Regeling vervallen per 01-01-2011

Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007

Geldend van 07-11-2007 t/m 31-12-2010

Intitulé

Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Oosterhout;

gelet op het gestelde in artikel 10 lid 3 WWB;

overwegende dat het noodzakelijk is de regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen bij uitvoeringsbesluit te regelen;

besluit

vast te stellen: “Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in dit uitvoeringsbesluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als gesteld in de beleidsregels voor bijzondere bijstand van de Gemeente Oosterhout;

  • 2.

    In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

    • a.

      chronisch zieken personen van 18 tot 65 jaar die lijden aan een onomkeerbare aandoeningen zonder dat er uitzicht is op (volledig) herstel.

    • b.

      gehandicapten personen van 18 tot 65 jaar die in een nadelige positie verkeren als gevolg van een stoornis of beperking, welke de normale rolvervulling van betrokkene (gezien leeftijd, geslacht en sociaal-culturele achtergrond) begrenst of verhindert.

    • c.

      ouderen personen van 65 jaar en ouder.

    • d.

      aanvrager de persoon die een aanvraag op grond van deze regeling indient.

    • e.

      huishouden een gezamenlijke huishouding zoals beschreven in artikel 3 van de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Om tot de doelgroep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen gerekend te kunnen worden moet men op moment van aanvraag:

    • a.

      een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA, WAO, WAZ of Wajong) ontvangen naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100;

    • b.

      over een indicatie voor een Wmo-vervoersvoorziening of een Wmo-woningaanpassing beschikken;

    • c.

      gedurende minimaal 6 maanden op medische gronden geïndiceerd zijn voor thuiszorg;

    • d.

      behoren tot de groep ouderen die niet tot de onder lid 1a, b en c benoemde categorieën behoren en die bijzondere bijstand ontvangt voor medische kosten of hierop recht kan doen gelden.

  • 2.

    Indien aanvrager verklaart chronisch ziek dan wel gehandicapt te zijn en niet behoort tot de doelgroep genoemd onder lid 1, dan kan er bij een onafhankelijke partij advies gevraagd worden.

Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld op een bedrag van € 200,-- per kalenderjaar.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1.

    Om voor de in artikel 3 genoemde bijdrage in aanmerking te komen dient aanvrager te behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 2.

  • 2.

    Om voor de in artikel 3 genoemde bijdrage in aanmerking te komen dient de aanvrager inwoner te zijn van de gemeente Oosterhout.

  • 3.

    Om voor de in artikel 3 genoemde bijdrage in aanmerking te komen dient aanvrager niet te beschikken over een inkomen of vermogen dat meer bedraagt dan de hiervoor gestelde regels voor Bijzondere Bijstand met uitzondering van het vermogen in een eigen woning.

  • 4.

    De tegemoetkoming kan worden aangevraagd volgens de regels van de bijzondere bijstand.

  • 5.

    Per huishouden bestaat éénmaal per jaar recht op een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5 Overige bepalingen

  • 1.

    De tegemoetkoming heeft geen invloed op vergoedingen op grond van de bijzondere bijstand in dezelfde periode.

  • 2.

    Op deze regeling zijn geen terugvorderingbepalingen van toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking met ingang van 1 november 2007.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op
de burgemeester de secretaris

Toelichting

Algemene toelichting

De WWB staat niet meer toe dat de gemeente aan categoriale inkomensondersteuning doet. Een uitzondering hierop geldt echter voor personen van 65 jaar en ouder en chronisch zieken en gehandicapten. In de nota Minimabeleid 2004 is besloten ten aanzien van personen van 65 jaar en ouder geen vorm van categoriale inkomensondersteuning in het leven te roepen. Reden hiervoor was het feit dat deze groep een hogere bijstandsnorm ontvangt en het feit dat de WWB nog een extra vrijlating van pensioeninkomsten kent.

Een deel van de groep ouderen heeft echter mogelijk wel te maken met extra medische kosten.

Ten aanzien van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zijn voor het jaar 2004 extra middelen toegevoegd aan het gemeentefonds. Hiervan is voor een deel van deze groep voor het jaar 2004 een extra maatregel getroffen. Vanaf 2005 wordt er jaarlijks een bedrag aan het gemeentefonds toegevoegd voor deze doelgroep. Daarom wordt de regeling niet meer jaarlijks verlengd, maar structureel ingevoerd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Lid 2 onder a: Het gaat hierbij in ieder geval om personen die lijden aan Cara (Astma), Cystus fibriosis, diabetes mellitus, epilepsie, lever-en darmziekten, spierziekten, nierziekten, migraine, multiple sclerose, A.L.S., hemofilie, hartafwijkingen, kanker en reuma, zoals SLE, Artrose, chronische artritis, etc. Deze opsomming van chronische ziekten is niet limitatief, bij onduidelijkheid over de vraag of de aandoening van aanvrager chronisch is, moet advies bij derden worden gevraagd

Lid 2 onder b: Kenmerkend voor de handicap is de tegenstelling tussen prestatie en toestand van de persoon enerzijds en de eigen verwachtingen of die van de sociale omgeving anderzijds.

Bij de definitie van chronisch zieken en gehandicapten gaat het dus om personen van verschillende groepen met langdurige, zo niet blijvende fysieke, geestelijke of zintuigelijke aandoeningen of gebreken die leiden tot beperkingen van sociale-of functionele aard.

Artikel 2 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep omschreven die recht kan doen gelden op een tegemoetkoming op grond van dit uitvoeringsbesluit.

Om beschouwd te worden als chronisch ziek of gehandicapt in de zin van deze regeling moet er gedurende langere tijd sprake zijn van beperkingen.

Indien iemand een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt is er al langere tijd sprake van beperkingen, omdat men pas voor een dergelijke uitkering in aanmerking kan komen als er sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid.

Ook voor voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de voorzieningen in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten geldt dat deze pas kunnen worden verleend indien er sprake is van “langdurig noodzakelijk”om beperkingen op te heffen of te verminderen.

Voor wat betreft de groep die meer dan 6 maanden thuiszorg heeft, kan ook worden uitgegaan van een langdurige beperking.

Door de groep ouderen die een beroep doet op bijzondere bijstand voor medische kosten in dit uitvoeringsbesluit te betrekken kunnen ook ouderen die niet reeds tot de in artikel 2 onder lid a,b en c benoemde categorieën behoren voor deze tegemoetkoming in aanmerking komen.

Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming

Het bedrag voor deze verstrekking is afgeleid van ziektegerelateerde kosten en een vergelijking tussen het bedrag dat een persoon met ziektegerelateerde kosten per maand uitgeeft versus een bedrag dat een persoon zonder beperkingen uitgeeft per maand. Hierbij is rekening gehouden met de toename van de zorgkosten.

Het gaat daarbij ook om “verborgen ziektekosten”. Dit zijn kosten van bijvoorbeeld een hogere telefoonrekening, extra voedingsmiddelen, niet vergoede zelfzorgmiddelen, het lidmaatschap van een belangenvereniging of patiëntenorganisatie. Op grond hiervan is besloten de te verstrekken bijdrage per jaar vast te stellen op € 200,--.

Artikel 4 Voorwaarden

Lid 1 en 2 spreken voor zich.

In lid 3 is bepaald dat voor het bepalen van een inkomens en vermogensgrens wordt aangesloten bij het gemeentelijk beleid voor de Bijzondere Bijstand, meer bepaald de regels met betrekking tot de financiële draagkracht, waarbij het vermogen in een eigen woning voor 100% wordt vrijgelaten.

Voor de aanvraag wordt aansluiting gezocht bij de regels van de bijzondere bijstand.

Lid 6 geeft aan dat per huishouden éénmaal recht bestaat op de tegemoetkoming.

Artikel 5 Overige bepalingen

In lid 1 is de bepaling opgenomen dat deze vergoeding geen invloed heeft op eventuele aanvragen bijzondere bijstand die aanvrager in dezelfde periode heeft ingediend. De tegemoetkoming is dus aanvullend en niet bedoeld voor kosten waarvoor de bijzondere bijstand openstaat.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.