Regeling vervallen per 30-09-2005

Verordening voor de Monumentencommissie gemeente Groenlo 2005

Geldend van 07-01-2005 t/m 29-09-2005

Intitulé

Verordening voor de Monumentencommissie gemeente Groenlo 2005

Verordening voor de Monumentencommissie gemeente Groenlo 2005

De raad van de gemeente Groenlo;

gelet op de Monumentenwet 1988, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen het "Verordening voor de Monumentencommissie gemeente Groenlo 2005".

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    lid: lid of buitengewoon lid van de Monumentencommissie;

  • 2.

    voorzitter: voorzitter van de Monumentencommissie én portefeuillehouder cultuurhistorie;

  • 3.

    secretaris: secretaris van de Monumentencommissie of diens vervanger;

  • 4.

    vergadering: vergadering van de Monumentencommissie.

HOOFDSTUK 2 TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2: Taken

  • 1. De Monumentencommissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over het toepassen van de Monumentenwet 1988, de gemeentelijke Monumentenverordening en over alle andere zaken met betrekking tot cultuurhistorie, monumentenzorg en archeologie;

  • 2. De Monumentencommissie adviseert in principe niet over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 en artikel 7 van de gemeentelijke monumentenverordening.

Artikel 3: Samenstelling

  • 1. De Monumentencommissie bestaat uit de portefeuillehouder als voorzitter en uit minimaal vijf (5) en maximaal zeven (7) leden;

  • 2. Alleen de leden van de commissie hebben stemrecht;

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie zijn geen ambtenaar door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, met uitzondering van

    • a.

      de buitengewoon ambtenaren burgelijke stand;

    • b.

      onderwijspersoneel;

    • c.

      brandweerpersoneel;

  • 4. De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd;

  • 5. Voor benoeming komen personen in aanmerking die werkzaam zijn (geweest) en/of deskundig zijn op tenminste één van de volgende terreinen:

    • a.

      monumenten

    • b.

      cultuurhistorie

    • c.

      (landschaps)architectuur

    • d.

      archeologie

    • e.

      welstand

    • f.

      stedenbouw

    • g.

      lokale historie;

  • 6. De leden van de Monumentencommissie worden gedeeltelijk geworven op uitnodiging van burgemeester en wethouders en gedeeltelijk via een open sollicitatieprocedure of via coöptatie (verkiezing van nieuwe leden door reeds aanwezige leden);

  • 7. Het college van burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris van de Monumentencommissie. De secretaris heeft wel een adviserende stem, maar geen stemrecht;

  • 8. Het college van burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als technisch adviseur van de Monumentencommissie. De technisch adviseur heeft wel een adviserende stem, maar geen stemrecht;

  • 9. De Monumentencommissie kan andere deskundigen, ambtenaren en/of belangstellenden toestaan het woord te voeren tijdens de vergaderingen. Deze personen hebben geen stemrecht.

Artikel 4: Zittingsduur en vacatures

  • 1. De benoeming van een lid is telkens voor een periode van vier (4) jaar. Deze periode gaat in op het moment van benoeming;

  • 2. De leden van de Monumentencommissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. De Monumentencommissie stelt hiervan het college van burgemeester en wethouders schriftelijk op de hoogte;

  • 3. Voor het nemen van ontslag geldt een opzegtermijn van 2 maanden;

  • 4. De leden die worden benoemd in de plaats van leden die tussentijds ontslag nemen, worden benoemd voor de resterende zittingsperiode van de Monumentencommissie;

  • 5. De commissieleden kunnen opnieuw worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders voor ten hoogste een periode van vier (4) jaar;

  • 6. Voor deze herbenoeming geldt de procedure zoals genoemd in artikel 3 lid 6;

  • 7. Het college van burgemeester en wethouders kan een lid ontslaan bij het onvoldoende functioneren of bij het zonder opgaaf van reden verstek laten gaan van drie (3) achtereenvolgende vergaderingen. Hierbij dient de procedure te worden gevolgd als genoemd in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 8. Voor de bezoldiging van de leden van de Monumentencommissie gelden de regels zoals bedoeld in een nader vast te stellen regeling, bekrachtigt door burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE EN BESLUITVORMING

Artikel 5: Vergadercyclus

De Monumentencommissie vergadert ten minste twee (2) maal per jaar.

Artikel 6: Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen worden in overleg met de voorzitter door de secretaris aan het eind van het jaar in principe voor het gehele komende jaar belegd;

  • 2. De secretaris zorgt dat ieder commissielid tenminste vijf (5) werkdagen vóór het houden van de vergadering hiertoe schriftelijk wordt uitgenodigd;

  • 3. De te behandelen onderwerpen worden op de uitnodiging vermeld en de benodigde informatie wordt bij de uitnodiging gevoegd;

  • 4. Wanneer voor een onderwerp het agendapunt of de benodigde informatie niet op tijd verstuurd is, wordt dit onderwerp verplaatst naar een volgende vergadering. Dit geldt niet voor onderwerpen waarvan de voorzitter of tenminste drie (3) commissieleden een directe behandeling noodzakelijk achten.

Artikel 7: Doorgang

De vergadering van de Monumentencommissie wordt alleen gehouden als tenminste de voorzitter en drie (3) andere leden aanwezig zijn.

Artikel 8: Extra vergadering of onderzoek

  • 1. Indien de voorzitter of tenminste drie (3) commissieleden het noodzakelijk achten, wordt een extra vergadering belegd.

  • 2. Indien blijkt dat voor het uitbrengen van advies nader onderzoek noodzakelijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden of van de aanvrager verlangen.

  • 3. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in (digitaal) afschrift aan de leden van de commissie toegezonden.

Artikel 9: Besluitvorming

  • 1. De Monumentencommissie besluit bij meerderheid van stemmen;

  • 2. Bij het staken van de stemmen vindt herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering;

  • 3. Bij het staken van de herstemming geeft de stem van de voorzitter de doorslag;

  • 4. De leden van de Monumentencommissie nemen niet deel aan de behandeling van zaken als daarbij hun belang dan wel onpartijdigheid in het geding zijn.

Artikel 10: Verslaglegging

Van elke vergadering dient een verslag gemaakt te worden dat aan alle leden vóór de eerstvolgende vergadering dient te worden toegezonden. Het verslag dient tevens ter kennisgeving aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd te worden

HOOFDSTUK 4 GEHEIMHOUDING EN OPENBAARHEID

Artikel 11: Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de Monumentencommissie zijn openbaar;

  • 2. De secretaris publiceert de agenda van de vergadering van de Monumentencommissie in de week voorafgaand aan de vergadering in een wekelijks huis-aan-huisblad dat verschijnt in de gemeente en op de gemeentelijke website;

  • 3. Stukken, behorende bij de onderwerpen van de agenda, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De secretaris maakt van de terinzagelegging melding in de publicatie, bedoeld in lid 2 van dit artikel;

  • 4. De vergadering vindt plaats met gesloten deuren wanneer tenminste 3 (drie) van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter of het college van burgemeester en wethouders dit nodig acht;

  • 5. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de Monumentencommissie anders beslist.

Artikel 12: Informatieverstrekking

  • 1. Het verstrekken van informatie vanuit de Monumentencommissie aan derden geschiedt door de secretaris;

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan omtrent de inhoud van de stukken die aan de Monumentencommissie worden overlegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13: Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, bij twijfel over de toepassing van deze verordening, alsmede bij gerezen geschillen aangaande de Monumentencommissie, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 14: Vervallen verordeningen

  • - Verordening op de monumentencommissie Groenlo 24 september 2002

  • - Verordening op de monumentencommissie Lichtenvoorde 2 mei 1991

Artikel 15: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 7 januari 2005 in werking.

Artikel 16: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening voor de Monumentencommissie gemeente Groenlo 2005”

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 januari 2005

griffier,

voorzitter,