Regeling vervallen per 05-12-2023

Bibob-beleidslijn WABO Milieu Oosterhout 2018

Geldend van 22-12-2017 t/m 04-12-2023

Intitulé

Bibob-beleidslijn WABO Milieu Oosterhout 2018

1. ALGEMEEN

Inleiding

In de gemeente Oosterhout is van kracht het Bibob Beleid 2015. Aanvullend daarop wordt per taakveld beleid vastgesteld met concrete criteria op basis waarvan de wet Bibob in de gemeente Oosterhout toegepast wordt. Dit beleid is gericht op het taakveld WABO Milieu.

Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht geworden. In artikel 2.1 van de Wabo is de vergunningplicht opgenomen. In artikel 2.20, eerste lid van de Wabo, respectievelijk artikel 5.19, vierde lid, onder b, van de Wabo is geregeld dat een aanvraag voor een omgevingsvergunning (deels) kan worden geweigerd respectievelijk een verleende vergunning (deels) kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

Vergunningen in het kader van deze beleidslijn

Deze beleidslijn is van toepassing op de vergunningen voor WABO Milieu:

2. CRITERIA

2.1 Algemene criteria.

De algemene criteria vermeld onder hoofdstuk 3 van het (algemeen) Bibob beleid 2015 zijn van toepassing.

Uitgangspunt van dit beleid is dat de Wet Bibob in hoofdzaak wordt ingezet op plaatsen waar een verhoogd integriteitsrisico geldt. Hiermee wordt een risico gestuurde inzet beoogd waarmee andere bedrijven die onder de vergunningplicht vallen worden ontzien. In de gemeente Oosterhout wordt de Wet Bibob in hoofdzaak toegepast indien een Wabo aanvraag voor een milieu activiteit ziet op een van de geselecteerde branches, zoals hieronder vermeld.

2.2 Risicocategorieën.

Bij de hieronder vermelde categorieën, waar een verhoogd criminogeen karakter of gevoeligheid daarvoor, wordt ingeschat, wordt de wet Bibob toegepast.

Het betreft een inrichting waarvoor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout bevoegd gezag is en die valt onder één van de volgende categorieën van Bijlage I sub C van het Besluit omgevingsrecht (Bor):

  • 1.

    categorie 2.6, onder a: inrichtingen voor opslag en overslag van koolwaterstoffen in gasvormige toestand;

  • 2.

    categorie 3.5: inrichtingen voor opslag of bewerking van consumentenvuurwerk en / of theatervuurwerk, alsmede voor het opslaan van in beslag genomen vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik;

  • 3.

    categorie 7.4: inrichtingen voor het bewerken of verwerken van van buiten de inrichting afkomstige dierlijke meststoffen;

  • 4.

    categorie 8.2, onder a: inrichtingen voor het vervaardigen van vet, lijm, as, kool, proteïne of gelatine uit beenderen of huiden;

  • 5.

    categorie 11.3, onder j: inrichtingen voor het breken, malen, zeven of drogen van zand, grond, grind of steen, m.u.v. mergel, waarvoor een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet is vereist;

  • 6.

    categorie 13.3 onder a: inrichtingen voor het vervaardigen of assembleren van automobielen of motoren voor automobielen;

  • 7.

    categorie 13.3 onder b: inrichtingen voor het bouwen, onderhouden, repareren of behandelen van de oppervlakte van metalen schepen;

  • 8.

    categorie 16.3, onder b: inrichtingen voor het vervaardigen van papier of celstof;

  • 9.

    categorie 27.3: inrichtingen voor het reinigen van afvalwater door middel van waterstraal- of oppervlaktebeluchters;

  • 10.

    categorie 28.4: inrichtingen voor het opslaan, overslaan, verwerken, vernietigen of verbranden van afvalstoffen (huishoudelijke afvalstoffen, autowrakken, voertuigwrakken, gevaarlijke afvalstoffen, etc.);

  • 11.

    categorie 28.5: inrichtingen voor het verdichten, scheuren, knippen of breken van schroot van ferro- of non-ferrometalen door middel van mechanische werktuigen; of:

  • 12.

    categorie 28.6: inrichtingen die werken verrichten waarbij afvalstoffen op of in de bodem worden gebracht, tenzij het werk deel uitmaakt van een inrichting en de afvalstoffen uit die inrichting afkomstig zijn.

Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is limitatief. De lijst van risicocategorieën kan, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het College van burgemeester en wethouders worden aangepast.

2.3 Bijzondere gevallen.

Het kan voorkomen dat een aanvraag voor een omgevingsvergunning niet onder de hiervoor geformuleerde beleidsuitgangspunten valt, maar er toch aanleiding is die aanvraag aan een Bibob-toets te onderwerpen. Om die reden wordt, naast de hiervoor genoemde uitgangspunten waarbij als regel een Bibob-toets plaatsvindt, de Bibob-toets ook in bijzondere gevallen ingezet.

Van een bijzonder geval is sprake wanneer, bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning, een op feiten en/of omstandigheden en/of lokaal beleid gebaseerde risico-inschatting leidt tot de conclusie dat een Bibob-toets geboden is. In een dergelijk bijzonder geval vindt een Bibob-toets plaats welke in dit specifieke geval altijd gemotiveerd dient te worden.

2.4 Uitzonderingen op toepassing Wet Bibob.

De situatie kan zich voordoen dat een aanvrager binnen een bepaalde periode meer aanvragen voor een omgevingsvergunning doet die conform de geformuleerde beleidsuitgangspunten aan een Bibob-toets moeten worden onderworpen. Indien de Bibob-toets bij de eerste aanvraag een uitkomst heeft, overeenkomstig artikel 3 van de Wet Bibob, is het onder omstandigheden niet wenselijk de volgende aanvragen ook aan een Bibob-toets te onderwerpen.

Om die reden geldt de volgende uitzondering op de hiervoor geformuleerde beleidsuitgangspunten: indien een aanvrager in het tijdvak van twee jaar (gerekend vanaf de eerste aanvraag) meer aanvragen voor een omgevingsvergunning indient, zal bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere aanvraag (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners etc.) en indien sprake is van een positieve uitkomst van de Bibob-toets op de eerdere aanvraag, bij volgende aanvragen een nieuwe Bibob-toets achterwege blijven.

Daarnaast geldt de volgende uitzondering op de hiervoor geformuleerde beleidsuitgangspunten:

Bij een aanvraag omgevingsvergunning zal de Wet Bibob in beginsel niet worden toegepast (tenzij concrete informatie tot een uitzondering leidt), in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • -

    Overheidsinstanties;

  • -

    Semioverheidsinstanties.

Dit beleid treedt in werking de eerste dag na publicatie en kan worden aangehaald als ‘Bibob-beleidslijn WABO Milieu Oosterhout 2018’.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Oosterhout

, burgemeester,

, secretaris.