Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oosterhout, artikel 213a Gemeentewet.

Geldend van 28-02-2008 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oosterhout, artikel 213a Gemeentewet.

De raad van de gemeente Oosterhout

besluit

gelet op artikel 213a Gemeentewet,

vast te stellen:

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Oosterhout.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Doelmatigheid

  • de mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of de mate waarin met de beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat wordt bereikt.

  • b.

    Doeltreffendheid

  • de mate waarin de gemeente erin slaagt de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk te bereiken.

  • c.

    Auditplan

  • plan waarin de werkzaamheden gericht op auditing worden beschreven. Onder het begrip auditing wordt verstaan: het beoordelen van de kwaliteit van de beheersing van de bedrijfsvoering en van de wijze waarop uitvoering van beleid plaatsvindt.

Artikel 2. Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid

  • 1.

    Het college onderzoekt periodiek de doelmatigheid van (onderdelen van) de organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente.

  • 2.

    Het college gaat periodiek na of de uitvoering van onderdelen van in de programmabegroting opgenomen programma’s en paragrafen beantwoordt aan de vooraf vastgestelde doelen.

Artikel 3. Auditplan

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een auditplan op voor de in artikel 2 genoemde onderzoeken. De raad ontvangt het auditplan ter kennisname.

  • 2.

    In het auditplan wordt globaal aangegeven:

    • a)

      het object van onderzoek

    • b)

      de reikwijdte van het onderzoek

    • c)

      de onderzoeksmethode

    • d)

      doorlooptijd van het onderzoek

    • e)

      de wijze van uitvoering

  • 3.

    Indien er aanvullende kosten zijn verbonden aan de onderzoeken, zal in het auditplan worden vermeld ten laste van welke budgetten deze worden gebracht.

Artikel 4. Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert in de tussentijdse rapportages en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid.

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking

  • 1)

    De uitkomsten van de onderzoeken worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2)

    Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een verbeterplan op. Het college neemt op basis van dit plan, waar nodig, organisatorische maatregelen.

  • 3)

    De raad wordt middels een brief geïnformeerd over de uitkomsten van het 213a onderzoek en het op basis van dit onderzoek opgestelde verbeterplan. Het betreffende auditrapport zal bij de auditoren ter inzage worden gelegd voor de raad.

Artikel 6. Inwerkingtreding en geldigheidsduur

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking in weekblad Oosterhout. De verordening zal minimaal één maal per vier jaar worden vervangen door een door de raad vastgestelde geactualiseerde verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de ‘verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oosterhout’ vastgesteld door de raad op 16 december 2003.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oosterhout”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 februari 2008.
DE RAAD VOORNOEMD,
, voorzitter.
, griffier.

Toelichting verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid

Artikel 2. Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid

In artikel 2 wordt het college opgedragen onderzoek te verrichten naar de doelmatigheid van het gevoerde bestuur. De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. Daarnaast biedt het artikel de mogelijkheid - naast de reguliere preventieve bedrijfsdoorlichting - andere doelmatigheidsonderzoeken te verrichten binnen één of (tussen) meerdere afdelingen.

Dit artikel bepaalt tevens, wat betreft de doeltreffendheid, dat het college de raad inzicht geeft in de vraag of het uitgevoerde beleid heeft geleid tot (van te voren) bepaalde maatschappelijke effecten.

De onderzoeken naar de doeltreffendheid vinden plaats op basis van het in de programma's of paragrafen van de beleidsbegroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma's omvatten of delen daarvan. Ook kunnen dergelijke onderzoeken paragrafen van de begroting en jaarstukken of delen daarvan omvatten.

Artikel 3. Auditplan

De beslissing wat te onderzoeken is aan het college.

Het auditplan moet een volledig beeld geven van de voorgenomen onderzoeken. De onderzoeken in het auditplan worden op een later tijdstip door het college gedetailleerd per onderzoek uitgewerkt.

Artikel 4. Voortgang onderzoeken

Het jaarverslag geeft inzicht in de stand van zaken van de bedrijfsvoering van de verschillende afdelingen. Daarbij dient een relatie te worden gelegd met inhoud van de programma's van de begroting en jaarstukken. Het ligt voor de hand om eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking

Met de instelling van de onderzoeken beoogt de gemeente de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De raad wordt dan ook geïnformeerd over de uitkomsten van de onderzoeken, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid van de Gemeentewet. De uitkomsten van de onderzoeken dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Dat betreft uiteraard de onderzoeken die lopende het verslagjaar zijn afgerond. Dat sluit echter geenszins uit dat het college de uitkomsten eerder kan aanbieden aan de raad. De raad zal dan ook tussentijds per brief worden geïnformeerd over de uitkomsten van de 213a onderzoeken, en de rapporten zullen bij de auditoren ter inzage worden gelegd voor de raad.

Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering. Daarom is in deze verordening opgenomen, dat evaluatie en aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van de rapportage en dat zo nodig door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject moet worden ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college, dat maatregelen moet nemen tot verbetering.