Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Oosterhout 2009

Geldend van 22-01-2009 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Oosterhout 2009

Het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout;

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Oosterhout geldende belastingverordeningen, waarin aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Oosterhout 2009

Artikel 1 Algemene bepaling

Artikel 2 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige voor:

  • de hondenbelasting;

  • de rioolheffing;

  • de toeristenbelasting;

  • aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen één maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1 opgenomen model;

  • 4.

    Als formulier van het aangiftebiljet rioolheffing wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage RIO1 opgenomen model.

  • 5.

    Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage TB1 opgenomen model.

  • 6.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

  • 1.

    De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2.

    De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan:

    • a.

      voor de rioolheffing geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over, dan wel met betrekking tot het meest recente tijdvak of kalenderjaar, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag;

    • b.

      voor de toeristenbelasting geschieden op grond van het gemiddelde dat voortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over elk van de twee voorafgaande jaren, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.

Artikel 4 Rente

  • 1.

    Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht, indien deze in totaal een bedrag van € 25,00 niet te boven gaat.

  • 4.

    Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend, wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht, indien deze voor het op de nota vermelde bedrag, gerekend over de volledige looptijd van het genoten uitstel, in totaal een bedrag van € 25,00 niet te boven gaat.

  • 5.

    Indien één of meerdere belastingen gecombineerd op één aanslagbiljet worden opgelegd, geldt het in het derde lid genoemde bedrag voor het totaal inzake het aanslagbiljet verschuldigde bedrag aan invorderingsrente.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Oosterhout 2008", vastgesteld bij besluit van 17 december 2007, wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2009.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als "Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Oosterhout 2009".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 januari 2009.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,

Bijlage HB1

behorende bij de “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Oosterhout 2009“.

AANGIFTE HONDENBELASTING

AANGIFTE HONDENBELASTING

Bijlage RIO1 Aangiftebiljet rioolheffing bedrijven

AANGIFTEBILJET RIOOLHEFFING BEDRIJVEN

Toelichting bij het aangiftebiljet rioolheffing

Hierbij wordt u uitgenodigd tot het doen van aangifte voor de rioolheffing.

U moet daartoe het ingevulde en ondertekende biljet binnen twee weken na de datum van uitreiking terug sturen naar de afdeling Belastingen van de gemeente Oosterhout.

Als u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van de afdeling Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder telefoonnummer 0162 - 489 325.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bijlagen in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen. Het achterwege laten van aangifte leidt er toe dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de bewijslast om het tegendeel te bewijzen.

Wat is de rioolheffing?

De gemeente Oosterhout heft de rioolheffing van de gebruiker van een gebouw. De opbrengst van de rioolheffing dekt de kosten voor het instandhouden van het gemeentelijke rioleringstelsel.

De rioolheffing worden geheven naar het aantal in het bedrijf werkzame personen. Per werkzame persoon wordt een vast bedrag berekend. Dat geldt voor alle personen, die in of direct bij het gebouw werkzaam zijn. Personen, werkzaam in de buitendienst (chauffeurs e.d.) tellen hierbij dus niet mee.

Bijlage TB1 Aangiftebiljet toeristenbelasting

AANGIFTEBILJET TOERISTENBELASTING

Toelichting bij het aangiftebiljet toeristenbelasting

Hierbij wordt u uitgenodigd tot het doen van aangifte voor de toeristenbelasting.

U wordt verzocht het volledig ingevulde en ondertekende aangiftebiljet vóór de datum zoals op het biljet is vermeld terug te sturen naar de afdeling Belastingen van de gemeente Oosterhout, Antwoordnummer 10005, 4900 VB Oosterhout..

Als u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van de afdeling Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder telefoonnummer 0162 - 489 325.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bijlagen in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen, ook als er geen overnachtingen hebben plaatsgevonden. Het achterwege laten van aangifte leidt er toe dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de bewijslast om het tegendeel te bewijzen.

Wat is de toeristenbelasting?

Toeristenbelasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten in hotels, motels, pensions, vakantiewoningen en dergelijke of op kampeerterreinen en dergelijke.

Wie is belastingplichtig?

De toeristenbelasting wordt geheven van degene die tegen betaling gelegenheid biedt tot verblijf met overnachting in de gemeente Oosterhout. Dit zijn, met andere woorden, de recreatieondernemer, de verhuurder en dergelijke. Zij mogen de belasting echter verhalen op de recreant.

Hoe wordt de toeristenbelasting berekend?

De toeristenbelasting wordt geheven over het aantal overnachtingen.

Voor een aantal vakantieonderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, kampeeronderkomens en dergelijke is het soms moeilijk en arbeidsintensief om het aantal overnachtingen exact vast te stellen. Om deze moeilijkheden te voorkomen en om uw administratie te ontlasten, is in de Verordening toeristenbelasting een forfaitaire regeling opgenomen. Dit houdt in dat wordt uitgegaan van de in deze verordening vastgestelde gegevens omtrent het aantal slaapplaatsen, het aantal personen dat heeft overnacht en het aantal overnachtingen door die personen. Deze gegevens zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden.

Het kan zijn dat de forfaitaire berekening in uw nadeel werkt, omdat in uw geval het forfaitair berekende aantal overnachtingen hoger is dan het werkelijke aantal overnachtingen. Als u dat kunt aantonen, dan kunt u verzoeken bij het vaststellen van de aanslag uit te gaan van het werkelijk aantal overnachtingen. Dat verzoek kunt u tegelijkertijd met de aangifte indienen.