Verordening tot wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2011

Artikel I Wijziging verordening

A. Betreft artikel 1

Artikel 1, lid d wordt als volgt gewijzigd:

‘gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder c, die door een lichameli j ke, verstandelijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornis niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken’

B. Betreft artikel 17

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 17: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

• 1.

  Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15 , b e kostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoe g zaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, versta n delijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornis of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

• 2.

  Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de co m missie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te b e trekken.

• 3.

  Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begele i der voor bekostiging in aanmerking.

C. Betreft artikel 18

Artikel 18, het wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 18: Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

1.Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriter i um van artikel 15 , en

a.de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichameli j ke, verstandelijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornis niet in staat is – ook niet onder begeleiding - van de (brom)fiets of openbaar vervoer gebruik te maken, of:

b.de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of t e rug, meer dan 1½ uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden t e ruggebracht, of:

• c.openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het ve r voer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de co m missie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te b e trekken.

D. Betreft artikel 20

Artikel 20, het wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 20: Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte (lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornis) leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

• 1.

  Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding of aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornissen van de leerling dat vereist .

• 2.

  Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

• 3.

  Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

E. Betreft artikel 25

Artikel 25, het wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 25: Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

• 1.

  Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die vanwege een lichameli j ke, verstandelijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornis niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

• 2.

  Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het college bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

• 3.

  Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging in aanmerking.

• 4.

  In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

F. Betreft artikel 26

Artikel 26, het wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 26: Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

• 1.

  Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien

  • a.

    de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichameli j ke, verstandelijke, zintuiglijke, communicatieve, psychiatrische handicap of ernstige gedragsstoornis niet in staat is – ook niet onder begeleiding - van de (brom)fiets of openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

  • b.

    aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • c.

    aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

• 2.

  Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

G. Invoegen nieuwe titel 7:

Bepalingen in- en uitstroom aangepast vervoer van leerlingen waarvoor geen aangepast vervoer is geïndiceerd, maar waarvoor een andere voorziening is geïndiceerd: te weten (brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding.

H. Invoegen nieuw artikel 28

:

1.

• a.

  Indien er aangepast vervoer rijdt naar de desbetreffende school van de leerling en de leerling heeft in de zin van de Verordening leerlingenvervoer geen recht op aangepast vervoer, maar recht op een (brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding, dan kan het college bepalen dat de leerling meereist met het aangepast vervoer, mits er sprake is van open plaatsen in het busje/taxi naar de desbetreffende school.

• b.

  Indien het aantal open plaatsen in het busje/taxi ontoereikend is en de aanvraag is ingediend voor 1 juni voorafgaand aan het eerstvolgende schooljaar, wordt op basis van loting bepaald welke leerling mee mag reizen met het aangepast vervoer. De leerling die niet in het busje/taxi wordt ingeloot dient gebruik te gaan maken van de voor hem/haar geindiceerde voorziening, te weten ( brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding.

• c.

  Indien het aantal open plaatsen het busje/taxi ontoereikend is en de aanvraag 1 juni of later is ingediend, dan wordt op basis van de datum van ontvangst van de aanvraag bepaald welke leerling mee mag reizen met het aangepast vervoer. De leerling waarvan de ouder/verzorger de aanvraag als laatste heeft ingediend, dient vervolgens als eerste gebruik te gaan maken van de voor hem/haar geindiceerde voorziening, te weten ( brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding.

2.

• a.

  Indien een nieuwe leerling zich tijdens het schooljaar meldt en aangewezen is op aangepast gepast vervoer en het busje/taxi vol is, dan zal de leerling die eigenlijk geindiceerd is voor ( brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding hiervoor plaats moeten maken.

• b.

  Dit ‘plaats maken’ wordt bepaald op basis van loting. De uitgelote leerling dient vervolgens gebruik te gaan maken van de voor hem/haar geindiceerde voorziening, te weten ( brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding.

I Vanwege de toevoeging van een nieuwe titel en een nieuw artikel, krijgen de volgende titel en de volgende artikelen een ander nummer:

• -

  Huidige titel 7 ‘Slotbepalingen’ wordt vernummerd naar titel 8.

• -

  Huidig artikel 28 ‘Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet’ wordt vernummerd naar artikel 29.

• -

  Huidig artikel 29 ‘Afwijken van bepalingen’ wordt vernummerd naar artikel 30.

• -

  Huidig artikel 30 ‘Intrekking oude regeling/overgangsrecht’ wordt vernummerd naar artikel 31.

• -

  Huidig Artikel 31’Inwerkingtreding’ wordt vernummerd naar artikel 32.

• -

  Huidig Artikel 32 ‘Citeertitel’ wordt vernummerd naar artikel 33.

Artikel II Overgangsbepaling

Er zijn geen overgangsbepalingen

Artikel III Inwerkingtreding

Deze Verordening tot wijziging treedt in werking op 1 april 2012 en heeft alleen betrekking op aanvragen voor het schooljaar 2012-2013 en volgende schooljaren.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 maart 2012.

De voorzitter, De griffier,