Regeling vervallen per 01-01-2014

Handhavingsverordening Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2009

Geldend van 01-10-2009 t/m 31-12-2013

Intitulé

Handhavingsverordening Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2009

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. C.2gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf van 4 augustus 2009, nr. 5-20;gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet (GW), artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren (WIJ);overwegende dat de raad verplicht is om in het kader van financieel beheer regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB,WIJ en aanverwante regelingen;b e s l u i t :vast te stellen deHANDHAVINGSVERORDENING SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID 2009 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: WWB, WIJ en aanverwante regelingen;

    • b.

      college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf;

    • c.

      inlichtingenplicht: de verplichtingen genoemd in artikel 17, eerste, tweede en vierde lid van de WWB, artikel 44, eerste, tweede en vierde lid van de WIJ en in artikel 28, tweede lid en artikel 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI);

    • d.

      benadelingsbedrag: de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand, uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod of de kosten van bijstand als gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, waardoor de belanghebbende

    • e.

      eerder of langer een beroep op bijstand doet;

    • f.

      terugvordering: terugvordering zoals bedoeld in paragraaf 6.4 van de WWB en in de artikelen 54, 55 en 56 van de WIJ;

    • g.

      verhaal: verhaal zoals bedoeld in paragraaf 6.5 van de WWB en artikel 57 van de WIJ;

    • h.

      maatregelverordening: verordening, gebaseerd op artikel 8, eerste lid onder b van de WWB en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid van de WIJ;

    • i.

      uitkeringsgerechtigde: de belanghebbende die bijstand, uitkering of inkomensvoorziening ontvangt van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente Ooststellingwerf.

Hoofdstuk 2 FRAUDEPREVENTIE EN CONTROLE

Artikel 2 Voorlichting en communicatie

Het college stelt een beleidsplan Handhaving vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude:

  • a.

    door het zo wel mondeling als schriftelijk vroegtijdig informeren van de (potentieel) uitkeringsgerechtigde over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, uitkering of inkomensvoorziening zijn verbonden;

  • b.

    door voorlichting te verstrekken over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand, uitkering of inkomensvoorziening.

Artikel 3 Controle bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstandsperiode

  • 1. Het college voert zo wel bij de aanvraagprocedure als periodiek bestandsvergelijkingen waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd op juistheid en echtheid. Op grond hiervan kan de bijstand, uitkering of inkomensvoorziening na verificatie aan veranderende omstandigheden worden aangepast.

  • 2. Het college beschrijft welke controlesystematieken (signaal- en / of risicosturing) worden ingezet om de rechtmatigheid van de bijstand, uitkering of inkomensvoorziening te controleren, alsmede binnen welke termijnen die plaatsvinden.

  • 3. Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de (verstrekte) bijstand, uitkering of inkomensvoorziening en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

Hoofdstuk 3 TERUGVORDERING, VERHAAL EN GEVOLGEN VAN FRAUDE

Artikel 4 Verlaging van de uitkering bij constatering van fraude

Wanneer de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, uitkering of inkomensvoorziening, verlaagt het college de bijstand, uitkering of inkomensvoorziening conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelverordening WWB of de Maatregelverordening WIJ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen bijstand, uitkering of inkomensvoorziening.

Artikel 5 Terugvordering

  • 1. Voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht wordt tot terugvordering overgegaan ingevolge de artikelen 58, 59 en 60 van de WWB en conform de door het college vastgestelde ‘Richtlijn terugvordering’.

  • 2. Voor zover de inkomensvoorziening ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht wordt tot terugvordering overgegaan ingevolge artikel 54 van de WIJ.

  • 3. Bij een benadelingsbedrag hoger dan de aangiftegrens zoals vastgesteld in de ‘Aanwijzing sociale zekerheidsfraude’ vindt terugvordering plaats zoals genoemd in de vorige leden, met dien verstande dat tevens aangifte wordt gedaan bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 6 Verhaal

  • 1. Het college verhaalt de kosten van bijstand op grond van paragraaf 6.5 van de WWB.

  • 2. Het college verhaalt de kosten van de inkomensvoorziening op grond van artikel 56 van de WIJ.

Hoofdstuk 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Uitvoering, nadere beleidsregels en onvoorziene situaties

  • 1. De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

  • 2. Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels stellen.

  • 3. In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Handhavingsverordening 2009’.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2009 en vervangt de ‘Handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2004’ vastgesteld op 21 september 2004.

  • 2. De ‘Handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2004’ vastgesteld op 21 september 2004, wordt met ingang van 1 oktober 2009 ingetrokken.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Handhavingsverordening 2009’. 

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 25 augustus 2009. , griffier.                            , voorzitter. 

Toelichting 1 ALGEMENE TOELICHTING

Op grond van artikel 8a Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren (WIJ) is de gemeente verplicht in het kader van het financiële beheer regels vast te stellen ter bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de WWB en de WIJ is de verplichting tot handhaving van regels, zoals die golden in de Algemene bijstandswet (Abw), omgezet in een ‘kan bepaling’ (onder andere het vervallen van de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften, Rau). Hiermee heeft de gemeente de bevoegdheid gekregen om haar eigen regels te bepalen omtrent handhaving. De raad stelt op hoofdlijnen het beleid rond handhaving vast doormiddel van deze Handhavingsverordening Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2009 en geeft daarmee tevens de gelegenheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van beleidsregels.HOOFDSTUKSGEWIJZE TOELICHTINGHoofdstuk 1. Algemene bepalingenIn hoofdstuk 1 worden de in deze verordening gehanteerde begrippen verklaard. Het begrip benadelingsbedrag is in overeenstemming gebracht met de WWB, WIJ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).Hoofdstuk 2. Fraudepreventie en controleHoofdstuk 2 gaat over fraudepreventie en controle. Ingevolge de methodiek van Hoogwaardige Handhaving is sprake van een accentverschuiving in de toepassing van de controle instrumenten die de gemeente ter beschikking staan. In plaats van een intensieve controle aan het eind van het traject (dus als de schade al is aangericht) richt deze zich steeds meer op de voorkant van het proces; het moment dat om bijstand / werkleeraanbod (en daarmee een inkomensvoorziening op grond van de WIJ) wordt verzocht. Voorlichting, een heldere uiteenzetting van de rechten en plichten aan de potentiële klant, waar mogelijk een passend aanbod voor werk en een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte bijstand of een inkomensvoorziening ontvangen (acties: intensiveren van de poortwachtersfunctie en toepassen nieuwe methodieken om de instroom van nieuwe klanten te beperken). Met deze werkwijze wordt een positieve bijdrage geleverd aan het financieel beheer van het Inkomensdeel van de WWB. In het beleidsplan Handhaving wordt kenbaar gemaakt op welke wijze de afdeling invulling geeft aan de controle vóór, tijdens en bij beëindiging van de bijstand. Het Beleidsplan Handhaving bestaat uit alle stukken die door de afdeling SoZaWe zijn geproduceerd in het kader van Hoogwaardig Handhaven.Hoofdstuk 3. Terugvordering, verhaal en gevolgen van fraudeHoofdstuk 3 regelt onder andere dat de gemeente de ten onrechte verstrekte bijstand, uitkering, inkomensvoorziening en de kosten van een werkleeraanbod terugvordert. Eén en ander conform de wettelijke bepalingen in de WWB (paragraaf 6.4) en de WIJ (artikel 54, 55 en 56). Een actief terugvorderingbeleid in combinatie met de op te leggen maatregel geeft de boodschap af dat misbruik en / of oneigenlijk gebruik niet getolereerd worden. De afstemming van de bijstand - de verlaging van de uitkering gedurende een bepaalde periode - is geregeld in de Maatregelverordening WWB. Voor de WIJ is het maatregelenbeleid vastgelegd in de Maatregel verordening WIJ 2009. Met een actief terugvorderings- en invorderingsbeleid wordt voorts beoogd sturing te geven aan een verantwoorde besteding van het Inkomensdeel van de WWB en de WIJ. Naast het gemeentelijk beleid zullen in het kader van terugvordering andere wettelijke regelingen leidend zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan verjaringstermijnen voortvloeiend uit het Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) en de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude (Stcrt. 2008/187). In laatst genoemde aanwijzing wordt bepaald dat naast het gemeentelijke traject (herziening van het recht opbijstand, inkomensvoorziening en terugvordering) ook aangifte moet worden gedaan bij het Openbaar Ministerie (OM).Hoofdstuk 4. SlotbepalingenDe slotbepalingen opgenomen in hoofdstuk 4 spreken voor zich.