Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Wet Inburgering Oost Gelre 2010

Geldend van 01-10-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Wet inburgering Oost Gelre 2010

De raad van de gemeente Oost Gelre;

gezien het voorstel van het college van de gemeente Oost Gelre van 14 december 2009;

gelet op artikelen 8, 19 vijfde lid, 23 derde lid en 35 van de Wet inburgering;

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringplichtigen, het aanbieden van een inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringplichtige voor wie een inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

besluit:

vast te stellen de verordening:

Verordening Wet inburgering gemeente Oost Gelre 2010

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre;

b. de wet: de Wet inburgering;

2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringplichtigen

1. Het college zorgt dat de inburgeringplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringvoorzieningen.

2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

a. Het inrichten van een informatiepunt bij de Stichting Integratie Nieuwkomers;

b. Het verstrekken van schriftelijke voorlichtingsmateriaal bij aanvragen WWB-uitkeringen;

c. Het toezenden van schriftelijk voorlichtingsmateriaal aan personen ten aanzien van wie al dan niet op grond van gegevens uit het Bestand Potentiële Inburgeringplichtigen redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij inburgeringplichtig zijn.

3. Het college beoordeelt tenminste eenmaal in de twee jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst de groepen inburgeringplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria:

a. Onvoldoende taalvaardigheid Nederlands

b. Ontvangen van een WWB-uitkering

c. hebben van een opvoedingstaak.

Op basis hiervan kunnen de volgende doelgroepen worden aangewezen als prioritaire doelgroepen:

- uitkeringsgerechtigde inburgeringplichtigen;

- verzorgende ouders zonder inkomsten uit werk of uit uitkering.

 

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening

1. Het college stemt de inburgeringvoorziening, met uitzondering van de inburgeringvoorziening aan geestelijke bedienaren, of de taalkennisvoorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringplichtige.

2. Indien de inburgeringplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, zorgt het college er voor dat de inburgeringvoorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

3. Een inburgeringvoorziening of een taalkennisvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

a. Vergoeding van kosten kinderopvang

b. Reiskostenvergoeding

c. Vergoeding leermiddelen

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste achttien termijnen betaald.

2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de inburgeringvoorziening of de taalkennisvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

a. het deelnemen aan de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening;

b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 7 Het aanbod van een inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening

1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

3. De inburgeringplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

4. Wanneer de inburgeringplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen vier weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

a. een beschrijving van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening;

b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringplichtige;

c. de datum waarop het inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

d. de termijnen en wijze van betaling; en

e. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,00 indien de inburgeringplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 400,00 indien de inburgeringplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de inburgeringplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de Inburgeringplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de Inburgeringplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 800,00 indien de Inburgeringplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringexamen heeft behaald.

4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000,00 indien de Inburgeringplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 . Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

1. Deze verordening wordt van kracht met ingang van de eerste dag na die van debekendmaking en treedt in werking per 1 januari 2010.

2. De verordening Wet inburgering vastgesteld door de gemeenteraad op 17 april 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Oost Gelre 2010.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 februari 2010,
de raadsgriffier,
J. Vinke
de voorzitter,
mr. drs. H.W.M. Heijman

Bijlage Bijlagen

Toelichting Verordening wet inburgering Oost Gelre 2010