Regeling vervallen per 31-12-2012

Nadere regels voor welzijnssubsidies

Geldend van 31-12-2012 t/m 30-12-2012

Intitulé

Nadere regels voor welzijnssubsidies 2012

Het college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre;

  gelet op het feit dat de raad in de Algemene subsidieverordening 2011 aan het college de bevoegdheid heeft toe gekend tot het stellen van nadere regels, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden omschreven;

uitgaande van de volgende in het coalitieakkoord 2010/2014 opgenomen uitgangspunten:   1. Aandacht voor de jeugd;

2. Aandacht voor sport, het zgn. beweegonderwijs;

3. Aandacht voor de kleine kernen;

4. Aandacht voor het meedoen aan de samenleving door de ouderen;

5. Aandacht voor zelfredzaamheid van de burgers.

  rekening houdend met het besluit van 28 februari 2011 van het college over de vertaling van subsidie-uitgangspunten die in bovengenoemd coalitieakkoord zijn opgenomen:   - geen hobby’s van volwassen subsidiëren;

- drempelbedrag minimaal € 500,- om efficiencyredenen;

- commerciële instellingen zoals LOV en GOV niet meer subsidiëren;

- niet sturen op contributiebeleid van verenigingen;

- toeristen aantrekken en bekendheid van Oost Gelre vergrote/stimuleren;

- in kaart brengen of compensatie van stijgende legeskosten in subsidie mogelijk is;

  gelet op het feit dat de raad in zijn vergadering van maart 2011 besloten heeft tot ingrijpende bezuinigen en het college daarom noodzaakt tot het treffen van maatregelen, waarmee de bezuinigingstaakstelling wordt behaald;   Besluit  :     De volgende “Nadere regels voor welzijnssubsidies 2012” vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Definities

Artikel 1.1

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

1. organisatie: aanvrager als bedoeld in artikel 1, onder e, van de Algemene subsidieverordening Oost Gelre 2011;

2. vrijwilligers: personen die voor hun activiteiten binnen de organisatie geen geldelijke vergoeding ontvangen;

3. éénmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager en tot maximaal het begrotingskrediet;

4. jaarlijkse subsidie: subsidie die per jaar of voor een bepaald aantal jaren voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt tot maximaal het begrotingskrediet;

5. sport: georganiseerde vorm van lichaamsbeoefening en ontspanning, waarbij vaardigheid, kracht en inzicht worden vereist;

6. jeugdleden: leden van verenigingen, die actief deelnemen aan de verenigingsactiviteit en die op 1 januari van een bepaalde subsidieperiode minimaal 4 jaar en maximaal 17 jaar zijn;

7. binnensport: zwemsport c.q. waterpolo, tafeltennis, handbal, volleybal, gymnastiek, badminton, zaalvoetbal;

8. buitensport: voetbal, tennis, fietscross en klootschieten;

9. gehandicaptensport: sport voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking;

10. niveausubsidie: een subsidie aan sportverenigingen waarbij gespeeld wordt in de hoogste hetzij de één na hoogste landelijke afdeling van de betreffende sport;

11. projectsubsidie: subsidie aan een organisatie waarbij eenmalig een maximaal bedrag aan financiële middelen wordt verstrekt om een vooraf goedgekeurd en een in de tijd en omvang afgebakend project uit te voeren;

12. waarderingssubsidie: subsidie aan een organisatie waarbij eenmalig een maximaal bedrag aan financiële middelen wordt verstrekt voor activiteiten zonder deze naar aard en inhoud te willen beïnvloeden en waarbij geen verband bestaat tussen de kosten die de instelling maakt en de omvang van de subsidie;

13. budgetsubsidie: een jaarlijkse subsidie gebaseerd op het verrichten van één of meer vooraf bepaalde activiteiten, welke de gemeente belangrijk vindt voor de leefbaarheid van Oost Gelre;

14. normsubsidie: subsidie waarbij vooraf voor een bepaalde periode een maximum bedrag aan financiële middelen aan een organisatie wordt verstrekt, dat is berekend op basis van een aantal meetbare eenheden, bijvoorbeeld het aantal leden;

 

Hoofdstuk 2 Doelstellingen organisatie

Artikel 2.1

Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties met activiteiten op de volgende terreinen: a. muziekonderwijs

b. bibliotheekwerk

c. amateurkunst

d. ouderen

e. gezondheidszorg

f.  maatschappelijke dienstverlening

g. kinder-, jeugd- en jongerenwerk h. sport

i   volksfeesten

j.  oudheidkunde

k. educatief werk

l   (volks)cultuur

m. mediabeleid

n. emancipatie

o. vrijwilligerswerk

p. belangenbehartiging kleine kernen

q. belangenbehartiging op bovengenoemde terreinen

Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden voor subsidieverlening

Artikel 3.1

Een organisatie komt slechts in aanmerking voor subsidie indien zij een belang dient dat verder reikt dan alleen het eigen belang.

Artikel 3.2

Alleen de activiteiten die plaatsvinden in en bedoeld zijn voor de inwoners van Oost Gelre komen voor subsidie in aanmerking. Subsidiëring geschiedt uitsluitend op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurde begroting van de organisatie. Van de organisatie wordt verwacht dat naast inkomsten uit subsidies gelden elders worden gegenereerd (contributies, sponsorbijdragen, collectes, bijdragen van derden, etc.). Deze inkomsten behoren tenminste 20% van de baten te bedragen, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Artikel 3.3

Er wordt geen subsidie verstrekt als er met de activiteiten godsdienstige, levensbeschouwelijke of partijpolitieke uitgangspunten of doelstellingen worden nagestreefd.

Artikel 3.4

De volgende organisatie- en activiteitskosten komen niet voor subsidie in aanmerking: a. De kosten van acties met betrekking tot verwerving van inkomsten;

b. De kosten van consumpties en traktaties;

c. De kosten van recepties en feesten bij bijzondere gelegenheden;

d. De kosten van goederen en diensten in natura;

e. De kosten voor het afvoeren van afval;

Artikel 3.5

Onder organisatiekosten worden verstaan de kosten die noodzakelijk gemaakt worden tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor een activiteit. Daarbij valt te denken aan bureaukosten, huur van ruimte, bestuurskosten en af te sluiten verzekeringen.

Artikel 3.6

Onder activiteitskosten worden verstaan de kosten die noodzakelijk gemaakt worden voor het uitvoeren van de activiteiten waarbij de doelstelling van de organisatie in acht wordt genomen. Daarbij valt te denken aan ledenbladen, ledenbijeenkomsten, kosten van materialen, kosten van excursies en voorlichting.

Hoofdstuk 4 Budgetsubsidie

Artikel 4.1

a. Een budgetsubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die: - een jaarlijkse omzet van € 50.000,-- of meer hebben en

- twee of meer personen in vaste loondienst hebben.

b. De subsidieperiode kan minimaal één jaar en maximaal vier jaren bedragen. Wordt een subsidie voor twee, drie of vier jaren verleend, dan wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld door de gemeenteraad (begrotingsvoorbehoud).

c. Het college stelt de duur van de subsidieperiode vast.

d. De activiteiten zijn vastgelegd in een overeenkomst.

Hoofdstuk 5 Normsubsidie

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 5.1

1. De in dit hoofdstuk genoemde bedragen zijn bedragen per subsidieperiode van een kalenderjaar, tenzij anders vermeld.   2. Een subsidie kan jaarlijks worden bijgesteld op basis van een door het college vast te stellen indexering;

Artikel 5.2

Indien mogelijk dient de organisatie zich aan te sluiten bij een regionale, provinciale of landelijke koepelorganisatie.  

Paragraaf 2 Amateurkunst

Artikel 5.3

Aan een organisatie die amateurkunst beoefent, kan subsidie worden verstrekt overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf, mits:

1. tenminste 2 openbare optredens per jaar worden verzorgd in de gemeente Oost Gelre;

2. bij die optredens dienen de genoemde eenheden onder de artistieke leiding van dirigenten, regisseurs, instructeurs of choreografen te staan.

Artikel 5.4

1. Onder een zelfstandige eenheid wordt verstaan: a. blaasorkest;

b. mars- en showorkest;

c. jeugdorkest. 2. De organisatie dan wel de onderliggende eenheden dienen door een landelijke koepelorganisatie erkend te zijn.

3.

a. een blaasorkest is een harmonie, fanfare of blaaskapel, echter niet zijnde een dweilorkest b. een mars- en showorkest is een drumfanfare, showband, drum- en malletbands, tamboer-, fluit-,  lyra-, pijper- en/of jachthoornkorps eventueel aangevuld met een majorettegroep en/of met een vendelgroep; c. een jeugdorkest is een jeugdafdeling van de in lid 1. onder a of b, genoemde eenheden.     4. De subsidie voor blaasorkesten, mars- en showorkesten en jeugdorkesten bestaat uit: a. een basisbedrag van € 742,00 voor een organisatie bestaande uit één van de hierboven genoemde eenheden; b. een basisbedrag van € 1.239,00 voor een organisatie bestaande uit twee van de hierboven genoemde eenheden; c. een basisbedrag van € 1.487,00 voor een organisatie bestaande uit drie of meer van de hierboven genoemde eenheden; d. een bedrag van maximaal € 1.953,00 in de totale kosten van de professionele artistieke leiding; (Verwijderen vanaf 2014); e. een bedrag van maximaal € 496,00 in de totale kosten van niet-professionele artistieke leiding.   5. Een dirigent of instructeur is bevoegd als hij/zij voldoet aan de toetredingsvoorwaarden van de Bond van orkestdirigenten en instructeurs. Degenen die studerend zijn hiervoor, kunnen worden ingeschreven als aspirant-lid en wel gedurende een periode van 4 jaar. De vaststelling van de vakbekwaamheid geschiedt aan de hand van de behaalde diploma’s.

Artikel 5.5

1. De subsidie voor zangverenigingen, toneel en revuegezelschappen en dansverenigingen, kan jaarlijks bestaan uit:

- een bedrag van maximaal € 991,00 in de totale kosten van professionele artistieke leiding;

- een bedrag van maximaal € 496,00 in de totale kosten van niet-professionele artistieke leiding.

2. Onder professionele leiding verstaan wij voor toneelverenigingen een gediplomeerde regisseur of afgestudeerd zijn aan de toneelacademie. Voor dansverenigingen dient men afgestudeerd te zijn aan de balletacademie. De vaststelling van de vakbekwaamheid geschiedt aan de hand van de behaalde diploma’s.

Paragraaf 3 Instellingen voor ouderen

Artikel 5.6

De subsidie aan organisaties voor ouderen van 65 jaar en ouder bedraagt:

a. bij een ledental tot 150 leden een bedrag van € 496,00 en een bedrag van maximaal € 1.487,00 in de activiteitskosten;

b. bij ieder volgend ledental van 150 leden wordt het ledenbedrag verhoogd met € 496,00 en het bedrag in de activiteitskosten met maximaal € 496,00;

c. bij een ledental van 1500 of meer een bedrag van € 5.946,00 en een bedrag van maximaal € 6.939,00 in de activiteitskosten;

d. voor MBVO-activiteiten in Zwolle een bedrag van maximaal € 1.487,00.  

Paragraaf 4 Belangenorganisaties op het terrein van de gezondheidszorg, leefbaarheid, maatschappelijke dienstverlening, ouderenzorg en de samenlevingsopbouw

Artikel 5.7

Aan belangenorganisaties op het terrein van leefbaarheid, gezondheidszorg, maatschappelijk dienstverlening, ouderenzorg en samenlevingsopbouw wordt subsidie verstrekt, mits de activiteiten uitsluitend zijn gericht op het behartigen van de belangen van een specifieke doelgroep en door vrijwilligers, in nauw overleg met de betrokken doelgroep, worden uitgevoerd.

Artikel 5.8

1. Een dorpsbelangenorganisatie is een organisatie die zich richt op het verbeteren van de lokale leefbaarheid in een kleine kern en in nauw overleg met de inwoners van de betreffende kern;

2. De subsidie voor de dorpsbelangenorganisaties bestaat uit een bedrag van € 991,00 voor iedere kleine kern.

3. Daarnaast kan per kern een structurele subsidie worden verstrekt voor kleine initiatieven die voortvloeien uit de dorpsplannen.

Deze bedragen voor:

- dbo Zwolle: vast bedrag van € 1.500,00 en € 1.264,00 op basis van aantal inwoners

- dbo Mariënvelde: vast bedrag van € 1.500,00 en € 1.817,00 op basis van aantal inwoners

- dbo Harreveld: vast bedrag van € 1.500,00 en € 2.878,00 op basis van aantal inwoners

- dbo Vragender: vast bedrag van € 1.500,00 en € 2.361,00 op basis van aantal inwoners

- dbo Lievelde: vast bedrag van € 1.500,00 en € 3.125,00 op basis van aantal inwoners

- dbo Zieuwent: vast bedrag van € 1.500,00 en 4.555,00 op basis van aantal inwoners.

Artikel 5.9

De subsidie voor de belangenorganisaties, als bedoeld in artikel 5.9, niet zijnde dorpsbelangenorganisaties, kan bestaan uit:

a. een bedrag van maximaal € 743,00 in de organisatiekosten;

b. een bedrag van maximaal € 1.239,00 in de activiteitskosten.

Artikel 5.10

Aan de Vereniging van Kleine Kernen Gelderland wordt een subsidie verleend van maximaal € 1.200,00 per jaar voor het ondersteunen van de 6 dbo’s in de gemeente Oost Gelre op het terrein van de leefbaarheid in de kleine kernen,

Artikel 5.11

Aan vrouwenorganisaties kan jaarlijks een bedrag van maximaal € 496,00 worden verstrekt voor activiteiten in het kader van educatie en emancipatie.

Artikel 5.12

Aan bezoekdiensten kan jaarlijks een subsidie verstrekt worden van;

a. maximaal € 496,00 bij een vrijwilligersaantal van 1 tot en met 10

b. maximaal € 991,00 bij een vrijwilligersaantal van 11 tot en met 20

c. maximaal € 1.487,00 bij een vrijwilligersaantal van 21 tot en met 30

d. maximaal € 1.982,00 bij een vrijwilligersaantal van 31 en meer.

Artikel 5.13

EHBO-organisaties kunnen jaarlijks een bedrag van maximaal € 496,00 ontvangen.

Paragraaf 5 Kinder-, jeugd- en jongerenwerk

Artikel 5.14

De subsidie aan een organisatie voor vrijwillig kinder- en jeugd- en jongerenwerk kan bestaan uit een bedrag van maximaal € 1.487,00 in de activiteitskosten.

Artikel 5.15

De subsidie aan de werkgroep Roze Panter, onderdeel van Stuurgroep Groenlo, die vrijwillig activiteiten organiseert voor kinderen en jongeren met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, kan bestaan uit een bedrag van maximaal € 125,00 per lid afkomstig uit de gemeente Oost Gelre.

Artikel 5.16

Aan een organisatie voor professioneel jeugd- en jongerenwerk kan subsidie worden verstrekt mits:

a. de organisatie preventieve activiteiten en hulp aanbiedt aan jongeren en hun gezin/omgeving;

b. deze activiteiten en hulp gericht zijn op het vergroten van de maatschappelijke participatie van jongeren en het beperken van uitval en ongewenst gedrag;

c. de organisatie een rechtspersoon is zonder winstoogmerk;

d. de organisatie geen andere financiering ontvangt voor de geboden activiteiten en hulp (bijvoorbeeld via de AWBZ).

Artikel 5.17

De subsidie voor peuterspeelzaalwerk kan bestaan uit een subsidie van maximaal €728,00 per capaciteitsplaats (dit is één peuterplaats per twee dagdelen dat een peuter komt) en voor maximaal 358 capaciteitsplaatsen.

Paragraaf 6 Sport

Artikel 5.18

Aan een sportvereniging kan subsidie worden verstrekt, mits de sportvereniging:

a. feitelijk binnen de gemeente is gevestigd en hier zijn activiteiten ontplooit;

b. is aangesloten bij een landelijke, provinciale of regionale overkoepelende organisatie op het betreffende sportterrein die door de NOC/NSF is erkend.

Artikel 5.19

1. De subsidie aan de binnensportorganisaties wordt berekend op basis van 2 grondslagen:

a. het aantal actieve en contributie betalende jeugdleden en

b. het aantal actieve en contributie betalende leden van 18 jaar en ouder.  

2. Voor de jeugdleden bestaat de subsidie uit:

a. een bedrag van € € 45,00 per jeugdlid bij een ledenaantal van 1 tot en met 100, en

b. een bedrag van € € 35,35 per jeugdlid bij een ledenaantal van 101 en volgende;  

3. Voor de leden ouder dan 18 jaar bestaat de subsidie uit:

a. een bedrag van € 10,70 per lid bij een ledenaantal van 1 tot en met 100 en

b. een bedrag van € 4,90 per lid bij een ledenaantal van 101 en volgende.  

Artikel 5.20

1. De subsidie aan de buitensportorganisaties wordt berekend op basis van 2 grondslagen:

a. het aantal actieve en contributie betalende jeugdleden en

b. het aantal actieve en contributie betalende leden van 18 jaar en ouder.  

2. Voor de jeugdleden bestaat de subsidie uit:

a. een bedrag van € € 30,45 per jeugdlid bij een ledenaantal van 1 tot en met 100, en

b. een bedrag van € € 25,60 per jeugdlid bij een ledenaantal van 101 tot en met 200 en

c. een bedrag van € 20,70 per jeugdlid bij een ledenaantal van 200 en volgende.  

3. Voor de leden ouder dan 18 jaar bestaat de subsidie uit:

a. een bedrag van € 4,90 per lid.

   

Artikel 5.21

De subsidie voor de gehandicaptensport aan een lokale of regionale organisatie die sportactiviteiten ontplooit voor personen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap kan bestaan uit:

a. een bedrag van € 30,20 per lid en € 40.20 per jeugdlid, afkomstig uit de gemeente Oost Gelre;

b. voor paardrijden te vermeerderen met € 68,50 per lid afkomstig uit de gemeente Oost Gelre.  

Artikel 5.22

Voor de waterpolowedstrijden die de zwem- en waterpolovereniging Livo in het zwembad ’t Walfort in Aalten houdt, kan zij een meerkostensubsidie ontvangen tot een bedrag van maximaal € 2.676,00 per kalenderjaar in de huurkosten.

Artikel 5.23

1. Uitgangspunten voor het kunnen ontvangen van een niveausubsidie zijn:

a. amateursport;

b. teamsport;

c. van toepassing zijn alleen de extra kosten voor het betreffende team.  

2. De niveausubsidie kan bestaan uit:

a. een bedrag van maximaal € 1.487,00 in de totale organisatiekosten; Hierbij wordt rekening gehouden met de grootte van het team.

Artikel 5.24

Aan voetbalvereniging s.v. Grol te Groenlo kan de volgende subsidie worden verstrekt:

a. een bedrag van maximaal € 23.182,00 per jaar voor het onderhoud van de voetbalvelden in zijn algemeen;

b. een bedrag van maximaal € 1.393,00 per jaar voor extra onderhoud van één trainingsveld;

c. een bedrag van maximaal € 8.180,00 per jaar voor het groot onderhoud van de opstallen, met name de kleedkamers.

Artikel 5.25

Aan voetbalvereniging s.v. Grolse Boys te Groenlo kan de volgende subsidie worden verstrekt:

a. een bedrag van maximaal € 9.472,00 per jaar voor het onderhoud van de voetbalvelden in zijn algemeen;

b. een bedrag van maximaal € 877,00 per jaar voor de huur van parkeergelegenheid nabij complex Wilgenpark;

d. een bedrag van maximaal € 2.727,00 per jaar voor het groot onderhoud van de opstallen, vooral de kleedkamers.

Artikel 5.26

Aan de Sportverkiezingsraad wordt in verband met de Sportverkiezing Oost Gelre per jaar maximaal een subsidie verstrekt van € 1.000,00 voor advertentiekosten.

Artikel 5.27

Aan de organisaties van de internationale voetbaltoernooien in Zieuwent (Wessels Tournament) en Groenlo (Marveldtoernooi), georganiseerd door respectievelijk de voetbalverenigingen RKZVC en sv Grol, worden per jaar maximale subsidies verstrekt van € 400,00 in de organisatiekosten.

Paragraaf 7 Volksfeesten, oudheidkunde, educatief werk, kunst en (volks)cultuur en het mediabeleid

Artikel 5.28

Aan Stichting Bibliotheek Oost Achterhoek wordt ten behoeve van bibliotheekactiviteiten een subsidie verstrekt. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 5.29

Aan het Instituut voor kunst en cultuur Boogie  Woogie wordt ten aanzien van het muziekonderwijs een subsidie verstrekt. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 5.30

Aan het Cultureel Centrum De Bron wordt ten aanzien van culturele activiteiten een subsidie verstrekt. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 5.31

Tot de volksfeesten behoren de kermissen, het kindercarnaval, intocht Sinterklaas, Koninginnedagfestiviteiten en folkloristische activiteiten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de kleine kernen en de grote kernen Groenlo en Lichtenvoorde.

a. voor de kleine kernen kan aan een lokale organisatie een bedrag worden verstrekt van maximaal € 254,00 per kern per activiteit met een maximum van 3 activiteiten per kern per jaar;

b. daarnaast kan de dorpsbelangenorganisatie van iedere kleine kern een bedrag van maximaal € 200,00 ontvangen bij aanschaf en plaatsing van een kerstboom;

c. voor Groenlo en Lichtenvoorde kan aan lokale organisaties een bedrag worden verstrekt van maximaal € 1.982,00 per kern voor het totale activiteitenplan;

d. daarnaast kan de GOV en de LOV een bedrag van maximaal € 584,00 ontvangen bij aanschaf en plaatsing van kerstbomen.

   

Artikel 5.32

Wanneer aanvraagvereisten dan wel afspraken voor vergunningen en vergunningsvoorschriften betreffende georganiseerde volksfeesten niet worden nageleefd, kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken.

Artikel 5.33

1. De subsidie voor organisaties op het terrein van regionale oudheidkunde (Regionaal Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers) bestaat uit de normsubsidie van € 0,29 per inwoner van de gemeente Oost Gelre.

Dit bedrag is regionaal overeengekomen met in achtneming van de regionale indexering;   2. Lokale oudheidkundige verenigingen kunnen een bedrag van maximaal € 506,00 per jaar ontvangen.

3. AVOG Crashmuseum kan een bedrag van maximaal € 506,00 per jaar ontvangen.

 

Artikel 5.34

Aan de Stichting Stadsmuseum Groenlo wordt ten behoeve van museale activiteiten, gericht op de geschiedenis van Groenlo, een jaarlijkse subsidie verstrekt van maximaal € 49.186,00 per jaar.

Artikel 5.35

De subsidie voor organisaties die activiteiten ontplooien, die vallen onder het educatief werk, kunst en cultuur, niet zijnde concerten van enige muzikale aard, kan bestaan uit:

a. een bedrag van maximaal € 249,00 in de organisatiekosten;

b. een bedrag van maximaal € 743,00 in de activiteitenkosten;

c. een additioneel bedrag van maximaal € 991,00 bij minimaal 35 filmvoorstellingen per jaar.

Artikel 5.36

De subsidie aan een organisatie die de lokale omroep verzorgt en daarvoor een zendmachtiging heeft van het Commissariaat voor de Media, bestaat uit een bedrag dat wordt vastgesteld aan de hand van de jaarlijks in te dienen begroting.

Artikel 5.37

Subsidie voor de Stichting Programmaraad Oost-Gelderland vindt plaats op grond van de Mediawet en wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de ingediende (regionale) begroting.

Paragraaf 8 Bijzondere evenementen

Artikel 5.38

De navolgende organisaties kunnen subsidie ontvangen voor het organiseren van een bijzonder evenement, wanneer het evenement een bovenlokaal karakter kent. Wij onderscheiden daarbij de volgende evenementen/organisaties:

a. Stichting Bloemencorso Lichtenvoorde; de subsidie is gebaseerd op de kosten die worden gemaakt met betrekking tot het bloemencorso in Lichtenvoorde en is maximaal € 37.903,00.

b. Stichting Grolse kermis; de subsidie is voor de te houden kinderspelen, de volksspelen en de panelen en is maximaal € 5.054,00. c. De Zandbieters (carnavalsoptocht Harreveld); de subsidie is bepaald op het aantal wijken dat deelneemt aan de carnavalsoptocht en is maximaal € 2.475,00.

d. De Knunnekes (carnavalsoptocht Groenlo); de subsidie is voor de gehele organisatie van het carnaval in Groenlo en is maximaal € 2.475,00.

e. (Stichting steunfonds Inter Nos) (Dweilorkestendag Groenlo) =  Stichting Dweilorkestenfestival; de subsidie is een bedrag in het negatieve saldo van het evenement met een maximum van € 5.054,00.

f. Stichting school- en volksfeest Lievelde. De subsidie is een bedrag in het negatieve exploitatiesaldo van het wolcorso met een maximum van € 758,00.

g. Slag om Grolle: vindt tweejaarlijks plaats. De subsidie wordt jaarlijks verleend en tweejaarlijks na afloop van het evenement vastgesteld. Jaarlijks wordt een maximumsubsidie van € 20.000,00 verstrekt.

h. De jaarlijkse bijdrage voor Stichting Paaspop Klassiek te Zieuwent kan bestaan uit een bedrag van maximaal € 2.500,00 voor de organisatie van dit jaarlijkse concert.

 

Artikel 5.39

Wanneer aanvraagvereisten dan wel afspraken voor vergunningen en vergunningsvoorschriften betreffende georganiseerde evenementen niet worden nageleefd, kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken.

Paragraaf 9 Subsidie aan jeugdgezondheidszorg,

Artikel 5.40

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van:

a. het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg;

b. overige activiteiten die de gezondheid van 0 tot 18-jarigen bevorderen, waaronder;

• het tegengaan van overgewicht,

• het tegengaan van overmatig alcoholgebruik, 

• het bieden van opvoedondersteuning en licht  pedagogische hulp.

De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Hoofdstuk 6 Eenmalige subsidies

Paragraaf 1 Projectsubsidie

Artikel 6.1

Een projectsubsidie wordt slechts verleend indien het project:

a. experimenteel, origineel en vernieuwend van karakter is;

b. een meerwaarde heeft voor de gemeente Oost Gelre;

c. een belangrijke aanvulling vormt op het reguliere aanbod van activiteiten op een bepaald terrein binnen de gemeente Oost Gelre;

d. breed toegankelijk is.

Paragraaf 2 Waarderingssubsidie

Artikel 6.2

1. Een waarderingssubsidie wordt slechts verleend indien sprake is van:

a. een organisatie die voornamelijk wordt gedreven door vrijwilligers;

b. activiteiten die breed toegankelijk zijn;

C. de activiteit dient de interesse in de actieve cultuur- en sportbeleving te stimuleren;

2. De subsidie kan bestaan uit:

a. een bedrag van maximaal € 500,00 in de activiteitskosten bij een exploitatie lager dan € 5.000,00;

b. een bedrag van maximaal € 1000,00 in de activiteitskosten bij een exploitatie hoger dan € 5.000,00.  

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1

Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de organisatie of uit eigener beweging ontheffing verlenen van één of meer in deze nadere regels opgenomen voorwaarden.

Artikel 7.2

1. Deze regels treden in werking met ingang 1 januari 2012.

2. Deze regels worden bekendgemaakt door publicatie van het besluit tot vaststelling van deze regels op de gebruikelijke wijze.  

Artikel 7.3

Deze regels kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels welzijnssubsidies 2012”.

Ondertekening

Lichtenvoorde, 24 oktober 2011
burgemeester en wethouders,
Jan Dijkman
secretaris   Henk Heijman
burgemeester