voor de commissieleden en ook voor de collegeleden. Het politieke debat over een onderwerp vindt plaats in de raadsvergadering.

Artikel 3

De waarnemend voorzitter van de raad is technisch voorzitter van de raadscommissie. Hij heeft geen stemrecht. De plaatsvervangend voorzitter van de raadscommissie is een lid van de raad.

Plaatsvervangende commissieleden zijn geen raadsleden. De afspraak is dat de raadsleden geacht worden elkaar in de commissie te vervangen. Zij worden daarvoor niet apart door de raad benoemd.

De benoeming van niet-raadsleden als plaatsvervangend commissielid geschiedt door de gemeenteraad. Op niet-raadsleden zijn de artikelen van de Gemeentewet inzake de benoemingseisen van raadsleden, het afleggen van een eed of belofte en onverenigbare betrekkingen niet van toepassing. Het spreekt echter vanzelf dat hetgeen voor een raadslid geldt, ook geldt voor een niet-raadslid, die als plaatsvervanger in een commissie optreedt. , In Ommen is, net als in een aantal andere gemeenten, gekozen voor het ondertekenen van een verklaring, waarin naar enkele artikelen in de Gemeentewet wordt verwezen.

Uitsluitend komen personen hiervoor in aanmerking, die op de kandidatenlijst staan van de desbetreffende politieke partij.

Artikel 7

Om de voorbereiding van commissie- en raadsvergaderingen meer inhoud te geven is besloten tot het instellen van een agendacommissie. De agenda’s voor de raadscommissie bepalen in belangrijke mate de raadsagenda. Daarom is bepaald dat de waarnemend voorzitter van de raad deel uitmaakt van de agendacommissie. De raadsvoorzitter is als adviseur toegevoegd. De griffer en de wnd. griffier ondersteunen (ambtelijk) de agendacommissie.De werkzaamheden van deze commissie voor de agenda van de raadsvergadering is geregeld in artikel 6 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.

Voor de raadscommissie is dit in dit artikel geregeld. Met name het onderscheid in opiniërende en besluitvormende agendapunten en overleg met het college punten is van belang. Belangrijke thema’s of beleidsontwikkelingen kunnen, voordat deze behandeld worden in de raadscommissie, eerst informatief besproken worden tijdens een informatiebijeenkomst.

Daarnaast kunnen er agendapunten zijn op initiatief van het college om het gevoelen van de commissie over een bepaald onderwerp te vernemen, voordat het college een besluit neemt of een voorstel aan de raad doet. Bij de voorbereiding van de agenda’s behoort ook vaststelling van de mee te zenden stukken.

Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen van de agenda afvoeren. Elke fractie heeft hierbij 1 stem. Bij het staken van stemmen, beslist de voorzitter of het agendapunt afgevoerd wordt.

Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen,

Uitgangspunt is dat de meerderheid van de commissie dit onderschrijft.

De plaatsing van een agendapunt op initiatief van een minderheid van de commissie is wel mogelijk, maar daaraan zal een goede motivering dan wel een relevante vraagstelling ten grondslag moeten liggen.

Onder deze voorwaarde vindt in ieder geval behandeling plaats.

Het toevoegen van agendapunten in dezelfde vergadering heeft als nadelen;

  • -

    er is niet vooraf gepubliceerd, zodat belanghebbenden niet bij de behandeling aanwezig kunnen zijn;

  • -

    degene die behandeling van het onderwerp wil is er op voorbereid, de andere commissieleden niet;

  • -

    inspreken is niet mogelijk, omdat insprekers zich moeten melden voor aanvang van de vergadering en dus voor de vaststelling van de agenda.

De commissie kan daarom wel onderwerpen bespreken die niet op de conceptagenda staan, maar daarover niet adviseren. Dat zal dan in een volgende vergadering moeten plaatsvinden.

De regeling voorziet er in dat, voordat een advies aan de raad wordt uitgebracht, een agendapunt in ieder geval wordt gepubliceerd en insprekers dus de gelegenheid krijgen van hun spreekrecht gebruik te maken.

Artikel 9

Lid 1, 2 en 3

Om een indruk te krijgen van de tijdsbesteding inventariseert de voorzitter bij aanvang van de vergadering of er punten zijn voor de rondvraag. Rondvraagpunten, onderwerpen en concrete vragen, dienen van tevoren via de Griffie te worden ingediend. Ook is afgesproken om technische vragen van tevoren te stellen en de antwoorden hierop breed te verspreiden, tenzij de steller anders aangeeft.

lid 6

Soms is gelet op lengte en inhoud van de agenda voorspelbaar, dat de afhandeling van de agenda veel tijd zal kosten. In verband daarmee krijgt de voorzitter de mogelijkheid om in overleg met de commissie afspraken te maken over beperking van de spreektijd, zodat de vergadering op een aanvaardbaar tijdstip kan worden gesloten.

lid 7

Deze bepaling is overgenomen uit het Reglement van Orde voor de raadsvergaderingen en geeft de voorzitter van de commissie zonodig de mogelijkheid in een betoog of interruptie te kunnen ingrijpen. De afspraak is dat in commissievergaderingen in de 1e termijn geen interrupties plaatsvinden, in de 2e termijn zijn deze wel toegestaan.

lid 8

Deze bepaling is overgenomen uit het Reglement van Orde voor de raadsvergaderingen en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10

In een niet eensluidend advies worden de standpunten van de verschillende raadsfracties vermeld. Het raadsvoorstel wordt dan een bespreekstuk. De raad neemt kennis van de opvattingen van de raadsfracties en besluit over het betreffende raadsvoorstel.

Bij onderwerpen die aan de orde komen onder de noemer “overleg met college” peilt het college het gevoelen van de commissie. Als hier geen sprake is van eenstemmigheid, is het aan het college om op basis van de fractiestandpunten te bepalen wat er moet gebeuren met het betreffende stuk. Dat kan zijn: of doorgaan, of aanpassen en opnieuw laten agenderen of het stuk intrekken.

Artikel 12

Het is gebruikelijk, dat insprekers hun reactie geven voorafgaande aan de behandeling van het agendapunt door de commissie. Insprekers krijgen, na de vaststelling van de commissieagenda, het woord.

Na de behandeling van het agendapunt in 2e termijn hebben de insprekers het recht om in tweede termijn gebruik te maken van het spreekrecht voor een korte reactie.

Artikel 16

De griffier zorgt voor een afsprakenlijst. Het is geen woordelijke weergave of een beknopte weergave van de standpunten van de fracties, maar een afsprakenlijst met een eindadvies van de commissie.

Ook worden de toezeggingen van de leden van het college door de voorzitter geformuleerd. Deze toezeggingen worden opgenomen op deze lijst.

Voor deze opzet is gekozen, ook omdat men het gesprokene digitaal kan terugluisteren via de gemeentelijke website, per onderwerp en per spreker.

Net als in het Reglement van Orde voor de raad is ook hier de bepaling opgenomen dat opmerkingen over de afsprakenlijst ten minste woensdag 17.00 uur ingediend dienen te worden. Daardoor wordt voorkomen dat door een uitgebreide discussie over de inhoud van de afsprakenlijst andere belangrijke agendapunten niet de noodzakelijke aandacht krijgen.

Artikel 19 en 20

Zie voor nader toelichting artikel 48 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad.