Verordening geurhinder en veehouderij Ooststellingwerf

Geldend van 01-10-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij Ooststellingwerf

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. B.6

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2008;gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;gelet op de conceptgebiedsvisie gemeente Ooststellingwerf als bedoeld in artikel 8 van deWet geurhinder en veehouderij;gezien de behandeling van deze concept-gebiedsvisie gemeente Ooststellingwerf in decommissie Ruimte van 2 september 2008;overwegende, dat- tegen de betreffende gebiedsvisie gedurende de periode van ter inzage legging tot 2 oktober 2008 geen zienswijzen zijn ingediend;- de omliggende gemeenten Weststellingwerf, Heerenveen, Opsterland, Noordenveld en Midden-Drenthe schriftelijk in de gelegenheid zijn gesteld om zienswijzen in te dienen;- Noordenveld schriftelijk heeft meegedeeld dat de conceptgebiedsvisie hen geen aanleiding geeft tot het maken van op- en aanmerkingen;- de overige gemeenten geen zienswijzen hebben ingediend;- de Verordening geurhinder en veehouderij is gebaseerd op deze concept-gebiedsvisie gemeente Ooststellingwerf;

b e s l u i t :

  • 1.

    vast te stellen de gebiedsvisie gemeente Ooststellingwerf, zoals deze bij dit besluit als bijlage is toegevoegd.

  • 2.

    vast te stellen de navolgende verordening geurhinder en veehouderij Ooststellingwerf:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder: Geurhinder: gevolgen voor het milieu door de emissie van geur;Geuremissiefactor:  bij ministeriële regeling vastgestelde geuremissie per dier, behorende bij een daartoe aangewezen diercategorie;Geurgevoelig object: gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;Veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren. Vergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.Wet: de Wet geurhinder en veehouderijBebouwde Kom: Als grens van de bebouwde kom wordt de grenzen aangehouden die zijn aangegeven op de plankaart behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied, zoals deze door de raad is vastgesteld in zijn vergadering van 28 februari 2008.Categorie 2 gebieden: De, voor zover het geurgevoelige objecten betreft , in de richtlijn veehouderij en stankhinder 1996 als categorie 2 gebied aangewezen gebieden.  

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

Als gebied(en) als bedoeld in artikel 6 van de Wet wordt aangewezen het grondgebied van de gemeente Ooststellingwerf.

Artikel 3 Andere waarden voor de geurbelasting of afstanden

  • 1. Waarden voor veehouderijen waar dieren worden gehouden waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld.Bebouwde kom.Op grond van artikel 6, eerste lid van de Wet en in afwijking van artikel 3, eerste lid van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied zich bevinden binnen de bebouwde kom: 8 ouE/m3.Buitengebied (buiten bebouwde kom).Op grond van artikel 6, eerste lid van de Wet en in afwijking van artikel 3, eerste lid van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied: 20 ouE/m3.

  • 2. Afstanden voor veehouderijen waar dieren worden gehouden waarvoor bij ministeriële regeling niet een geuremissiefactor is vastgesteld.Bebouwde kom.Op grond van artikel 6, derde lid van de Wet en in afwijking van artikel 4, eerste lid bedraagt de afstand ten minste 50 meterBuitengebied (buiten bebouwde kom)Op grond van artikel 6, derde lid van de Wet en in afwijking van artikel 4, eerste lid bedraagt de afstand ten minste 25 meter.

Artikel 4 Criteria

Voor die veehouderijen waar dieren worden gehouden waarvoor bij ministeriële regeling niet een geuremissiefactor is vastgesteld worden bij de vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer binnen de bebouwde kom en in categorie 2 gebieden in het buitengebied bij de beoordeling van de geuremissie de volgende criteria overwogen:- geeft het van toepassing zijnde bestemmingsplan ontwikkelingsruimte voor die veehouderij;- is er in het verleden overlast opgetreden blijkende uit klachten uit de omgeving van die veehouderij;- hebben controles op grond van de Wabo van die veehouderij aanleiding gegeven tot handhavend optreden;- zijn er mitigerende maatregelen te treffen, zoals:o verplaatsing van vee vanaf de dichtstbijzijnde geurgevoelige objecten;o zijn lawaaimakende werkzaamheden te voorkomen;o is er geuremissiebeperkende huisvesting mogelijk;- is er sprake van bedrijfsopvolging. 

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 13 november 2008.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij Ooststellingwerf”.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 4 november 2008., griffier.               , voorzitter.