Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen

ISD BOL 2012

De raad van de gemeente Onderbanken,

Gezien het advies van de Commissie WAS van 22 mei 2012;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Onderbanken d.d. 8 mei 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gelet op artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling van ISD BOL, gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel g, artikel 8 lid 2 onderdeel d en artikel 35

lid 5 van de Wet werk en bijstand ;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende: Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf;

    • b.

      maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter, waarmee beoogd wordt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;

    • c.

      laag inkomen; een inkomen tot en met 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, waarbij een eventuele bijstandsuitkering in afwijking van artikel 32 van de Wet als inkomen wordt gezien;

    • d.

      in aanmerking te nemen vermogen: het vermogen in zoverre het de in artikel 34 lid 3 genoemde, bij de gezinssituatie passende vermogensgrens overschrijdt;

    • e.

      tegemoetkoming: een financiële bijdrage;

    • f.

      schoolgaand kind: een ten laste komend kind dat op de peildatum ten minste 4 jaar oud is, maar jonger is dan 18 jaar;

    • g.

      peildatum: 1 januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2. Recht op een tegemoetkoming

De alleenstaande ouder of het gezin met één of meer schoolgaande kinderen heeft recht op een tegemoetkoming ten behoeve van maatschappelijke participatie ten behoeve van dat kind indien de alleenstaande ouder of het gezin op de peildatum:

  • a.

    een laag inkomen geniet, en;

  • b.

    niet beschikt over in aanmerking te nemen vermogen.

Artikel 3. Aanvraag

De tegemoetkoming dient te worden aangevraagd uiterlijk op 1 maart van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 4. Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt €25,00 per schoolgaand kind, per kalenderjaar.

Artikel 5. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 juni 2012.

De griffier, De voorzitter,

Toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt inkomensondersteuning aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen en vindt het daarom wenselijk dat de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep bij voorkeur in natura wordt verleend. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 van de WWB.

Het dagelijks bestuur van ISD BOL onderschrijft de doelstelling dat maatschappelijke participatie van kinderen van het grootste belang is volledig. Om die reden kan ten behoeve van kinderen die tot de doelgroep behoren ook op basis van de 'Uitvoeringsregeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie ISD BOL 2011' en de 'Regeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie Landgraaf 2011' een tegemoetkoming worden verstrekt voor periodieke activiteiten in het kader van lidmaatschappen, eenmalige activiteiten in het kader van lidmaatschappen, eenmalige activiteiten van de basisschool en de ouderbijdrage voor de basisschool. In aanvulling op deze beide regelingen, kan nu ook categoriale bijzondere bijstand verleend worden. Op deze wijze wordt getracht kinderen in staat te stellen daar waar mogelijk maatschappelijk te participeren. De categoriale bijzondere bijstand kan bijvoorbeeld worden aangewend voor eenmalige activiteiten die geen direct verband houden met een lidmaatschap of de basisschool.

Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan alleenstaande ouders en gezinnen met een hen ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in elk geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB).

De onderhavige verordening voorziet niet in verstrekkingen in natura. Afwijking van artikel 48 lid 4 WWB is mogelijk wanneer men van mening is dat dit leidt tot een ondoelmatige uitvoering. Overwogen is dat het leveren van maatwerk een andere primaire doelstelling van de wetgever is. Daartoe moet de voorziening zoveel mogelijk op de behoeften van de individuele belanghebbende worden afgestemd. Tevens is de verantwoordelijkheid en inspraak van de ouder meegewogen.

Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt alleenstaande ouders en gezinnen met maximaal een inkomen van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 WWB)

Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd

Lid 2 onderdeel b ‘maatschappelijke participatie’

In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat in de verordening regels moet aangeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’.

Met betrekking tot kosten die in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstand kan in ieder geval gedacht worden aan de kosten van:

de contributie van een sportvereniging

een zwemabonnement

muziekonderwijs

schoolactiviteiten zoals schoolreisjes en excursies

sportattributen

sportkleding

vakantiekamp

het lidmaatschap van jeugd- en jongerenorganisaties

Bovenstaande opsomming is geen limitatieve lijst.

Artikel 1 lid 2 onderdeel c 'laag inkomen'

Een inkomen tot en met 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt in het kader van deze verordening als een laag inkomen aangemerkt. Op grond van artikel 35 lid 9 van de Wet geldt voor categoriale bijzondere bijstand een inkomensgrens van maximaal 110%. ISD BOL kent een ‘Uitvoeringsregeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie ISD BOL 2011’. De verstrekkingen op basis van deze regeling betreffen individuele bijzondere bijstand. Hiervoor geldt de maximale inkomensgrens dan ook niet. Op basis van de genoemde Uitvoeringsregeling geldt een maximale inkomensgrens van 115%. In het kader van deze verordening is daarom gekozen voor de maximaal wettelijk toegestane inkomensgrens van 110%. Op deze wijze komt de doelgroep die gebruik kan maken van de tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen zoveel mogelijk overeen met de doelgroep van de eerder genoemde Uitvoeringsregeling.

Artikel 1 lid 2 onderdeel g ‘schoolgaand kind’

Schoolgaande kinderen staan centraal in deze verordening. In artikel 35 lid 5 van de Wet wordt gesproken over ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Op grond van de Leerplichtwet zijn kinderen leerplichtig vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin ze 5 jaar zijn geworden. De leerplicht eindigt aan het eind van een schooljaar waarin de leerling 16 is geworden. In de praktijk gaan de meeste kinderen echter al met 4 jaar naar school en wordt een opleiding vaak pas na het bereiken van het 18e levensjaar afgerond. Hiermee rekening houdend, zijn alle kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar als schoolgaande kinderen aangemerkt. In verband met de uitvoerbaarheid van de verordening hoeft niet voldaan te worden aan de voorwaarde dat het kind ook daadwerkelijk aan onderwijs deelneemt.

Artikel 2. Recht op een tegemoetkoming

Voor het recht op een tegemoetkoming is aansluiting gezocht bij de regels zoals deze op grond van de 'Uitvoeringsregeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie ISD BOL 2011' gelden. De situatie op de peildatum is bepalend.

Artikel 3. Aanvraag

Met betrekking tot de aanvraagtermijn is aansluiting gezocht bij de termijn zoals deze op grond van de ‘Uitvoeringsregeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie ISD BOL 2011’ geldt.

Artikel 4. Hoogte van de tegemoetkoming

Bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming is aansluiting gezocht bij het bedrag dat op grond van de 'Uitvoeringsregeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie ISD BOL 2011' geldt.

Artikel 5. Onvoorziene omstandigheden

Artikel 5 behoeft geen toelichting.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012,

aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening

vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een

persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een

beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met

maatschappelijke participatie van dat kind.

Artikel 7. Citeertitel

In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.