Regeling vervallen per 01-01-2012

Beleidsregels welzijnssubsidies vrijwilligersorganisaties

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2011

Intitulé

Beleidsregels welzijnssubsidies vrijwilligersorganisaties

Het college van burgemeester en wethouder van Onderbanken;

overwegende de noodzaak tot het stellen van beleidsregels zoals bedoeld in artikel 5 van de Kaderverordening welzijnssubsidies vrijwilligersorganisties

b e s l u i t

I ingaande 1 januari 2006 vast te stellen het volgende Overzicht van beleidsregels welzijnssubsidies vrijwilligersorganisaties:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. Onder werkend lid wordt verstaan een lid dat volgens opgave van de organisatie actief deelneemt aan de activiteiten van de organisatie en dat volgens opgave van de organisatie woonachtig in de gemeente Onderbanken is. Ereleden, rustende leden etc. die volgens opgave van de organisatie niet regelmatig actief aan de activiteiten deelnemen worden niet als werkende leden aangemerkt. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de opgave van de organisaties steekproefsgewijs te controleren.

  • 2. Onder subsidiabel lid wordt verstaan een werkend lid van een organisatie dat op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het boekjaar waarop het subsidie betrekking heeft 17 jaar of jonger is, respectievelijk 54 jaar of ouder is en dat volgens opgave van de betreffende organisatie woonachtig in de gemeente Onderbanken is. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de opgave van de organisaties steekproefsgewijs te controleren.

  • 3. Onder boekjaar wordt verstaan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 4. De datum die geldt voor de bepaling van het aantal subsidiabele leden, werkende leden, peuters en inwoners is 1 januari van het jaar voorafgaand aan het boekjaar.

Artikel 2

  • 1. Het subsidie voor het boekjaar wordt voor de in de gemeente Onderbanken gevestigde organisaties vastgesteld op grond van een basissubsidie, eventueel vermeerderd met een bedrag per subsidiabel lid van de organisatie.

  • 2. Organisaties die buiten de gemeente Onderbanken zijn gevestigd, zoals bedoeld in artikel 3.1 van de Kaderverordening welzijnssubsidies vrijwilligersorganisaties, ontvangen alleen een bedrag per subsidiabel lid van de organisatie.

  • 3. Indien het aantal werkende leden van een organisatie drie jaar lang onder het in deze beleidsregels bepaalde minimum blijft, wordt de subsidiëring van de betreffende organisatie gestopt.

  • 4. De in deze beleidsregels opgenomen subsidiebedragen betreffen het boekjaar 2006. De subsidiebedragen voor de volgende jaren worden jaarlijks ambtelijk cumulatief gecorrigeerd op basis van het voorlopig CPB-indexcijfer overheidsconsumptie voor het betreffende jaar. Er vindt achteraf geen verrekening plaats op basis van het vastgestelde CPB-indexcijfer overheidsconsumptie voor het betreffende jaar.

Artikel 3

Een organisatie werkt mee aan door burgemeester en wethouders in te stellen onderzoeken in het kader van de zorg voor het subsidiebeleid zoals een onderzoek naar de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Hoofdstuk 2 Binnensportorganisaties

Artikel 4

Onder een binnensportorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich de beoefening in clubverband van sport dan wel lichamelijke oefening ten doel stelt en die voor de beoefening van haar sport uitsluitend of in overwegende mate gebruik maakt van een binnensportaccommodatie of een andere geschikte accommodatie.

Artikel 5

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 6

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 50,50

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 3 Buitensportorganisaties

Artikel 7

Onder een buitensportorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich de sportbeoefening in clubverband ten doel stelt en die voor de beoefening van haar sport uitsluitend of in overwegende mate gebruik maakt van een sportaccommodatie in de open lucht.

Artikel 8

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 9

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 4 Carnavalsorganisaties

Artikel 10

Onder een carnavalsorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich ten doel stelt de viering van carnaval te organiseren.

Artikel 11

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 5 E.H.B.O.-organisaties

Artikel 12

Onder een E.H.B.O.-organisatie wordt verstaan een organisatie die zich het bevorderen van al datgene dat kan leiden tot het voorkomen van ongevallen en het verlenen van verantwoorde eerste hulp bij ongevallen ten doel stelt.

Artikel 13

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 25,25

Basissubsidie

€ 2.020,15

Hoofdstuk 6 Heemkunde

Artikel 14

Onder een heemkundeorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich het bevorderen van de kennis van en onderzoek naar de plaatselijke geschiedenis, folklore en volkstaal in de gemeente Onderbanken ten doel stelt , alsmede het beheer van uit heemkundig oogpunt belangrijke voorwerpen.

Artikel 15

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 16

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van het subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 757,56

Monumentendag

€ 505,04

Hoofdstuk 7 Instrumentale muziekorganisaties

Artikel 17

Onder instrumentale muziekorganisaties worden verstaan:

  • a.

    harmonie- en fanfarekorpsen;

  • b.

    drumbands, (tamboerkorpsen, tamboer- en pijperkorpsen c.q. fluitkorpsen en tamboerkorpsen met klaroenen, signaaltrompetten, jachthoorns of lyra's) voorzover het zelfstandige organisaties betreft dan wel voorzover zij deel uitmaken van een onder letter a. genoemde organisatie;

  • c.

    majorettenkorpsen (niet-musicerende eenheden, die deel uitmaken van een instrumentale muziekorganisatie zoals bedoeld onder de letters a. of b.

Artikel 18

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 19

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van het subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 50,50

Basissubsidie

€ 1.767,63

Hoofdstuk 8 Kindervakantiewerkorganisaties

Artikel 20

Onder een kindervakantiewerkorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich het organiseren van het kindervakantiewerk ten doel stelt.

Artikel 21

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 9 Oranje-verenigingen

Artikel 22

Onder een oranjevereniging wordt verstaan een organisatie die als doelstelling heeft het voor kinderen organiseren van activiteiten rondom de viering van koninginnedag.

Artikel 23

Het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald op basis van het aantal inwoners onder de 13 jaar van de kern waarin de betreffende vereniging actief is.

Bedrag per inwoner jonger dan 13 jaar

€ 2,02

Artikel 24.

Voor de organisatie van de Nationale Dodenherdenking 4 mei wordt jaarlijks maximaal € 353,53 ter beschikking gesteld aan één van de oranjeverenigingen.

Hoofdstuk 10 Ouderenverenigingen

Artikel 25

Onder een ouderenvereniging wordt verstaan een organisatie die zich het uitvoeren van sociaal culturele activiteiten voor ouderen ten doel stelt, alsmede het behartigen van de belangen van ouderen.

Artikel 26

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 27

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 11 Peuterspeelzaalwerk

Artikel 28

Onder een peuterspeelzaalwerkorganisatie wordt verstaan een organisatie die een peuterspeelzaal beheert.

Artikel 29

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per peuter

€ 25,25

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 12 Schutterijen

Artikel 30

Onder een schutterij wordt verstaan een organisatie die zich het behoud van het historische schutterswezen ten doel stelt.

Artikel 31

De schutterij dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 32

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 25,25

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 13 Sint Nicolaasorganisaties

Artikel 33

Onder een Sint-Nicolaasorganisatie wordt verstaan een organisatie die de intocht van Sint Nicolaas in een van de kernen van de gemeente organiseert en uitvoert.

Artikel 34

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Basissubsidie

€ 252,52

Hoofdstuk 14 Speeltuinwerk

Artikel 35

Onder een speeltuinwerkorganisatie wordt verstaan een organisatie die een buitenruimte beheert waar kinderen op bepaalde openingstijden onder toezicht van vrijwilligers kunnen spelen.

Artikel 36

De wijze waarop het jaarlijks subsidie wordt bepaald is als volgt:

Basissubsidie

€ 2.777,71

Hoofdstuk 15 Openbare Speelvoorziening

Artikel 37

Hier wordt een organisatie bedoeld die een openbare ruimte beheert waar kinderen op alle uren van de dag zonder toezicht van vrijwilligers kunnen spelen.

Artikel 38

De wijze waarop het jaarlijks subsidie wordt bepaald is als volgt:

Basissubsidie

€ 1.262,59

Hoofdstuk 16 Toneelorganisaties

Artikel 39

Onder een toneelorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich de beoefening en de bevordering van de toneelkunst dan wel de uitvoering van toneelstukken ten doel stelt.

Artikel 40

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 41

De wijze waarop het jaarlijks subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 17 Vocale muziekorganisaties

Artikel 42

Onder een vocale muziekorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich het beoefenen van de zangkunst ten doel stelt.

Vocale organisaties die direct of indirect zijn verbonden aan kerkgenootschappen en die zich overwegend of uitsluitend bezig houden met liturgische koorzang worden niet als vocale muziekorganisatie aangemerkt.

Artikel 43

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 44

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 1.262,59

Hoofdstuk 18 Jeugd- en Jongerenwerkorganisaties

Artikel 45

Onder een jeugd- en jongerenwerkorganisatie wordt een organisatie verstaan die zich ten doel stelt sociaal culturele activiteiten te ontplooien ten behoeve van jeugdigen en jongeren onder leiding van vrijwilligers.

Activiteiten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders voornamelijk betrekking hebben op politieke, economische en kerkelijke aangelegenheden vallen niet onder de werking van deze beleidsregels. Activiteiten op het gebied van cultuur, folklore, sport en speeltuinwerk vallen niet onder de werking van dit artikel.

Artikel 46.

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Basissubsidie

€ 2.020,15

Hoofdstuk 19 Vrouwenorganisaties.

Artikel 47

Onder een vrouwenorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich ten doel stelt activiteiten voor vrouwen te organiseren en uit te voeren.

Artikel 48

De organisatie dient tenminste 15 werkende, in Onderbanken woonachtige leden te tellen.

Artikel 49

De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 20 Ziekenorganisaties

Artikel 50

Onder ziekenorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich de bevordering van het welzijn der zieken binnen de gemeente Onderbanken ten doel stelt.

Artikel 51.

Het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald op basis van het aantal inwoners van de kern waarin de betreffende organisatie actief is:

Bedrag per inwoner

€ 0,1515

Hoofdstuk 21 Gehandicaptensportorganisaties

Artikel 52

Onder een gehandicaptensportorganisatie wordt verstaan een organisatie die zich de sportbeoefening door gehandicapte mensen ten doel stelt.

Artikel 53

De wijze waarop de jaarlijkse subsidie wordt bepaald is als volgt:

Bedrag per subsidiabel lid

€ 10,10

Basissubsidie

€ 505,04

Hoofdstuk 22 Overige organisaties.

Artikel 54

Organisaties die niet behoren tot de in hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 21 genoemde organisaties komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 55

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten af te wijken van artikel 54.

Hoofdstuk 22 Bijzondere situaties

Artikel 56

Indien organisaties fuseren wordt de hoogte van de basissubsidie voor de nieuwe organisatie voor een periode van 3 jaar vastgesteld op de som van de basissubsidies die de afzonderlijke organisaties ontvingen voor de fusie.

Hoofdstuk 23 Slotbepalingen

Artikel 57

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op subsidie die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels verleend of vastgesteld is.

Artikel 58

Burgemeester en wethouders voorzien in die gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien.

Artikel 59

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2006.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van 15 november 2005.

burgemeester
secretaris