Regeling vervallen per 13-01-2014

Verordening Toeristenbelasting 2012-2013

Geldend van 01-01-2012 t/m 12-01-2014

Intitulé

Verordening Toeristenbelasting 2012-2013

De raad van de gemeente Onderbanken;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 juni 2011;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet:

b e s l u i t :

vast te stellen de:

“Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012-2013.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente Onderbanken tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd.

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Asielzoekers.

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Opteren voor forfaitaire maatstaf van heffing

Indien belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze conform artikel 6, dient belastingplichtige dit voorafgaand aan het komende belastingjaar schriftelijk kenbaar te maken.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    • c.

      niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

    • d.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • 2. Het aantaal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot vakantie-onderkomens, niet- beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen:

    a. ingeval het onderkomen is bestemd en ingericht voor overnachting van maximaal zes personen, bepaald op 2,3;

    • b.

      ingeval het onderkomen is bestemd en ingericht voor overnachting van meer dan zes personen, bepaald op 5,0;

  • 3 Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens en niet beroepsmatig verhuurderuimten bepaald op 70;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

      • -

        ten hoogste zes maanden (seizoen) bepaald op 50;

      • -

        meer dan zes doch ten hoogste twaalf maanden (jaar) bepaald op 60.

Artikel 7 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,00

Artikel 8 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijn.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht; aangifte

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdelen b en d van de Gemeentewet.

  • 2. De belastingplichtige doet aangifte van het aantal overnachtingen middels een aan hem uit te

    reiken aangiftebiljet.

  • 3. Het aangiftebiljet wordt vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening toeristenbelasting 2011' van 12 november 2010 wordt ingetrokken, met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Toeristenbelasting 2012-2013’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 juli 2011.

De griffier, De voorzitter,

Wijzigingen t.o.v. 2011

-Het tarief van € 0,90 is conform voorstel voor de jaren 2012 en 2013 met € 0,10 verhoogd tot € 1,00.