Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels met betrekking tot het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen Oosterhout 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels met betrekking tot het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen Oosterhout 2014

De raad van de gemeente Oosterhout;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen

besluit:

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Artikel 1 Algemeen

Bij de invordering van gemeentelijke heffingen kan slechts kwijtschelding worden verleend, indien dit op basis van de betreffende verordening niet is uitgesloten.

Artikel 2 Kosten van bestaan

  • 1.

    Bij de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 percent.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 percent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 3 Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid , van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 4 Kwijtschelding aan ondernemers

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1.

    De "Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen Oosterhout 2013", vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de verzoeken die vóór die datum zijn ingediend.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2014.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling kwijtschelding gemeentelijke heffingen Oosterhout 2014".

B. Toelichting

1. Algemeen

1.1. Wet- en regelgeving gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

1.1.1. Vindplaatsen wet- en regelgeving

Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen zijn de volgende wettelijke bepalingen en regelingen van toepassing:

Een nadere toelichting op de uitvoering van de kwijtschelding heeft de staatssecretaris van Financiën opgenomen in de Leidraad Invordering 2008 (Rijksleidraad). Omdat gemeenten formeel niet aan de Rijksleidraad zijn gebonden en zij hun eigen beleidsregels moeten vaststellen, heeft de VNG een model-Leidraad invordering gemeentelijke belastingen opgesteld (gemeentelijke Leidraad). De beleidsregels over kwijtschelding van belastingen staan in artikel 26 van de (gemeentelijke) Leidraad.

1.1.2. Mogelijkheden gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Artikel 255 van de Gemeentewet regelt de mogelijkheid voor gemeenten om kwijtschelding van belastingen te verlenen. Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De Invorderingswet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. Hoofdregel bij het verlenen van kwijtschelding is dat gemeenten de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 volgen. Als de gemeente met betrekking tot een belasting niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor deze gemeentelijke belasting.

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt onder andere regels over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van de belastingschuldige, de wijze waarop kwijtschelding wordt verleend en de omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg kunnen staan.

1.1.3. Strakker of ruimer kwijtscheldingsbeleid

Op grond van artikel 255 Gemeentewet kan de raad bepalen dat in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend. Daarnaast kan de raad met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

De gemeentelijke regeling kan per belasting verschillen:

  • de gemeente verleent voor een belasting geen kwijtschelding;

  • de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding;

  • de gemeente verleent voor een belasting ruimere kwijtschelding door ten opzichte van de rijksregeling een hoger percentage te hanteren bij de berekening van de kosten van bestaan.

De mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid zijn beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet toegestaan.

1.1.4. Afwijken van de Uitvoeringsregeling gebeurt bij raadsbesluit

De raad bepaalt dus of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend. Het raadsbesluit dat het kwijtscheldingsbeleid regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijk besluit kunt u het afwijkende kwijtscheldingsbeleid ook in de betreffende belastingverordening regelen. Het beleid heeft alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting.

Als de raad kwijtschelding voor één of meer belastingen mogelijk heeft gemaakt, dan is het de invorderingsambtenaar van de gemeente die de kwijtschelding vervolgens verleent.

1.1.5. Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend

Een belastingschuldige komt voor kwijtschelding in aanmerking als hij geen vermogen en geen betalingscapaciteit heeft. Los van de vraag of belastingschuldige al dan niet over voldoende vermogen of betalingscapaciteit beschikt, kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor geen kwijtschelding wordt verleend. Een inhoudelijke beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek blijft dan achterwege. De uitzonderingssituaties moeten bij elke aanvraag om kwijtschelding in de beoordeling worden betrokken. Deze bijzondere omstandigheden waardoor geen kwijtschelding wordt verleend, zijn opgesomd in artikel 8 van de Uitvoeringsregeling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013.
De voorzitter,
De griffier,

2. Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Algemeen

Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De wet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. De raad bepaalt of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend.

In de gemeentelijke belastingverordeningen is geregeld, of voor een bepaalde belasting wel of geen kwijtschelding kan worden verleend, alsmede de nadere bijzonderheden daaromtrent, zoals een maximum kwijt te schelden bedrag.

De regeling heeft alleen betrekking op de gemeentelijke belasting, waarvoor kwijtschelding mogelijk is.

Artikel 2 Kosten van bestaan

Eerste lid

De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de bijstandsnorm. Op grond van artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen. Aan een hoger percentage zijn echter wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm. Dit percentage is niet verplicht en kan per belastingsoort verschillen.

Tweede lid

Voor personen van die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt kan de raad besluiten om de reguliere kwijtscheldingsnormen voor AOW-gerechtigden, te verhogen tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen. Deze maatregel voorkomt dat AOW’ers minder aanspraak op kwijtschelding gemeentelijke belastingen kunnen maken. Door het wetsvoorstel ‘Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet’ komen AOW-ers zonder aanvullende maatregelen in mindere mate in aanmerking voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 3 Netto kosten kinderopvang

Eigen bijdrage kinderopvang

Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling kan de gemeente - als de raad daartoe besluit - bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.

Netto-kosten: het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente dan wel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.

Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 4 Kwijtschelding aan ondernemers (natuurlijke personen)

Privé belastingschulden

Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden. Voorwaarde is dat de raad de kwijtschelding voor deze groep heeft opengesteld. In de praktijk gaat het om rioolheffing en afvalstoffenheffing.

De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en hetzelfde vermogen wordt uitgegaan.

Op het moment dat een ondernemer om kwijtschelding verzoekt, is het netto besteedbare inkomen doorgaans nog niet in te schatten. De gemeente zou dit kunnen oplossen door de belanghebbende van wie zij vermoedt dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode over te leggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan uitstel van betaling worden verleend. In de praktijk kan er ruime tijd zijn gelegen tussen het moment waarop een ondernemer om kwijtschelding verzoekt en het moment waarop het netto besteedbare is in te schatten.

Belastingschuldigen die hun onderneming in een rechtspersoon (B.V. of N.V.) hebben ondergebracht, zijn in loondienst van hun onderneming. Zij oefenen dus geen bedrijf of zelfstandig beroep uit. Mits de vermogens- en inkomenstoets dat toelaten, kunnen ook deze belastingschuldigen in aanmerking komen voor kwijtschelding.

Zakelijke belastingschulden

Voor zakelijke belastingschulden komen ondernemers uitsluitend voor kwijtschelding in aanmerking als de kwijtschelding wordt verleend in het kader van een akkoord met alle schuldeisers en er geen redelijke mogelijkheid aanwezig is om een derde aansprakelijk te stellen. Deze omstandigheid zal zich over het algemeen alleen voordoen bij een schuldsanering in het kader van uitstel van betaling bij een (naderend) faillissement. Daarom kan als hoofdregel gelden dat ondernemers voor zakelijke belastingschulden niet in aanmerking komen voor kwijtschelding. Als reden hiervoor wordt wel aangedragen dat kwijtschelding voor ondernemers als een verkapte overheidssubsidie kan worden gezien die de concurrentiepositie verstoort.

Artikel 5 Inwerkingtreding

De regeling is een algemeen verbindend voorschrift en moet dus worden bekend gemaakt op de wettelijk voorgeschreven wijze.

Artikel 6 Citeertitel

De citeertitel vergemakkelijkt het verwijzen naar de regeling.