Regeling vervallen per 06-04-2012

Procedureverordening Planschadevergoeding gemeente Groenlo 2005

Geldend van 06-04-2012 t/m 05-04-2012

Intitulé

Planschadevergoeding gemeente Groenlo 2005

De raad van de gemeente Groenlo,

gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 49 en 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

besluit:

vast te stellen de "Procedureverordening Planschadevergoeding gemeente Groenlo 2005".

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder;

artikel 49: artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

adviseur: de door de burgemeester en wethouders aangewezen adviseur;

aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die een aanvraag om toekenning van schadevergoeding ex. artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

heeft ingediend.

Artikel 2

1. Indien een aanvrager meent, dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij een gemotiveerde aanvraag om toekenning van schadevergoeding indienen bij de gemeenteraad. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van het indienen van een verzoek om vergoeding van schade op grond van artikel 49 een aanvraagformulier vaststellen en/of nadere eisen stellen met betrekking tot de bij de aanvraag in te dienen gegevens. 3. Burgemeester en wethouders stellen, in geval niet de benodigde gegevens zijn verstrekt, de aanvrager in de gelegenheid binnen een door hen te bepalen termijn de gegevens aan te vullen.

Artikel 3

1. De gemeenteraad kan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag schadevergoeding weigeren zonder toepassing te geven aan artikel 4 en volgende, indien zij van mening is dat het verzoek niet ontvankelijk danwel kennelijk ongegrond is. 2. De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.

Artikel 4

1. Indien geen toepassing is gegeven aan het eerste lid van artikel 3 kunnen burgemeester en wethouders aan een adviseur opdracht geven ter zake advies uit te brengen. 2. De in het voorgaande lid bedoelde opdracht geschiedt binnen vier weken na het verstrijken van de - eventueel verlengde - termijn, bedoeld in het eerste lid van artikel 3.

Artikel 5

1. De adviseur hoort de aanvrager en/of zijn gemachtigde en een of meer vertegenwoordigers van de gemeente. 2. Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en/of zijn gemachtigde en door de vertegenwoordiger(s) van de gemeente wordt door de adviseur een kort verslag gemaakt. Dit verslag wordt toegezonden aan aanvrager en gemeente en tezamen met de eventuele schriftelijke reacties als bijlage aan het advies gehecht. 3. De adviseur neemt de situatie ter plaatse op.

Artikel 6

1. De adviseur gaat allereerst na of naar haar mening de aanvrager ten gevolge van een besluit als bedoeld in artikel 49 de door aanvrager gestelde schade lijdt. 2. Leidt het onderzoek uit lid 1 van dit artikel niet tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de adviseur de ten laste van de aanvrager blijvende schade, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, en de eventueel billijke schadevergoeding.

Artikel 7

1. De adviseur brengt schriftelijk advies uit aan de gemeenteraad binnen 16 weken na de verzending van de opdracht als bedoeld in het eerste lid van artikel 4. 2. Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn, stelt de adviseur zowel de gemeenteraad als de aanvrager schriftelijk in kennis. 3. Een afschrift van het advies van de adviseur wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier weken vóór het besluit van de gemeenteraad van gemeentewege aan de aanvrager toegezonden. 4. Aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld - schriftelijk of mondeling - eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de adviseur vóór de behandeling in de gemeenteraadsvergadering ter kennis van de raad te brengen.

Artikel 8

1. Binnen acht weken nadat de adviseur het advies genoemd in het vorige artikel heeft uitgebracht, beslist de gemeenteraad. 2. De in lid 1 genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. 3. Indien de gemeenteraad een schadevergoeding vaststelt, bepaalt hij de datum vóór welke de vergoeding moet zijn uitbetaald of geregeld.

Artikel 9

1. Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.

2. De “Procedureverordening Planschadevergoeding”, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 mei 1995 door de raad van de gemeente Lichtenvoorde, en de “Procedureverordening Planschadevergoeding”, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 februari 1981 door de raad van de gemeente Groenlo, worden ingetrokken.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Procedureverordening Planschadevergoeding gemeente Groenlo 2005“.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van de raad van 3 januari 2005,
griffier,
voorzitter,