Verordening Cliëntenraad gemeente Ooststellingwerf 2009

1. De cliëntenraad bestaat uit maximaal 13 vaste leden, waarvan maximaal negen leden vanuit de cliëntenorganisaties en maximaal vier leden vanuit en namens de cliënten van de afdeling.

2. Voor de vervanging van de vaste leden van de cliëntenraad worden maximaal 13 plaatsvervangende leden voorgedragen, maximaal negen leden vanuit de cliëntenorganisaties en maximaal vier leden vanuit en namens de cliënten van de afdeling.

3. De leden en de plaatsvervangende leden van de cliëntenraad worden op voordracht van de manager door het college benoemd.

4. De leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een termijn van vier jaar en zijn daarna nog (her) benoembaar voor één termijn.

5. De plaatsvervangende leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een termijn van vier jaar en zijn daarna herbenoembaar.

6. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door en uit de leden van de cliëntenraad gekozen.

7. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris worden op voordracht van de manager door het college benoemd.

8. De manager kan aan de cliëntenraad een notulist toevoegen.

9. De leden van de cliëntenraad worden op voordracht van de manager door het college ontslagen.

10. De leden van de cliëntenraad mogen niet lid zijn van een gemeentelijk bestuursorgaan noch - behoudens de secretaris - in dienst zijn van de gemeente.

1. De volgende organisaties kunnen elk één lid en één plaatsvervangend lid voordragen voor de cliëntenraad:

• a.

  Algemene Nederlandse Bond van Ouderen (ANBO)

• b.

  Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV)

• c.

  Comité Vrouwen in de Bijstand

• d.

  Federatie Nederlandse Vakverenigingen (FNV)

• e.

  Humanitas Ooststellingwerf

• f.

  Protestants Christelijke Ouderenbond (PCOB)

• g.

  Raad van Kerken Ooststellingwerf

• h.

  Vereniging van Gehandicapten en Arbeidsongeschikten Ooststellingwerf (VGAO)

• i.

  Vrouwenbond FNV

2. Het lid van de cliëntenraad, wiens lidmaatschap van de belangenorganisatie is beëindigd, houdt op vast lid c.q. plaatsvervangend lid te zijn van de cliëntenraad. Hij blijft in functie, totdat in de vacature is voorzien.

1. Vanuit en namens de cliënten van de afdeling worden maximaal acht personen benoemd tot cliëntlid, waarvan maximaal vier personen tot vast lid en maximaal vier personen tot plaatsvervangend lid.

2. De cliëntleden van de cliëntenraad worden - met instemming van de cliëntenraad - op voordracht van de manager benoemd door het college.

3. Het cliëntlid, wiens uitkering of voorziening is beëindigd, houdt op vast lid c.q. plaatsvervangend lid te zijn van de cliëntenraad. Hij blijft in functie, totdat in de vacature is voorzien.

1. De leden van de cliëntenraad kunnen tussentijds ontslag nemen.

2. De vervulling van een tussentijdse vacature geschiedt - voor zover mogelijk - binnen drie maanden nadat zij is ontstaan.

3. Ter vervulling van een tussentijdse vacature heeft het nieuwe lid van de cliëntenraad zitting tot het einde van de zittingsduur van hem, in wiens plaats hij is getreden.

1. Conform het bepaalde in de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006’ ontvangen de leden van de cliëntenraad, behoudens de secretaris en de plaatsvervangende secretaris, een kostenvergoeding voor deelname aan de vergadering van de cliëntenraad en het klein comité, met dien verstande, dat zij per kalenderjaar niet meer dan acht keer die kostenvergoeding kunnen ontvangen.

2. De kostenvergoeding wordt voor de cliëntleden aangemerkt als een vergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk en conform artikel 31, tweede lid, onder k WWB niet gerekend tot de middelen.

3. De gemeente stelt een budget vast ten behoeve van het adequaat functioneren van de cliëntenraad.

1. De cliëntenraad vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter, de secretaris of de cliëntenraad nodig oordeelt.

2. De vergaderingen worden in het openbaar gehouden, tenzij de cliëntenraad in belang van het onderwerp besluit tot het houden van een besloten vergadering.

3. De cliëntenraad kan beraadslagen en besluiten nemen indien tenminste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is.

4. De besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen.

5. De voorzitter heeft stemrecht.

6. De secretaris heeft geen stemrecht.

7. Stemmingen over zaken vinden mondeling plaats, stemmingen over personen worden schriftelijk gehouden.

8. Bij het staken van de stemmen over zaken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

9. Bij het staken van de stemmen over personen bepaald het lot de uitslag van de stemming.

1. De cliëntenraad stelt voor de behandeling van spoedeisende zaken en adviezen een klein comité samen.

2. Het klein comité bestaat uit: de voorzitter en de secretaris en maximaal zes vaste leden van de cliëntenraad.

3. De leden van het klein comité worden door en uit de vaste leden van de cliëntenraad gekozen.

4. Op verzoek van de cliëntenraad, de voorzitter of de secretaris wordt het klein comité bijeengeroepen.

5. Op verzoek van de manager of het college kan de voorzitter of de secretaris het klein comité bijeenroepen.

6. De agenda voor de vergadering van het klein comité wordt door de voorzitter en de secretaris vastgesteld.

7. De agenda en bijbehorende stukken worden zo spoedig mogelijk door de secretaris aan de leden van het klein comité toegezonden.

8. De door het klein comité genomen beslissingen en adviezen gelden als besluiten van de voltallige cliëntenraad en worden achteraf aan de cliëntenraad ter kennisname gebracht.

9. Artikel 7, de leden twee tot en met negen en artikel 11 zijn van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van het klein comité.

1. De voorzitter.

• a.

  stelt - in overleg met de agendacommissie - de agenda van de vergadering op;

• b.

  stelt in overleg met de cliëntenraad de vergaderdata en vergadertijden vast;

• c.

  leidt de vergadering;

• d.

  handhaaft de orde;

• e.

  schorst de vergadering;

• f.

  peilt de meningen en deelt de uitslag van stemmingen mede;

• g.

  tekent samen met de secretaris de stukken, die van de cliëntenraad uitgaan;

• h.

  bepaalt welke stukken door de secretaris alleen kunnen worden getekend;

• i.

  geeft de secretaris opdrachten voor onderzoek en rapportage;

• j.

  vertegenwoordigt de cliëntenraad naar buiten.

2. De agendacommissie bestaat uit: de voorzitter, de secretaris en maximaal twee vaste leden van de cliëntenraad.

3. De leden van de agendacommissie worden door en uit de vaste leden van de cliëntenraad gekozen.

1. De secretaris:

• a.

  registreert de inkomende en uitgaande stukken;

• b.

  ontwerpt de agenda;

• c.

  maakt de vergaderingen openbaar bekend;

• d.

  woont alle vergaderingen bij;

• e.

  zendt de stukken aan de leden van de cliëntenraad toe;

• f.

  ontwerpt de uitgaande stukken;

• g.

  draagt mede zorg voor de uitvoering van de besluiten;

• h.

  bewaakt de voortgang en afhandeling van uitgebrachte adviezen;

• i.

  draagt in zijn algemeenheid zorg voor een goede ondersteuning van de cliëntenraad;

• j.

  regelt de plaats van vergaderen;

• k.

  bewaakt het aan de cliëntenraad beschikbaar gestelde budget.

2. De secretaris zendt de agenda met bijbehorende stukken tenminste één week voor de vergadering toe aan de leden van de cliëntenraad.

3. De secretaris staat de voorzitter en de leden van de cliëntenraad, al dan niet in de vergadering, met raad en daad bij.

1. De secretaris of de notulist maakt van iedere vergadering een verslag of besluitenlijst op.

2. Het verslag houdt in:

• a.

  de namen van de aanwezige en afwezige leden;

• b.

  een beknopte opgave van de inhoud van de ingekomen stukken en gedane mededelingen;

• c.

  omschrijving van de gedane voorstellen en kennisgevingen;

• d.

  een beknopte weergave van de gevoerde beraadslagingen en opmerkingen;

• e.

  de uitslag van gehouden stemmingen met vermelding van de namen van de leden, die zich bij mondelinge stemmingen tegen verklaarden, of de namen van de leden, die wensen dat aantekening wordt gemaakt dat zij geacht worden te hebben ingestemd;

• f.

  de inhoud van de genomen besluiten.

3. De secretaris zorgt ervoor dat het vastgestelde verslag van de vergadering ter kennisname wordt gebracht van de manager, het college, de commissie en de raad.

1. De cliëntenraad kan bepalen dat de leden van de cliëntenraad, deskundigen en derden verplicht zijn tot geheimhouding ten aanzien van stukken c.q. hetgeen ter zitting wordt behandeld.

2. Geheimhouding kan eveneens worden opgelegd door de manager, de wethouder, het college, de commissie of de raad ten aanzien van stukken die zij aan de leden van de cliëntenraad, deskundigen of derden verstrekken.

3. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de cliëntenraad of van het adviseurschap van deskundigen of derden.

4. De plicht tot geheimhouding wordt op de stukken aangeven of voorafgaande aan de behandeling in de vergadering van de betreffende onderwerpen bekendgemaakt.

5. De duur van de geheimhoudingsplicht wordt - voor zover mogelijk - vooraf aangegeven.

1. De cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd te adviseren van de manager, het college, de commissie en de raad over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van de aan de afdeling ter uitvoering opgedragen wetten en regelingen.

2. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid eigen voorstellen te ontwikkelen (initiatiefrecht) over de onderwerpen, als bedoeld in het eerste lid.

3. Tot deze onderwerpen behoren niet:

• a.

  individuele klachten, bezwaarschriften, beroepsschriften en andere zaken die op individuele clienten betrekking hebben;

• b.

  het personeels- en organisatiebeleid van de afdeling;

• c.

  de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij de uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten.

4. De cliëntenraad kan de wethouder, de manager, ambtenaren van de afdeling sociale zaken en werkgelegenheid, deskundigen of derden uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies.

5. De wethouder en de manager worden tenminste twee keer per jaar voor structureel overleg uitgenodigd.

6. Voor het structureel overleg kunnen zowel de cliëntenraad als de wethouder en de manager onderwerpen aandragen bij de secretaris.

7. Het structureel overleg wordt tijdens of voorafgaand aan de reguliere vergaderingen van de cliëntenraad gehouden.

8. De cliëntenraad is bevoegd - over algemene onderwerpen - in overleg te treden met organisaties voor clientenparticipatie.

1. De manager of het college draagt er zorg voor dat de benodigde informatie met betrekking tot de in artikel 14, eerste lid genoemde onderwerpen tijdig en voorafgaand aan besluitvorming, ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad.

2. Indien door de manager, het college, de commissie of de raad wordt afgeweken van het uitgebrachte advies van de cliëntenraad, stellen zij de cliëntenraad daarvan gemotiveerd schriftelijk in kennis.

1. De cliëntenraad kan verzoeken tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij het college.

2. Het college legt het voorstel van de cliëntenraad tot wijziging of intrekking, voorzien van advies, voor aan de raad.

3. Wijziging of intrekking van deze verordening door de raad vindt niet eerder plaats dan nadat de cliëntenraad hierover is gehoord.

1. De (gewijzigde) verordening is op 1 oktober 2009 in werking getreden.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Cliëntenraad 2009 (II)’.