Beleidsregels aan huis verbonden beroep en bedrijf

Geldend van 24-09-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels aan huis verbonden beroep en bedrijf

Het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout heeft op 15 september 2015 vastgesteld de “Beleidsregels aan huis verbonden beroep en bedrijf”. Met deze beleidsregel geeft het college aan welke vormen van een huis verbonden beroep of bedrijf, onder welke voorwaarden, zijn toegestaan. De regels treden in werking daags na deze bekendmaking.

De beleidsregels kunnen worden opgevraagd bij de gemeente Oosterhout. Daarnaast zijn de beleidsregels ook in te zien via de internetpagina http://oosterhout.regelingenbank.nl/.

Het is niet mogelijk om tegen de vaststelling van de beleidsregels bezwaar aan te tekenen of beroep in te stellen.

Inleiding

De gemeente ontvangt regelmatig verzoeken om een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit te mogen uitoefenen in of bij een woning. De gemeente moet vervolgens beoordelen of de desbetreffende activiteit past binnen de woonomgeving. Dit gebeurt thans aan de hand van de desbetreffende planregels, die echter op dit punt kunnen verschillen. Daarnaast is het mogelijk om een verzoek tot afwijking van de planregels in te dienen waarop burgemeester en wethouders besluiten of zij hiertoe bereid zijn.

In deze beleidsnotitie worden uitgangspunten voor het al dan niet toestaan van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in of bij woningen eenduidig en helder vastgelegd. Doel is deze uiteindelijk vast te leggen in de bestemmingsplannen, zodat vooraf duidelijk is welke vormen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf wel en niet zijn toegestaan. Vóórdat de betreffende bestemmingsplannen zijn geactualiseerd zullen deze beleidsregels worden gebruikt voor toetsing van individuele verzoeken, die ingevolge het vigerende bestemmingsplan niet zijn toegestaan. Indien deze activiteit wel is toegestaan volgens de beleidsregels zal hieraan, middels verlening van een omgevingsvergunning voor strijdig planologisch gebruik, medewerking worden verleend. Het is echter niet mogelijk om activiteiten die op basis van het vigerende bestemmingsplan mogelijk zijn, middels de onderhavige beleidsregels niet toe te laten. Dit kan alleen als de beleidsregels in het betreffende bestemmingsplan zijn vertaald.

De beleidsregels zijn voorzien van een toelichting, welk als bijlage 1 aan dit document is toegevoegd. Daarnaast wordt in bijlage 2 een indicatieve opsomming gegeven van beroepen en bedrijfsactiviteiten die in beginsel (met inachtneming van de in artikel 1 genoemde voorwaarden) toelaatbaar zijn.

Artikel 1 regels

  • 1.

    Er moet sprake zijn van een gebouw dat bestemd is voor de huisvesting van één huishouden (hierna woning);

  • 2.

    De activiteit wordt uitsluitend uitgeoefend door één natuurlijk persoon, die bewoner is van de woning zoals bedoeld onder 1;

  • 3.

    Per woning mag niet meer dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en / of een daarbij behorend bouwwerk (zoals een garage, berging of uitbouw) worden gebruikt, tot een absoluut maximum van 50 m2;

  • 4.

    De activiteit betreft de uitoefening van een beroep op zakelijk, administratief, juridisch, financieel, therapeutisch, (para-)medisch, cosmetisch of ontwerptechnisch, of hieraan gelijk te stellen gebied, dan wel de uitoefening van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten geheel of overwegend door middel van handwerk, voorzover deze behoort tot de milieucategorie 1 of 2 , zoals bepaald in de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering, of een daarmee qua uitstraling vergelijkbare activiteit. Hierbij is detailhandel, ook niet indien deze ondergeschikt en gelieerd is aan de hiervoor genoemde toegelaten activiteiten, niet toegestaan. Verder is iedere vorm van machinale productie of machinale reparatie- en herstelwerkzaamheden, horeca, uitstalling (showroom), distributie of overslag (logistieke functie), alsmede reparatie van en herstelwerkzaamheden aan gemotoriseerde voertuigen en (bemiddeling in) prostitutie of andere vormen van seksinrichtingen, verboden;

  • 5.

    Buitenactiviteiten, waaronder opslag, ten dienste van het aan huis verbonden beroep en bedrijf zijn niet toegestaan;

  • 6.

    De activiteit mag niet leiden tot parkeer-, geluids- of geuroverlast.

    Gezien de specifieke situatie in het buitengebied gelden daar aanvullend, en daar waar aangegeven afwijkend op bovenstaande, de volgende voorwaarden:

  • 7.

    In afwijking van het gestelde onder 6 geldt dat er op eigen terrein, binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak, moet worden voorzien in de parkeerbehoefte;

  • 8.

    De activiteit mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit de van toepassing zijnde milieuregelgeving.

Artikel 2 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel aan huis verbonden beroep en bedrijf.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 24 september 2015.

Behorende bij het besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van Oosterhout, d.d. 15 september 2015, tot vaststelling van de Beleidsregel aan huis gebonden beroepen of bedrijven.

Ondertekening

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,

burgemeester

,

mr drs S.W.Th. HUISMAN

secretaris

,

mr P.J. DE RIDDER

Bijlage 2 Indicatieve lijst toegestane vormen van aan huis verbonden beroep en bedrijf

  • -

    advocaat

  • -

    notaris

  • -

    (register)accountant

  • -

    fiscalist

  • -

    gerechtsdeurwaarder

  • -

    organisatieadviseur

  • -

    raadgevend adviseur

  • -

    redacteur

  • -

    grafisch vormgever

  • -

    stedenbouwkundige

  • -

    architect (bouwkundig, interieur- of tuin- en landschapsarchitect)

  • -

    alternatieve genezer

  • -

    fysiotherapeut

  • -

    huidtherapeut

  • -

    logopedist

  • -

    fysiotherapeut

  • -

    acupuncturist

  • -

    oefentherapeut Cesar/Mensendieck

  • -

    orthopedagoog

  • -

    psycholoog

  • -

    verloskundige

  • -

    tolkvertaler (al dan niet beëdigd)

  • -

    kunstenaar

  • -

    tussenpersoon/ commissionair/ bemiddelaar

  • -

    fotograaf

  • -

    instrumentenmaker

  • -

    kaarsenmaker

  • -

    kledingmaker/ coupeuse

  • -

    bloemschikker

  • -

    schoonheidsspecialist

  • -

    nagelstudio/pedicure/manicure

  • -

    kapper

  • -

    glazenwasser

  • -

    schoorsteenveger

  • -

    loodgieter

  • -

    schilder

  • -

    klussenbedrijf (geen be- en verwerkende activiteiten op het perceel)

  • -

    autorijschool (geen theorie en eigen rijder: ten hoogste 1 auto)

  • -

    taxibedrijf (eigen rijder: ten hoogste 1 auto)

  • -

    koeriersdienst (eigen rijder: ten hoogste 1 auto)

  • -

    computerservice (o.a. systeembouw/-analyse en reparatie- en herstelwerkzaamheden aan de hard- en software van computers)

Toelichting behorende bij de beleidsregel aan huis verbonden beroep en bedrijf

Hieronder wordt artikelsgewijs een nadere toelichting gegeven.

Ad. 1. Er moet sprake zijn van een gebouw bestemd voor het “wonen”, zijnde het huisvesten van één huishouden. Dit in verband met het gegeven dat het een aan huis verbonden beroep en bedrijf betreft en geen autonome functie/ activiteit. Het is expliciet niet toegestaan om daar, waar ingevolge de bestemmingsomschrijving recreatieve overnachtingen zijn toegestaan (bijvoorbeeld een hotel, recreatiewoning of stacaravan), of gebruik is gemaakt van de regeling voor niet-zelfstandige woonruimte (ook wel kamerverhuur), een aan huis verbonden beroep en bedrijf mogelijk te maken. Panden waarop het voornoemde van toepassing is, zijn namelijk niet bestemd voor de huisvesting van één huishouden en komen daarmee niet in aanmerking voor deze regeling.

Ad. 2. Voorkomen moet worden dat er meerdere mensen werkzaam zijn en daarmee de ruimtelijke uitstraling van de activiteit (zoals publieks-/ verkeersaantrekkende werking) dusdanig groot is dat het gebruik niet meer verenigbaar is met de woonfunctie en/ of dat er sprake is van overlast. De eis dat de persoon die het aan huis verbonden beroep en bedrijf uitoefent daar woonachtig moet zijn en het een “natuurlijk” persoon moet betreffen, moet zekerstellen dat het een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit betreft en niet een andersoortige beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door derden.

Ad. 3. Het in te zetten vloeroppervlak is dusdanig begrensd dat er met enige redelijkheid een aan huis verbonden beroep en bedrijf kan worden uitgeoefend, en het risico dat de ruimtelijke uitstraling dusdanig is dat het gebruik niet verenigbaar is met de woonfunctie en/ of sprake is van overlast, op voorhand zoveel mogelijk wordt uitgesloten. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de woning en/ of een daarbij behorend bouwwerk 1 , zoals een garage of berging. Bij (complexen van) solitaire garageboxen is het niet wenselijk dat daar aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten worden ontplooid. Aangezien garageboxen zijn bestemd tot Verkeersdoeleinden met de nadere aanduiding Ab (autobox) is een aan huis verbonden beroep en bedrijf ingevolge deze regeling daar niet toegestaan.

Ad. 4. Gekozen is voor een limitatieve opsomming van toegestane categorieën van activiteiten, waarvan met enige zekerheid is te stellen dat deze geen afbreuk kunnen doen aan de woonfunctie en/ of geen overlast met zich meebrengen, in plaats van een limitatieve lijst met specifieke beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten. Daarnaast is een aantal specifieke activiteiten expliciet uitgesloten. Aanvullend is bepaald dat alleen categorie 1 en 2, zoals is bepaald in de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering, of een daarmee qua uitstraling te vergelijken activiteit, is toegestaan. Activiteiten die tot deze categorie behoren hebben een dusdanige beperkte ruimtelijke uitstraling dat deze passend zijn in een woonomgeving. Om de limitatieve opsomming van toegestane categorieën van activiteiten wat tastbaarder te maken is in bijlage 2 bij deze beleidsregel een indicatieve lijst met specifieke beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten opgenomen welke op basis van deze regeling toelaatbaar zijn.

Ad. 5. Ter voorkoming van aantasting van het straatbeeld en/ of ter voorkoming van overlast, mag er geen buitenopslag plaatsvinden. Alle activiteiten moeten plaats vinden binnen de woning en/ of een daarbij behorend bouwwerk. De stalling van maximaal één bedrijfsauto is overigens niet te typeren als buitenopslag.

Ad. 6. Voorkomen moet worden dat het aan huis verbonden beroep en bedrijf gepaard gaat met overlast.

Ad. 7. Het buitengebied kent geen openbare ruimte waar het parkeren kan plaats vinden. Om te voorkomen dat er in de bermen wordt geparkeerd, zal het parkeren dan ook plaats moeten vinden op het eigen terrein. Om te voorkomen dat het parkeren verspreid c.q. op afstand van de gebouwen plaats vindt, is tevens bepaald dat het parkeren binnen het bestemmingsvlak waartoe de (bedrijfs)woning behoort moet plaats vinden. Ingeval het een agrarische bedrijfswoning betreft, geldt (in verband met de landelijk voorgeschreven plansystematiek) dat het parkeren binnen het bouwvlak moet plaats vinden, waartoe deze agrarische bedrijfswoning behoort.

Ad. 8. Een aan huis verbonden beroep en bedrijf kan leiden tot bijvoorbeeld toevoeging van een geurgevoelig object. Dit kan gevolgen hebben voor de uitbreidingsmogelijkheden die een agrarisch bedrijf met vee heeft op basis van de geldende bestemming. Deze regeling is ter voorkoming van de aantasting van de ontwikkelingsmogelijkheden die een naastliggend bedrijf op basis van de vigerende bestemming heeft. De ontwikkelingsmogelijkheden die een bedrijf heeft na toepassing van een (binnen- of buitenplanse) afwijkingsbevoegdheid of een binnenplanse wijziging, worden hierbij niet betrokken.

Aangezien reclame-uitingen in voldoende mate worden gereguleerd via de Wabo (in samenhang met de APV), hoeven ten aanzien van dit aspect geen nadere regels te worden opgenomen. 2

Hardheidsclausule

De wet Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan kan afwijken van de beleidsregel, indien dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Mocht een dergelijke situatie zich voordoen in het stedelijk gebied, dan kan met toepassing van artikel 4, lid g, van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) gebruik worden gemaakt van de clausule. Deze bepaling uit de Bor is echter niet van toepassing in het buitengebied.

In de uitzonderlijke situatie dat het college van Burgemeester en Wethouder in het buitengebied gebruik wil maken van deze hardheidsclausule, zal een procedure tot herziening van het bestemmingsplan of buitenplanse afwijking (projectprocedure) moeten worden gevoerd.


Noot
1

Zoals bedoeld in artikel 1 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.

Noot
2

Ingevolge de APV is het niet toegestaan omder zonder vergunning reclame-uitingen aan te brengen voor zover deze groter zijn dan 0,5 m², waarbij de langste zijde niet groter mag zijn dan 1 meter, en de reclame-uiting de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt of ernstige hinder voor de omgeving veroorzaakt.