Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2006

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2006

De raad van de gemeente Groenlo,

Gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2006.

 

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1

1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

a. feitelijke informatie;

b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

c. bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist na overleg met de griffier.

4. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

1. De secretaris stelt op verzoek van en in overleg met de griffier ambtelijke bijstand beschikbaar, tenzij:

a. het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

b. dit het belang van de gemeente kan schaden;

c. de omvang van de gevraagde bijstand een onevenredig beslag legt op de capaciteit.

2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij hiervan mededeling aan de griffier; deze treedt in overleg met de secretaris.

2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

De griffier houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen:

a. welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

b. over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

c. welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

d. hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

e. de reden waarom een verzoek is geweigerd.

 

Artikel 6

Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 7

1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 1.500,-- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 100,-- per raadszetel.

Artikel 8

1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

2. De bijdrage mag in ieder geval niet gebruikt worden ter bekostiging van:

a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

c. giften;

d. uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

e. opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 9

1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld.

Artikel 10

1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

b. bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 7, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie, voor het resterende deel van het kalenderjaar, verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

4. Bij splitsing van een fractie wordt vanaf het nieuwe kalenderjaar, de op grond van artikel 7, tweede lid, vastgestelde bijdrage, eveneens volledig van toepassing op de nieuwe fractie.

Artikel 11

1. Elke fractie legt, binnen een maand na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

2. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

Artikel 12

1. De verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2006.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 23 maart 2006. Per deze datum worden de verordeningen van de gemeenten Groenlo en Lichtenvoorde inzake de ambtelijke bijstand aan raadsleden en raadsfracties ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering van 27 april 2006,
De voorzitter,
mr. drs. H.W.M. Heijman
De raadsgriffier,
mw. drs. M.A.H. Heffels

Bijlage Bijlagen

Toelichting Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning