Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Oosterhout 2019

Geldend van 24-12-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Oosterhout 2019

DE RAAD VAN DE GEMEENTE OOSTERHOUT;

gelezen het voorstel van de fractievoorzitters d.d. 5 november 2019, nr. ZN198063;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en hoofdstuk 3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

BESLUIT:

  • I.

    Vast te stellen de volgende verordening rechtspositie raadsleden gemeente Oosterhout;

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • b.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet of van een bijzondere commissie zoals bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een nader door de fractievoorzitters vast te stellen toelage toegekend.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raadsleden

  • 1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raadslid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4. Als een raadslid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

  • 6. De reiskosten binnen het grondgebied van de gemeente worden forfaitair vergoed op basis van twee vergaderingen per week, reisafstand tussen woonadres en stadhuis.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden

Niet-partijpolitiek georiënteerde scholing van een raadslid in verband met de vervulling van zijn functie zoals bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt verantwoord en bekostigd via de financiële vergoeding zoals bedoeld in de verordening tegemoetkoming raadsfracties.

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden

  • 1. Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 7. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen een redelijke termijn na factuurdatum of betaling door raadsleden ingediend bij de griffier.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raadsleden binnen een redelijke termijn na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 8. Intrekking oude verordeningen

De verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Oosterhout 2014 en de verordening rechtspositie wethouders gemeente Oosterhout 2014 worden ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Oosterhout 2019.

Ondertekening

  • II.

    Het overgangsrecht t.a.v. de verstrekking van ICT-middelen toe te passen en voorlopig in lijn te blijven met de vigerende afspraken rondom de verstrekking van ICT-middelen;

  • III.

    Het college op te dragen de kosten te verwerken in de begroting.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2019.

DE RAAD VOORNOEMD,

voorzitter

griffier