Verordening op de kansspelautomaten en kansspelautomatenhallen Oosterhout

Geldend van 28-10-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op de kansspelautomaten en kansspelautomatenhallen Oosterhout

De raad van de gemeente Oosterhout;

gelezen het vorostel van het college van 20 september 2010;

besluit:

1. Vast te stellen de gewijzigde Verordening op de kansspelautomaten en kansspelautomatenhallen Oosterhout

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 oktober 2010.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    het Speelautomatenbesluit: het Speelautomatenbesluit 2000;

  • c.

    speelautomaat: een toestel ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door een speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting, waar een bedrijf of werkzaamheid wordt uitgeoefend als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet en

    • 1.

      waarvoor ingevolge die wet vergunning is verleend en deze nog van kracht is, en;

    • 2.

      waar het café- of restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaats vinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend, en;

    • 3.

      waarvan de activiteiten in belangrijke mate zijn gericht op personen van 18 jaar en ouder;

  • g.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting, die geen hoogdrempelige inrichting is, en waarvoor ingevolge artikel 3, eerste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet vergunning is verleend en deze nog van kracht is of waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven is bij het bedrijfschap Horeca;

  • h.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder B, van de wet;

  • i.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • j.

    bedrijfsleider: hij, die de algemene leiding geeft aan een onderneming waarin het hiervoor onder f tot en met h bedoelde bedrijf wordt uitgeoefend;

  • k.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • l.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

HOOFDSTUK 2 KANSSPELAUTOMATEN IN HORECAINRICHTINGEN

Artikel 2 Aantal kansspelautomaten

Een vergunning, bedoeld in artikel 30b van de wet, voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten in inrichtingen als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder a, van de wet, wordt slechts verleend voor maximaal twee kansspelautomaten, met dien verstande dat:

  • a.

    in laagdrempelige inrichtingen mogen geen kansspelautomaten worden opgesteld;

  • b.

    hoogdrempelige inrichtingen mogen maximaal twee kansspelautomaten worden opgesteld.

Artikel 3 Kampeerbedrijven

Vervallen

Artikel 4 Voorschriften vergunning

Aan een vergunning, bedoeld in artikel 30b van de wet, voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten, worden tenminste de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    er mogen alleen kansspelautomaten worden opgesteld, die in eigendom zijn van personen, die daarvoor een exploitatievergunning bezitten;

  • b.

    er moet op worden toegezien, dat er geen overmatig gokgedrag plaatsvindt en dat per persoon gedurende niet langer dan één uur achtereen op een kansspelautomaat wordt gespeeld;

  • c.

    op kansspelautomaten moet door middel van stickers worden gewaarschuwd voor het risico van gokverslaving;

  • d.

    personen waarbij sprake is of kan zijn van overmatig gokgedrag moeten worden gewezen op de gevaren daarvan, ten behoeve waarvan voorlichtingsmateriaal aanwezig dient te zijn;

  • e.

    door de exploitant/beheerder van de inrichting moeten gokverslaafden worden geweerd uit die inrichting. Zij dienen te worden verwezen naar hulpverleningsinstellingen.

HOOFDSTUK 3 KANSSPELAUTOMATENHALLEN

Artikel 5 Kansspelautomatenhallen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een kansspelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan slechts voor één kansspelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • 3.

    Het maximaal aantal kansspelautomaten dat in een kansspelautomatenhal wordt vastgelegd in de vergunning.

Artikel 6 Vergunningaanvraag

De aanvraag om een vergunning dient in ieder geval de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens te bevatten. Daarnaast dient aanvrager bij zijn aanvraag tevens over te leggen:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven welk aantal kansspelautomaten worden opgesteld en waar deze in de speelautomatenhal worden geplaatst;

  • b.

    een plan waarin de vergunningaanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de invloed van de speelautomatenhal op de directe omgeving te ondervangen;

  • c.

    een plan waarin de vergunningaanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet bijdraagt aan het gemeentelijk gokverslavingsbeleid;

  • d.

    een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • e.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • f.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen) en van de bedrijfsleider(s) en beheerder(s);

  • g.

    schriftelijke stukken waaruit blijkt dat de bedrijfsleider(s), beheerder(s) en het personeel beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.

Artikel 7 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen dertien weken na de dag waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste eenzelfde termijn weken worden verdaagd.

Artikel 8 De vergunning

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt(en) de naam (namen) van de beheerder(s) en bedrijfsleider(s) vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben naast de in artikel 4 genoemde voorschriften in elk geval betrekking op:

    • a.

      De duur van de vergunning

    • b.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • c.

      het toezicht in de speelautomatenhal en de directe omgeving;

    • d.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • e.

      de exploitatie van de hal;

    • f.

      de wijze van werving en reclame gericht tot de speler;

    • g.

      de termijn waarbinnen de vergunninghouder over een KEMA-keur voor de kansspelautomatenhal dient te beschikken.

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor kansspelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de kansspelautomatenhal niet rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder (s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de kansspelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de kansspelautomatenhal in strijd is met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieu-verordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid, onder c, gestelde leeftijdseis.

Artikel 10 Nieuwe vergunningaanvraag

  • 1.

    Indien de ingevolge artikel 8, tweede lid in de vergunning vermelde beheerder of bedrijfsleider de hoedanigheid van beheerder of van bedrijfsleider heeft verloren, dient de vergunninghouder onder overlegging van de in artikel 6, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 6 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2.

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een kansspelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11 Intrekking

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien zich een van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 9 eerste lid onder c tot en met f voordoet;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een kansspelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

Artikel 12 Voortzetting exploitatie bij overlijden en overdracht onderneming

  • 1.

    De vergunning vervalt van rechtswege bij overlijden van de vergunningaanvrager en in andere gevallen van rechtsopvolging in of overdracht van de onderneming of de exploitatie daarvan

  • 2.

    Indien een vergunningaanvrager komt te overlijden dient (dienen) zijn rechtsopvolger(s), indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning aan te vragen.

  • 3.

    In alle andere gevallen van rechtsopvolging in of overdracht van de onderneming of de exploitatie daarvan, dient binnen vier weken na overname van de kansspelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 4.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunningen.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening inzake kansspelautomaten en kansspelautomatenhallen Oosterhout.

Artikel 14 Inwerkingtreding

De gewijzigde verordening treedt in werking de dag nadat deze is gepubliceerd.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 oktober 2010
DE RAAD VOORNOEMD,
, voorzitter.
, griffier.

Toelichting op de wijziging, vastgesteld door de raad van 18 oktober 2010

In de Wet van 20 mei 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met lastenverlichting voor burgers en bedrijfsleven (Stb. 205) is, voor zover hier van belang, de Wet op de Kansspelen aangepast in die zin dat voor behendigheidsautomaten de vergunningplicht is komen te vervallen. De Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen Oosterhout, die op 26 februari 2002 voor het laatst is gewijzigd, moet daarop worden aangepast.

Daarnaast is gebleken dat het concept van de speelautomatenhal, zoals die op dit moment wordt geëxploiteerd in Oosterhout, aan een wijziging toe is. Er is gevraagd om meer flexibiliteit in aantal en soort op te stellen automaten. De voorgestelde wijziging van de verordening maakt het mogelijk vergunning te verlenen voor meer- en andere automaten.

De volgende wijzingen zijn ingevoerd:

  • In de titel en op alle andere plaatsen waar wordt gesproken van ‘speelautomaten’ en ‘speelautomatenhallen’ is dat vervangen in ‘kansspelautomaten’ en ‘kansspelautomatenhallen’.

  • Artikel 1 onder h: verwijzing naar b in plaats van c

  • Artikel 2: verwijzing naar b is geschrapt

  • Artikel 3: geheel vervallen (dat artikel had betrekking op behendigheidsspelen in kantines van kampeerbedrijven).

  • Artikel 5 lid 2: de vergunning voor de behendigheidsautomatenhal is vervallen.

  • Artikel 5, lid 3 en 4: het maximum aantal toegelaten automaten wordt voortaan voorgeschreven in de vergunning.

  • Artikel 6: het voorschrift voor het indienen van een plattegrond van een ruimte waar behendigheidsautomaten worden opgesteld is verwijderd.