Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014

Geldend van 05-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. C.1

gezien de voorstellen van burgemeester en wethouders van d.d. 17 september 2013;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruikmaken’: gebruikmaken in de zin van artikel 15:33 Wet Milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 a Vrijstellingen

De belasting, overeenkomstig hoofdstuk 2 van de tarieventabel, wordt niet geheven voor de ledigingen van een extra container die op basis van een medische indicatie (met een medische verklaring van een arts) is uitgegeven.

Artikel 5 Heffingstijdvak

  • 1. Het heffingstijdvak van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Het heffingstijdvak van de belasting bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel is gelijk aan een periode van vier aaneengesloten kalendermaanden en vangt aan op 1 januari, 1 mei en 1 september.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in de hoofdstukken 1, 2 en 3 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De slagboomtarieven milieustraat worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het heffingstijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak wijzigt doordat er een huishouding van meer dan één persoon ontstaat, is een aanvullende belasting verschuldigd van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven, bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.2, als na dat tijdstip van wijziging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat ten aanzien van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak wijzigt doordat een huishouding van minder dan twee personen ontstaat, wordt vermindering verleend van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven, bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.2, als na dat tijdstip van wijziging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 7. Het derde lid en het vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 8 Termijnen van betalin

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die, met inachtneming van hoofdstuk 1, 2 en 3 van de tarieventabel worden opgelegd, worden betaald in één termijn vervallende op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de afvalstoffenheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde afvalstoffenheffing en andere heffingen meer dan € 75,00 doch minder dan € 2.500,00 bedraagt, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na dagtekening.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid en tweede lid gestelde termijnen.

  • 4.

    Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient voor de in het 2e lid genoemde twee gelijke termijnen 8 gelijke termijnen te worden gelezen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijn steeds één maand later

  • 5.

    De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het 4e lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden gestorneerd, ofwel indien de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder wordt ingetrokken. De termijnen genoemd in het 2e lid worden in dat geval direct van toepassing.

  • 6.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in art. 6 lid 2 moet worden betaald ingeval de kennisgeving:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 9a Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting kan verleend worden.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2013” laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2014”.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 12 november 2013.
, griffier. , voorzitter.

kaart Donkerbroek

Tarieventabel