Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Ooststellingwerf 2010

Geldend van 01-12-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Ooststellingwerf 2010

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vergunning: een vergunning tot het organiseren van een markt;

  • d.

    vergunninghouder: de rechtspersoon waaraan het college een vergunning heeft verleend.

Artikel 2 Inrichting van de markt

Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

  • a.

    het aantal standplaatsen;

  • b.

    de afmeting van de standplaatsen;

  • c.

    de opstelling en indeling van de markt.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 2 VERGUNNINGEN

Artikel 4 Vergunning tot het organiseren van een markt

  • 1 Het is verboden zonder een vergunning van het college een markt te organiseren.

  • 2 Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

  • 2. De rechtspersoon waaraan krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 6 Vereisten vergunning

Een vergunning wordt uitsluitend verleend aan een rechtspersoon.

Artikel 7 Aanvraag vergunning

Een aanvraag voor een vergunning bevat een door het bestuur van een rechtspersoon vast te stellen plan dat waarborgt dat de markt op een veilige wijze wordt georganiseerd en waarin in ieder geval wordt ingegaan op:

  • a.

    de wijze waarop de organisatie van de markt is geregeld;

  • b.

    de wijze waarop de standplaatsen worden toegewezen;

  • c.

    de wijze waarop het toezicht op de veiligheid van de bezoekers aan de markt is geregeld;

  • d.

    de afspraken met de hulpverleningsdiensten;

  • e.

    de wijze waarop het afval van de markt wordt ingezameld;

  • f.

    de wijze waarop de informatievoorziening aan omwonenden is geregeld;

  • g.

    de namen van de personen die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken op de markt.

Artikel 8 Beoordeling aanvraag vergunning

  • 1. Het college stelt voorafgaand aan de start van de vergunningsprocedure een selectiedocument vast waarin de selectieprocedure en de wijze van beoordeling van de vergunningaanvragen is vastgelegd.

  • 2. Het college rangschikt de aanvragen voor vergunningverlening waarbij een vergunningaanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate de aanvraag naar het oordeel van het college een grotere bijdrage levert aan de belangen die deze verordening beschermd. Daarbij betrekt het college in ieder geval de mate waarin de continuïteit, kwaliteit en doelmatigheid van de organisatie van de markt is gewaarborgd.

  • 3. Volgens de rangschikking, bedoeld in het tweede lid, komt de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor een vergunning in aanmerking.

  • 4. Indien het college gerede twijfel heeft ten aanzien van de integriteit van de hoogst gerangschikte aanvrager, kan het college de aanvrager verzoeken een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen te overleggen, of indien het een buitenlandse rechtspersoon betreft, een document dat ten minste gelijkwaardig is. Indien een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen dan wel een vergelijkbaar document niet kan worden overlegd, kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.

  • 5. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen 6 en 7 kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.

  • 6. Indien er reeds een vergunning is verleend aan een andere rechtspersoon dan de aanvrager en de duur van deze vergunning nog niet is verstreken, dan weigert het college de vergunningaanvraag.

Artikel 9 Intrekking vergunning

  • 1. Het college trekt een vergunning in op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder.

  • 2. Het college kan een vergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 en 7 genoemde vereisten;

    • c.

      indien op grond van verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden ingevoerd in het belang van een goede organisatie van de markt.

Artikel 10 Vergunning voor bepaalde tijd

Een krachtens deze verordening verleende vergunning geldt voor de duur van drie jaren.

Hoofdstuk 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Ooststellingwerf 2010.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 25 oktober 2011., griffier.                                                             , voorzitter.