Regeling vervallen per 17-10-2023

Klachtverordening gemeente Oosterhout 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 16-10-2023

Intitulé

Klachtverordening gemeente Oosterhout 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE OOSTERHOUT;

Overwegende dat het wenselijk is ten behoeve van:

  • het bieden van bescherming aan personen die zich ten aanzien van de gemeente In een afhankelijke positie bevinden;

  • het beperken van conflicten en het herstellen van de relatie van de klager met de gemeente;

  • het signaleren van tekortkomingen in de dienstverlening van de gemeente en het verkrijgen van meer inzicht in de behoeften van burgers, een Verordening klachtenregeling gemeente Oosterhout 2012 vast te stellen.

gelezen het voorstel van het college van 13 december 2011;

BESLUIT:

  • I.

    vast te stellen de bijgaande "Verordening klachtenregeling gemeente Oosterhout 2012", onder gelijktijdige intrekking van de "Verordening klachtenregeling gemeente Oosterhout 2005”.

  • II.

    In werking laten treden van “Verordening klachtenregeling gemeente Oosterhout 2012” per 01-01-2012.

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

De verordening verstaat onder:

  • a)

    De wet: De Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • b)

    Klacht: Een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan, diens voorzitter of een lid daarvan, of een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen. Nadrukkelijk wordt hieronder niet verstaan een bezwaar of beroep tegen een inhoudelijk besluit.

  • c)

    Klager: Natuurlijke persoon of rechtspersoon die een klacht indient.

  • d)

    Beklaagde: Het bestuursorgaan of de ambtenaar om wiens gedraging het gaat.

  • e)

    Klaagschrift: Een schriftelijke klacht.

  • f)

    Gedraging: Het in een concreet geval jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door een bestuursorgaan, de voorzitter of een lid daarvan of een ambtenaar. Een gedraging door een ambtenaar kan tevens worden aangemerkt als een gedraging van het voor die gedraging verantwoordelijk orgaan. Onder gedraging wordt niet begrepen die jegens een (andere) ambtenaar.

  • g)

    Bestuursorgaan: De burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. De bestuursorganen als bedoeld in artikel 1:1 van de Awb.

  • h)

    Ambtenaar: Een ieder die krachtens aanstelling of een met hem/haar aangegane arbeidsverhouding (ook tijdelijk personeel en personeel dat namens de gemeente Oosterhout optreedt) in dienst van de gemeente Oosterhout werkzaam is, met uitzondering van onderwijzend personeel.

  • i)

    Klachtencoördinator: Degene die is belast met de taken zoals beschreven in artikel 4 van deze verordening.

  • j)

    Klachtbehandelaar: Degene die op grond van artikel 5 lid 3 belast is met de behandeling en afdoening van de ingediende klacht

  • k)

    Commissie Ombudsman: Het onafhankelijke orgaan, waarbij een klacht kan worden ingediend, indien men niet tevreden is over de klachtafhandeling bij de gemeente Oosterhout. Het betreft hier de (regionale) Commissie Ombudsman Oosterhout, als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening.

  • l)

    Afdeling: Onderdelen van de gemeentelijke organisatie.

  • m)

    Directeur / manager: Verantwoordelijken voor het functioneren van onderdelen van de gemeentelijke organisatie.

HOOFDSTUK 2: DE BEHANDELING DOOR HET BESTUURSORGAAN

Artikel 2 De behandeling van klaagschriften

1. Een schriftelijk ingediende klacht wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van afdeling 9.12 van de Awb en met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 3 Fasering

De klachtbehandeling kent drie fasen:

  • 1.

    Informele bemiddeling

  • Indien iemand zich persoonlijk of telefonisch met een klacht tot de gemeente wendt, wordt door de ontvanger getracht de klacht direct op te lossen en de klager tevreden te stellen. De klager wordt altijd gewezen op de mogelijkheid om –als hij/zij ontevreden is over de wijze van afhandeling- alsnog schriftelijk een klacht in te dienen. Een eventueel verzoek om hulp hierbij wordt gehonoreerd.

  • 2.

    Formele behandeling in eerste fase (eerste lijn) zie artikel 2.

  • 3.

    Formele behandeling in tweede fase (tweedelijn)

Indien de klager niet tevreden is met de uitkomst van de formele behandeling in eerste instantie, kan hij vervolgens nog een klacht indienen bij de Commissie Ombudsman Oosterhout.

Artikel 4 De klachtencoördinator

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een klachtencoördinator aan.

  • 2.

    Het college kan voorts één of meer plaatsvervangers aanwijzen.

  • 3.

    De klachtencoördinator heeft de volgende taken:

    • a.

      bij binnenkomst van de klacht het eerste aanspreekpunt voor een klager;

    • b.

      toetst een klacht op ontvankelijkheid en het stuurt de klacht door aan de klachtbehandelaar;

    • c.

      bewaken van de tijdige en correcte behandeling, procedures en afdoening van klachten en formuleert daartoe zo nodig voorstellen;

    • d.

      voorlichting geven over de klachtenprocedure;

    • e.

      signaleren van tendensen op basis van afgehandelde klachten en het adviseren van het bestuursorgaan over in verband daarmee te treffen maatregelen;

    • f.

      optreden als contactpersoon voor de Commissie Ombudsman Oosterhout namens de gemeente en verrichten van alle daarmee samenhangende werkzaamheden;

    • g.

      adviseren van het bestuursorgaan naar aanleiding van de bevindingen van de Commissie Ombudsman Oosterhout;

    • h.

      belast met het registreren van alle ontvangen schriftelijke klaagschriften en de wijze van afdoening daarvan.

Artikel 5 De klachtbehandelaar

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst voor elke afdeling een klachtbehandelaar aan en regelt de plaatsvervanging.

  • 2.

    De klachtbehandelaar ondersteunt de afdelingsmanager bij het behandelen van de klacht.

  • 3.

    De klachtbehandelaar is belast met:

    • a.

      het uitvoeren van de klachtenprocedure voor de betreffende afdeling/eenheid;

    • b.

      het bewaken van de klachtenprocedure voor de betreffende afdeling/eenheid;

    • c.

      het desgevraagd te woord staan en informatie verstrekken aan een klager;

    • d.

      het op verzoek van de klager of op eigen initiatief volledig betrokken zijn bij de behandeling van een klacht;

    • e.

      het op snelle wijze nagaan bij de afdeling/eenheid of er mogelijkheden zijn om snel aan de klacht tegemoet te komen;

    • f.

      het op eigen initiatief of op verzoek van degene die beslist op de klacht een zelfstandig advies uitbrengen alvorens een besluit op een klacht wordt genomen.

Artikel 6 De wijze waarop een klacht kan worden ingediend

  • 1.

    Een ieder kan mondeling of schriftelijk een klacht indienen.

  • 2.

    Een schriftelijk ingediende klacht wordt ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens (art. 9.4 Awb):

    • a.

      De naam en het adres van de klager;

    • b.

      De dagtekening;

    • c.

      Een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.

  • 3.

    Een schriftelijke klacht kan op de volgende wijzen ingediend worden:

    • o

      op een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld klachtenformulier;

    • o

      via het klachtenformulier op de website van de gemeente Oosterhout (digitaal);

    • o

      een brief.

  • 4.

    Anonieme klaagschriften worden niet in behandeling genomen.

  • 5.

    Indien de klager dat wenst, wordt hem medewerking verleend bij het op schrift stellen van de klacht.

  • 6.

    Een schriftelijk ingediende klacht wordt gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout, Postbus 10150, 4900 GB Oosterhout, ter attentie van de klachtencoördinator. Een klacht die betrekking heeft op de griffier of op een medewerker van de griffie, dient te worden gericht aan de gemeenteraad.

  • 7.

    Het klaagschrift is opgesteld in de Nederlandse taal of is voorzien van een Nederlandse vertaling. Bij het klaagschrift worden zo mogelijk afschriften van relevante stukken overgelegd.

Artikel 7 Mondelinge klacht

  • 1.

    Een mondeling geuite klacht kan zowel telefonisch als tijdens een bezoek aan de gemeente worden ingediend. Hierop wordt geprobeerd direct tot een oplossing te komen.

  • 2.

    Mondelinge klachten worden geregistreerd en aan de klachtencoördinator doorgegeven met de uitkomst van de wijze van afdoening van de klacht.

  • 3.

    Op mondelinge klachten is enkel de eerste fase van toepassing. Mondelinge klachten komen niet in aanmerking voor de tweedelijns klachtenafhandeling.

Artikel 8 Verzuim herstellen

Indien een klaagschrift niet voldoet aan het gestelde in artikel 9:4 van de Algemene wet bestuursrecht (namelijk naam + adres klager, dagtekening en omschrijving van de klacht), is de Awb overeenkomstig van toepassing en wordt de klager alsnog in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen binnen eerder daartoe gestelde termijn.

Artikel 9 Het niet in behandeling nemen van een klaagschrift

  • 1.

    Indien artikel 9:8 van de Awb van toepassing is hoeft het klaagschrift niet in behandeling te worden genomen.

  • 2.

    De klager wordt naar de Commissie Ombudsman verwezen indien de klager in kennis wordt gesteld van het niet in behandeling nemen van de klacht.

KLACHTAFHANDELING EERSTE FASE

Artikel 10 klachtafhandeling eerste fase

  • 1.

    Gelet op artikel 9:5 van de Awb, is het bestuursorgaan bevoegd tot een andere manier van afhandeling van de klacht om te proberen de klacht naar tevredenheid van de klager af te handelen.

  • 2.

    Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager tegemoet is gekomen aan diens klacht, zal er geen klachtafhandeling tweede fase plaatsvinden.

Artikel 11 Behandeling van een klaagschrift eerste fase

  • 1.

    Een klaagschrift wordt behandeld door de hiërarchisch verantwoordelijke van de beklaagde.

  • 2.

    a. een klacht naar aanleiding van het handelen van een ambtenaar dan wel een daarmee in het kader van deze klachtenverordening gelijk te stellen functionaris: wordt behandeld door de afdelingsmanager onder wiens verantwoordelijkheid deze persoon werkzaam is;

    • b.

      een klacht naar aanleiding van het handelen van een afdelingsmanager: wordt behandeld door de directeur of gemeentesecretaris;

    • c.

      een klacht naar aanleiding van het handelen van de adjunct gemeentesecretaris: wordt behandeld door de gemeentesecretaris;

    • d.

      een klacht naar aanleiding van het handelen van de gemeentesecretaris: wordt behandeld door de burgemeester e. een klacht naar aanleiding van het handelen van een medewerker van de griffie: wordt behandeld door de griffier f. een klacht naar aanleiding van het handelen van de griffier: wordt behandeld door de burgemeester.

  • 3.

    een klacht naar aanleiding van het handelen door de burgemeester, college of raad; een klacht naar aanleiding van het handelen van de burgemeester, een wethouder, het college of de raad zal direct worden doorverwezen naar de Commissie Ombudsman Oosterhout. De Commissie Ombudsman kan in overleg met de klager kiezen voor behandeling in eerste fase.

  • 4.

    In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, wijst de klachtencoördinator een klachtenbehandelaar aan.

Artikel 12 Klachtencoördinator stuurt klacht door

De klachtencoördinator stuurt een kopie van de klacht naar de klachtbehandelaar met het verzoek om deze te behandelen.

Artikel 13 Horen

  • 1.

    Diegene die het klaagschrift behandelt stelt de klager in de gelegenheid te worden gehoord volgens het bepaalde in artikel 9:10 van de Awb.

  • 2.

    Diegene die het klaagschrift behandelt licht de klager, beklaagde en klachtencoördinator in over de wijze waarop het klaagschrift wordt onderzocht.

  • 3.

    Diegene die het klaagschrift behandelt, stelt de beklaagde in de gelegenheid om te worden gehoord.

  • 4.

    Diegene die het klaagschrift behandelt onderzoekt de mogelijkheid om met instemming van betrokkenen tot een voor hen bevredigende oplossing te komen, waardoor de klacht verder buiten behandeling kan blijven. Indien zo'n oplossing wordt bereikt wordt deze schriftelijk vastgelegd.

  • 5.

    Afhankelijk van de aard en de omstandigheden van de klacht kan diegene die het klaagschrift behandelt klager en beklaagde tezamen uitnodigen voor een gesprek, waarin hij als bemiddelende partij kan optreden. De klachtbehandelaar is daarbij aanwezig.

  • 6.

    Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 7.

    De klager krijgt drie dagen, na verzenddatum van het verslag, de tijd om reacties op het verslag mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

  • 8

    Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

Artikel 14 Rapportage en advies

  • 1.

    Diegene die het klaagschrift behandelt (klachtbehandelaar) stelt een schriftelijk rapport op inzake het onderzoek naar de behandeling van het klaagschrift. Het rapport gaat vergezeld van het verslag van het horen, een advies over het te nemen besluit inzake de gegrondheid van de klacht en een conceptbrief aan de klager en de beklaagde (art. 9.9 Awb).

  • 2.

    Alvorens het rapport wordt uitgebracht aan de persoon of het orgaan dat op het klaagschrift besluit wordt de klachtencoördinator in de gelegenheid gesteld op het rapport te reageren en eventueel zelfstandig een advies op te stellen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen zes weken of, na verdaging, binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift af. Van de verdaging wordt door de klachtencoördinator schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft (art. 9.11 Awb).

Artikel 15 Besluitvorming en mededeling

  • 1.

    Op basis van het rapport en de adviezen van diegene die het klaagschrift heeft behandeld en de klachtencoördinator neemt de persoon of het orgaan dat besluit een beslissing over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de klacht.

  • 2.

    De klager en de beklaagde worden schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, het oordeel daarover alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt gesteld.

Artikel 16 Delegatie en mandaat ten aanzien van besluiten over een klacht

  • 1.

    Het college besluit over klachten ten aanzien van het management van de organisatie en over klachten ten aanzien van de bestuursorganen of de individuele leden daarvan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen afdelingsmanagers en de gemeentesecretaris mandateren om namens hen de klacht te besluiten.

Artikel 17 Vervolgprocedure

De schriftelijke mededeling van de beslissing aan de klager bevat tevens de mededeling, indien de klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld, de klacht kan worden ingediend bij de commissie Ombudsman Oosterhout, alsmede de termijn waarin dit moet worden ingediend.

HOOFDSTUK 3: DE BEHANDELING DOOR DE COMMISSIE OMBUDSMAN (Tweede fase klachtafhandeling)

Artikel 18 Instelling, samenstelling, zittingsduur

  • 1.

    Er is een gemeentelijke Commissie Ombudsman. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden, die op voorstel van burgemeester en wethouders worden benoemd door de raad.

  • 2.

    De benoeming geschiedt voor de periode van vier jaar. Het is mogelijk om één keer herbenoemd te worden. De raad benoemt uit de leden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de ombudscommissie.

  • 3.

    Alvorens de functie te kunnen uitoefenen, leggen leden van de commissie ombudsman in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, een eed af zoals genoemd in artikel 81 s van de Gemeentewet.

  • 4.

    Tot voorzitter of lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      de burgemeester en leden van een bestuursorgaan;

    • b.

      ambtenaren van de gemeente;

    • c.

      leden van het dagelijks of het algemeen bestuur van of personen in dienst van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waaraan de gemeente deelneemt.

  • 5.

    Bij de vaststelling van de gemeentebegroting wordt de vergoeding voor de leden van de commissie bepaald.

Artikel 19 Ontslag

  • 1.

    De raad ontslaat de voorzitter of een lid van de commissie:

    • a.

      op zijn verzoek;

    • b.

      wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebrek blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • c.

      bij de aanvaarding van een ambt of betrekking die ingevolge artikel 12, derde lid onverenigbaar is met het voorzitterschap of het lidmaatschap van de commissie;

    • d.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      wanneer hij naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten nadeel toebrengt aan het aanzien van de commissie.

  • 2.

    De voorzitter of leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is Voorzien behalve indien de artikelen 20 d, e en/of f van deze verordening van toepassing zijn.

Artikel 20 Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    De commissie kent geen permanente ondersteuning.

  • 2.

    Bij de behandeling van een specifiek klaagschrift verkrijgt de commissie op haar verzoek en op haar voordracht voldoende materiële en personele ondersteuning.

Artikel 21 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid

  • 1.

    De commissie is in de uitoefening van haar taak niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk orgaan.

  • 2.

    De commissie vervult haar taak zonder vooringenomenheid.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan het onderzoek indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarbij zij op enigerlei wijze direct of indirect zijn betrokken of betrokken zijn geweest.

Artikel 22 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie onderzoekt klaagschriften over gedragingen en oordeelt over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van een klacht en over de behoorlijkheid van de beklaagde gedraging.

  • 2.

    De commissie vergewist zich er van dat de procedure volgens Hoofdstuk 2 is doorlopen.

  • 3.

    Naast een doorzending op grond van artikel 2:3 van de Awb, verwijst de commissie klager zo nodig naar een andere daarvoor in aanmerking komende instantie.

  • 4.

    De commissie kan gedurende het onderzoek aan de klager, het gemeentelijk orgaan en de beklaagde voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 5.

    Indien het onderzoek naar het oordeel van de commissie onvoldoende zekerheid verschaft over de feitelijke toedracht van de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, wordt geen oordeel uitgesproken.

  • 6.

    De commissie kan het bevoegde gemeentelijke orgaan aanbevelingen doen om maatregelen te nemen. Het betreffende orgaan deelt aan de commissie mede of en op welke wijze aan een aanbeveling gevolg wordt gegeven. Afwijking van een aanbeveling wordt door of namens het bestuursorgaan gemotiveerd.

Artikel 23 Indienen van een klacht

  • 1.

    Een ieder heeft het recht een klacht in te dienen bij de commissie.

  • 2.

    Alvorens een klacht bij de commissie kan worden ingediend, dient de klacht eerst te zijn behandeld en een besluit daarop te zijn genomen volgens de bepalingen van Hoofdstuk 2 van deze verordening.

  • 3.

    Een klacht dient schriftelijk bij de commissie te worden ingediend.

  • 4.

    Op de indiening van een klacht is artikel 9:28 van de Awb van toepassing.

Artikel 24 Het niet in behandeling nemen van een klaagschrift

  • 1.

    De commissie is niet bevoegd een klacht te behandelen indien artikel 9:22 van de Awb van toepassing is.

  • 2.

    Alvorens het verzoek aan een ombudsman te doen, dient de verzoeker over de gedraging een klacht in bij het betrokken bestuursorgaan, tenzij dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd (artikel 9:20 Awb).

  • 3.

    De commissie is niet verplicht een klacht te behandelen indien artikel 9:23 of 9:24 van de Awb van toepassing is.

  • 4.

    Indien de commissie een klacht niet (verder) behandelt, doet zij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de klager en aan de het artikel 9.35 Awb genoemde personen met vermelding van de redenen.

Artikel 25 Horen

  • 1.

    De commissie stelt het bestuursorgaan, de beklaagde en de klager in de gelegenheid schriftelijk of mondeling, al dan niet in eikaars tegenwoordigheid, al dan niet openbaar hun standpunt nader toe te lichten. De wijze waarop is ter beoordeling aan de commissie.

  • 2.

    Voor het horen is vereist dat minstens de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 3.

    Indien de commissie dat noodzakelijk acht, kan zij ook derden in de gelegenheid stellen van een klacht kennis te nemen en hen verzoeken daaromtrent mondeling of schriftelijk verklaringen af te leggen.

  • 4.

    Van het horen wordt een verslag gemaakt dat wordt vastgesteld in een vergadering van de commissie, waarna het wordt getekend door de voorzitter of zijn plaatsvervanger. In het verslag wordt opgenomen op welke wijze door de commissie is gehoord en de redenen daarvoor.

Artikel 26 Onderzoeksbevoegdheden

  • 1.

    De commissie is in het kader van het onderzoek van een klacht bevoegd bij het betrokken orgaan c.q. betrokken personen alle inlichtingen dan wel bescheiden op te vragen die zij daartoe nodig acht. Het betrokken orgaan c.q. betrokken personen zijn verplicht aan de commissie die inlichtingen en bescheiden te verstrekken, behoudens het gestelde in lid 2 en 3.

  • 2.

    Bescheiden die op grond van enige wettelijke bepaling niet openbaar kunnen worden gemaakt en bescheiden die een zodanig geheim karakter dragen, dat openbaarmaking daarvan naar het oordeel van het betrokken bestuursorgaan het gemeentelijk belang ernstig zou kunnen schaden, kunnen worden verstrekt onder de voorwaarde dat het geheime karakter daarvan door de commissie wordt gewaarborgd.

  • Van ernstige schade aan het gemeentelijk belang is in elk geval geen sprake indien ingevolge de Wet openbaarheid bestuur de verplichting bestaat een verzoek om informatie, vervat in deze bescheiden, in te willigen.

  • 3.

    Ambtenaren kunnen, naar aanleiding van een aan hen gericht verzoek om inlichtingen, uitsluitend een beroep doen op het verschoningsrecht voor zover het verstrekken van de verlangde inlichtingen in strijd is met enig wettelijke bepaling.

  • 4.

    De commissie is bevoegd ten dienste van het onderzoek werkzaamheden aan deskundigen op te dragen.

  • 5.

    De commissie kan, voor zover dit naar haar oordeel ten behoeve van het onderzoek is vereist, zonder toestemming alle plaatsen, met uitzondering van woningen, betreden waar het bestuursorgaan wiens gedraging wordt onderzocht zijn taak verricht. Voor het betreden van woningen is toestemming van de bewoner vereist.

HOOFDSTUK 4 RAPPORTAGE

Artikel 27 Rapportage en oordeelsvorming commissie

  • 1.

    De commissie deelt alvorens haar onderzoek te beëindigen, haar bevindingen schriftelijk mee aan het betrokken bestuursorgaan, de beklaagde en de klager, alsmede de overige in artikel 9:35 Awb genoemde personen en instanties. Zij worden daarbij in de gelegenheid gesteld binnen een door de commissie vastgestelde termijn schriftelijk op die bevindingen te reageren. 2. De commissie beraadslaagt en besluit in een besloten zitting over het door haar uit te brengen eindrapport. In die vergadering zijn minstens twee leden, de voorzitter of zijn plaatsvervanger inbegrepen, aanwezig.

  • 3.

    Het rapport bevat een weergave van de bevindingen van de commissie en haar oordeel over de ontvankelijkheid, de gegrondheid van een klacht en of het betrokken orgaan c.q. voorzitter of lid daarvan c.q. ambtenaar zich in de onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen. Het rapport wordt ondertekend door de voorzitter of zijn plaatsvervanger.

  • 4.

    Het rapport wordt gezonden aan het betrokken orgaan c.q. voorzitter of lid daarvan, de beklaagde en de klager, alsmede de overige in artikel 9:35 Awb genoemde personen en instanties. Met het oog op deze verzending wordt acht geslagen op de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 5.

    Het rapport wordt uiterlijk drie maanden na het indienen van de klacht verzonden.

Artikel 28 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan de gemeenteraad schriftelijk verslag uit van de door haar verrichte werkzaamheden.

Artikel 29 Jaarverslag

  • 1.

    Het college van burgmeester en wethouders wijst een functionaris aan die gezamenlijk een jaarverslag met de Commissie Ombudsman ten aanzien van het aantal behandelde klachten, de aard daarvan en het resultaat van de behandeling opstelt.

  • 2.

    Het in eerste lid genoemde jaarverslag wordt aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Nadere uitvoeringsregels

Onverminderd het bepaalde in deze verordening kan het college van burgemeester en wethouders nadere uitvoeringsregels vaststellen.

Artikel 31

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

  • 2.

    Zij kan worden aangehaald als de Klachtenverordening Oosterhout 2012.

  • 3.

    Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van het besluit tot vaststelling van de verordening in Weekblad Oosterhout.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Oosterhout op december 2011,
DE RAAD VOORNOEMD,
, voorzitter
, raadsgriffier